Content Syndication
|
|
|
|
|
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Parcifal
Leeftijd: 72 Geslacht: Sterrenbeeld:
Berichten: 24
|
Geplaatst: do 29 sep 2005 9:27 Onderwerp: Misbruik van recht |
|
|
Heeft iemand ervaring met misbruik van recht door een advocaat van een procespartij?
Uitgangspunt van ons privaatrechtelijk systeem is dat het elke rechthebbende vrij staat aan het objectieve recht ontleende bevoegdheden uit te oefenen ter verwezenlijking van burgerlijke rechten, tenzij dit de rechten en belangen van een ander schaadt. In art. 3:13 lid 1 BW is vastgelegd dat degene aan wie een bevoegdheid toekomt, haar niet kan inroepen voor zover hij haar misbruikt.
Stel dat er aangetoont kan worden dat er mogelijk sprake is van misbruik van procesbevoegdheid door een procespartij (WA- verzekeraar en/of diens advocaat). En gezien het gebruik van deze procesbevoegdheid sprake is van onevenredigheid en onbillikheid belang jegens degenen die door de uitoefening daarvan worden geschaad. Waarbij aangetoont kan worden dat op voorhand vast zou staan dat het verweer van laedens geheel kansloos zou zijn geweest.
Kan laedens verweten worden misbruik gemaakt te hebben van procesrecht omdat hij de uitleg van de wet, gezien de publicaties en literatuur behoorde te kennen?
Bij misbruik van bevoegdheid gezien de in art. 3:13 lid 2 gegeven omschrijving - is vereist dat degene die van zijn bevoegdheid gebruik maakt de onevenredigheid tussen zijn belang en dat van gelaedeerde die door de uitoefening daarvan worden geschaad, op het daarvoor in aanmerking komende tijdstip kende of behoorde te kennen.
Het tweede lid van art. 3:13 BW behelst een niet uitputtende opsomming van gevallen waarin in ieder geval sprake is van misbruik van bevoegdheid. Art. 3:13 lid 2 BW bepaalt dat een bevoegdheid onder meer kan worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot de uitoefening had kunnen komen. Telkens wanneer een bevoegdheid wordt uitgeoefend op één van de in lid 2 van art. 3:13 BW omschreven wijzen, leidt dit, behalve wanneer het derde lid van art. 3:13 BW toepassing vindt, tot misbruik van bevoegdheid.
Uit art. 3:13 lid 2 BW volgt dat bij de beoordeling van de vraag of een bevoegdheid is misbruikt voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend, een belangenafweging niet aan de orde komt.
Het schaden van een gelaedeerde kan o.a. het financieel kapot procederen zijn waarbij laedens kennis heeft dat gelaedeerde de hoge kosten van juridische bijstand op termijn niet meer kan betalen.
Kortom als laedens of zijn raadsman kennis of de strekking had moeten weten van een wetsartikel en ondanks deze kennis blijft procederen tot aan de Hoge Raad, of hiermee dreigt, is deze procespartij verwijtbaar misbruik te maken van recht. Of anders gezegd is deze partij een onrechtmatige daad te verwijten?
Laatst aangepast door Parcifal op vr 30 sep 2005 13:38, in totaal 2 keer bewerkt |
|
|
|
|
StevenK Moderator
Leeftijd: 51 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): OU Studieomgeving (MA): OU Berichten: 4108
|
Geplaatst: do 29 sep 2005 9:32 Onderwerp: |
|
|
Het recht op behandeling van een conflict in meer instanties is dusdanig fundamenteel dat je het gebruik van zo'n recht niet als misbruik van recht kunt kwalificeren. |
|
|
|
|
Parcifal
Leeftijd: 72 Geslacht: Sterrenbeeld:
Berichten: 24
|
Geplaatst: vr 30 sep 2005 11:11 Onderwerp: |
|
|
Beste Steven,
In de basis heb je gelijk maar wellicht zijn er bepaalde omstandigheden waardoor er op zijn minst de schijn bestaat van misbruik van procesrecht.
Mijns inziens kunnen omstandigehden voordoen waarbij dit in sommige gevallen een zaak wat genuaceerder kan liggen.
Door de grenzen van (artikel 3:13 BW) de wet te onderzoeken kan worden onderzocht of er sprake kan zijn van misbruik van procesrecht.
Door de wijze ontstaat literatuur en wetsontwikkeling. Dus bij voorbaat te stellen dat een conflict in meer instanties dusdanig fundamenteel is dat je het gebruik van zo'n recht niet als misbruik van recht kunt kwalificeren is wellicht te kort door de bocht. Bovendien kan een procespartij willens en wetens de keuze maken om tot drie instanties te procederen en niet te kiezen voor bijvoorbeeld sprongcassatie om tijd en kosten te besparen doch om zijn wederpartij financieel te schaden middels hoge proceskosten.
Stel je het hypothetische geval voor:
dat rekening houdend met de tekst en het stelsel van een bepaald wetsartikel, een procespartij kennis of de strekking had moeten weten of behoorde te kennen. Waarom zou hem dan geen misbruik van procesrecht te verwijten.
Laedens kan van mening zijn dat, behoudens in het artikel genoemde extra eisen, aanvullende eisen gesteld moeten worden die overigens niet in de wet en in de parlementaire Geschiedenis worden genoemd.
Hiermee trekt laedens in twijfel dat de tekst en het stelsel van het wetsartikel anders ingevuld moet worden. Zij geven al bij aanvang van het conflict (buitengerechtelijke procedure) dit "uit te vechten" tot aan de Hoge Raad.
Gezien de proces gedraging, van laedens, zou een wederpartij zich op het standpunt kunnen stellen dat gezien het gebruik van zijn procesbevoegdheid sprake kan zijn van onevenredigheid en onbillikheid belang jegens degenen die door de uitoefening daarvan worden geschaad.
Overigens realiseer ik mij dat in de tweede alinea van dit bericht genoemde, het verkennen van de grenzen der wet, niet alleen voor art. 3-13 BW van toepassing is maar voor elk wetsartikel.
Doch van een raadsman mag verwacht worden dat de ethiek van zijn beroep geen geweld aan doet en zich zal houden aan de gestelde gedragregels 1992, regel 3, van zijn Orde.
"De advocaat dient zich voor ogen te houden dat een regeling in der minne vaak de voorkeur verdient boven een proces"
Het dreigen van een procedure, bij aanvang van het geschil, met de Hoge Raad is voor strijdig met het hier genoemde regel 3 van de Orde.
Het geschil kan in deze strijdig zijn met art. 3:13 BW en gedragregel 3 van de NOvA.
Graag hoor ik je mening. |
|
|
|
|
Studiosus
Leeftijd: 41 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA):
Berichten: 39
|
Geplaatst: vr 30 sep 2005 12:10 Onderwerp: |
|
|
Stel nou, dat u gelijk heeft, en dat procederen misbruik van een recht betekent. Wat zou er dan volgens u moeten gebeuren? Zou de rechter dan de zaak moeten weigeren? Of zou u wederom een procedure moeten aanspannen om uw recht te krijgen? De wet geeft aan in welke gevallen er geprocedeerd mag worden en welke rechtsmiddelen in welke gevallen openstaan, ik kan mij persoonlijk niet voorstellen dat procederen een misbruik van een recht oplevert.
Wanneer er sprake is van misbruik van een recht, ga ik ervan uit dat u de zaak wint, in dit geval kunt u de wederpartij in de kosten laten veroordelen. Wanneer u verliest zal er volgens mij geen sprake zijn geweest van misbruik van een recht. _________________ Je moet de waarheid niet verwarren met de mening van de meerderheid. |
|
|
|
|
StevenK Moderator
Leeftijd: 51 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): OU Studieomgeving (MA): OU Berichten: 4108
|
Geplaatst: vr 30 sep 2005 12:49 Onderwerp: |
|
|
Je kunt het zo ver mogelijk doorprocederen weliswaar als niet netjes kwalificeren, maar niet als misbruik van recht en wel omdat het recht op behandeling in twee feitelijke instanties met daarna eventuele cassatie fundamenteel is. Ook het dreigen met een procedure is niet als zodanig te kwalificeren.
Wanneer een raadsman daarmee een binnen de orde een regel overtreedt, is het het tuchtrecht van die orde de (overigens over het algemeen weinig zinvolle) route.
Misbruik van recht behelst het gebruik van middelen voor een ander doel dan waarvoor dit bedoeld is, zoals het leggen van een conservatoir beslag wanneer er feitelijk geen enkele reden is te verwachten dat betaling achterwege blijft bij veroordeling tot betaling. Bij misbruik komt ook kijken dat de verhouding tussen de inhoud van de zaak en de gekozen route volledig zoek is.
Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat het vaak gebeurt dat partijen hun macht gebruiken om de ander te overreden; ik heb wanbetalers ook weleens met een derdenbeslag gedreigd en daarbij uitgelegd dat ik voor mijn vordering van 30000 gulden beslag zou laten leggen op de 10 miljoen die ze van hun grote klant tegoed hadden, wetende dat zo'n beslag, indien gelegd, toch echt als misbruik van recht te kwalificeren is. |
|
|
|
|
Parcifal
Leeftijd: 72 Geslacht: Sterrenbeeld:
Berichten: 24
|
Geplaatst: vr 30 sep 2005 14:21 Onderwerp: Misbruik procesbevoegdheid |
|
|
Beste Studios en anderen,
Het gaat uiteindelijk over onrechtmatig procesgedrag of misschein wel normschending met als doel, voor de winnende procespartij, volledige vergoeding van proceskosten mits er aan een aantal voorwaarden is voldaan.
De vrijheid van procespartijen is uitgangspunt: partijautonomie is een van de fundamentele beginselen van procesrecht. Maar zoals in het burgerlijk recht vindt de vrijheid van de één uiteindelijk zijn grens in de bescherming van de ander a).
Je vraag wat er zou moeten gebeuren, welnu ik zie ik het als volgt:
Indien er gronden zouden zijn voor misbruik van procesrecht is de regel, zo niet altijd, dat leadens jegens gelaedeerde een onrechtmatige daad vormt. Volgens ex art. 162 BW is leadens schadeplichtig jegens gelaedeerde.
Of er bestaat wellicht een causaal verband tussen schade en het gevolg daarvan als ontrechtmatige handeling?
Weliswaar is het zo mocht gelaedeerde na twee feitelijke instanties en één fundamentele instanties zijn/haar gelijk halen dan vindt er proceskosten veroordeling plaats. In deze situatie moet de verliezende partij de kosten van de procedure betalen doch deze is niet kostendekkend, hieronder meer.
In Nederland is het in principe zo dat volledige juridische kosten van rechtbijstand niet wordt vergoed. Bij proceskosten veroordeling wordt dit middels een punten systeem voor elke gevoerde procedures bepaalt en vermenigvuldigd met het zgn. liquidatietarief tarief. Met dit systeem wordt door rechtbanken en hoven vastgesteld hoe hoog de te vergoeden proceskosten zijn.
Het "marktconforme" uurtarief wat de advocaten hanteren sluit niet aan op de tarieven welke rechtbanken en gerechtshoven hanteren.
Gelaedeerde/eiser is dus afhankelijk van een gunstige proceskostenveroordeling. Indien dit niet volledig wordt vergoed, kan slechts op basis van gegronde onrechtmatig procesgedrag een vordering tot schadevergoeding worden geeist.
De rechter is in principe vrij af te wijken van het liquidatietarief bij wijze van sanctie. 3)
Los van de vraag of er sprake is van onrechtmatig (procesgedrag) handelen van de tot proceskosten veroordeelde partij, biedt afwijking van het liquidatietarief een sanctie mogelijkheid tegen door de rechter afkeurenswaardig bevonden procesgedrag 1).
In de Parlementaire Geschiedenis wordt gesteld dat "(...) een volledige vergoedingsplicht (...) denkbaar [is] in "buitengewone omstandigheden"(...). Daarbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad 2)
Proceskosten veroordeling dekt nooit de werkelijk gemaakte juridische kosten. Zeker bij een procedure in drie instanties lopen de kosten erg hoog op.
Bij winst in de procedure en aantoonbaar misbruik van procesrecht zou via een separate procedure de meerdere kosten wegen onrechtmatige daad gevorderd kunnen worden.
Overigens zou een afzonderlijke procedure alleen zinvol kunnen zijn indien het om "zware" zaken gaat die hoge juridische kosten met zich mee hebben gebracht.
Kort en goed een eventuele procedure van misbruik van procesrecht wegens onrechtmatige daad zou alleen van toepassing kunnen zijn indien na drie (of na doorverwijzing ander hof na het arrest van de HR) "winst" in de procedure is.
Bij verlies kan er inderdaad nooit sprake zijn van onrechtmatig procederen. Of anders gezegd misbruik van proces bevoegdheid is afhankelijk van de uitkomst van de procedure. Daarmee ben ik het met je eens.
Zou niet iedere vorm van onrechtmatige daad onderzocht moeten worden ook als daar nog geen rechtgeschiedenis, literatuur of jurisprudentie over is?
Als leerstuk zou kunnen dienen de stelling:
Het gebruik van recht te procederen moet getoetst worden aan de hand van de vraag of de handelingen een redelijk belang heeft als later (winst procedure) bij evidente ongegrondheid van eis of verweer, bij nodeloosheid van de actie of in geval van kwade trouw (zie proefschrift R.J. Polak dat gebrek aan belang en het doel schaden in elkaar liggen besloten. R.J. Polak 1949, p 126 Of kortweg gezegd een kansloze vordering of verweer omdat eiser of verweerder wist of behoorde te weten dat de eis of verweer met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zou worden afgewezen.
Het gebruik tijdens het proces dienen (...) strenger normen van betamelijkheid te gelden dan die, welke in het maatschappelijke verkeer gesteld moet worden. (zie R.J. Polak 1941, p 790-792).
a) Bron: "De rechtsverhouding tussen procespartijen" Mr. drs. van der Wiel Kluwer`ISBN 90 13 01023 7
1) Recht en Praktijk 128 Kluwer hoofdstuk 5, p 329
2) zie Parl. Gesch. Wijz. Rv, p 36 (MvT Inv)
3) Zie hiervoor het arrest HR 3 april 1998 (Lindeboom/Beusmans), NJ 1998, 571 |
|
|
|
|
|
|
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|