Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Erik2703
Leeftijd: 55 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1
|
Geplaatst: do 25 apr 2013 15:34 Onderwerp: Finale kwijting |
|
|
Even in het kort : Ik ben vorig jaar ontslagen bij een werkgever, waarbij zijn argumenten voor ontslag teniet zijn gedaan. Echter, een verstoorde arbeidsrelatie heeft alsnog geleid tot beëindiging van mijn contract. In de ontslag-overeenkomst staat vermeld "finale kwijting". Nu heb ik ontdekt dat ik in principe nog recht zou hebben op reisuren (minimaal 1 per dag) over een periode van ruim 7 jaar , en is mijn vraag : Kan ik hier op de één of andere manier nog aanspraak op maken ? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: do 25 apr 2013 16:18 Onderwerp: |
|
|
Je hebt blijkbaar finale kwijting verleend, dus daar zal iedere vordering normaal gesproken op afstuiten.
Dat je nu past hebt ontdekt dat je nog ergens recht op hebt zal je niet veel helpen, want je had het voor zover ik begrijp veel eerder kunnen ontdekken als je beter had opgelet. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
marja.verstralen
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1100
|
Geplaatst: za 27 apr 2013 11:57 Onderwerp: |
|
|
Onduidelijkheden in de vaststellingsovereenkomst komen voor rekening van de werkgever. Zie http://www.akd.nl/nl/kennis/publicaties/finale-kwijting-finaal-gekweten
Is de reiskostenvergoeding in het overleg over de finale kwijting aan de orde geweest? Zo nee, dan maakt u er mogelijk nog aanspraak op. Ik vrees wel, dat het tot een rechtszaak moet komen. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 28 apr 2013 0:57 Onderwerp: |
|
|
marja.verstralen schreef: | Is de reiskostenvergoeding in het overleg over de finale kwijting aan de orde geweest? Zo nee, dan maakt u er mogelijk nog aanspraak op. Ik vrees wel, dat het tot een rechtszaak moet komen. |
Dit waag ik te betwijfelen. Zo'n optieregeling als waar de kantonrechter Amsterdam over oordeelde komt bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst normaal gesproken juist niet te vervallen (tenzij die regeling dat zelf bepaalt). Ik ben het eens dat een finale kwijting in beginsel geen betrekking heeft op zo'n regeling en dus uitdrukkelijk moet zijn besproken. Achterstallige (of te veel uitgekeerde) reiskostenvergoeding lijkt me daarentegen juist typisch iets dat wél onder een finale kwijting valt.
Dat onduidelijkheden in een finale kwijting voor rekening van de werkgever komen, zoals de kantonrechter lijkt te vinden, acht ik twijfelachtig. Overeenkomsten tussen werkgever en werknemer dienen net als andere overeenkomsten volgens de Haviltexnorm te worden uitgelegd (het is een beetje - maar niet helemaal - anders met CAO-teksten, maar daar gaat het hier niet om). Het gaat er dus om wat partijen bij het sluiten van de beëindigingsovereenkomst voor ogen stond. Het idee van een finale kwijting lijkt mij dat men in ieder geval van dit soort vorderingen tot uitbetaling van achterstallige vergoedingen en/of terugbetaling van te veel uitgekeerde vergoedingen af wil zijn. (Uit het hele verhaal blijkt overigens dat de kantonrechter inderdaad de Haviltexnorm toepast.)
Maar goed, het is in ieder geval een goed idee om de tekst van de finale kwijting erop na te slaan. Als reiskostenvergoedingen daarin staan vernoemd, is de zaak in ieder geval helder. Als niet, dan zou je wat kunnen proberen, maar steek er niet te veel tijd en geld in, want ik geef je niet veel kans. (Maar je kunt natuurlijk een kantonrechter treffen die er een potje van maakt en je gelijk geeft .)
Uit Hof Arnhem 22 februari 2011, LJN BP5301:
Quote: | 4.26 Tussen partijen is in geschil of [geïntimeerde] met deze bepalingen finale kwijting ten aanzien van zijn pensioenaanspraken heeft verleend aan Nijhuis Pompen.
De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen is geregeld (en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld) kan niet worden beantwoord op grond van alleen een taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers ook aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. In praktisch opzicht is de taalkundige betekenis die de bewoordingen waarin deze bepalingen zijn gesteld, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van dat geschrift vaak wel van groot belang.
4.27 Uit voornoemde bepalingen van de beide overeenkomsten, mede bezien in samenhang met de overige bepalingen uit de overeenkomsten, volgt naar het oordeel van het hof dat partijen met het sluiten van de overeenkomsten voor ogen stond aan alle onzekerheden, onder andere met betrekking tot vorderingen die zij over en weer op elkaar hadden, een einde te maken.
In de overeenkomst van 6 juli 2005 is in artikel 3 (zoals weergegeven in rechtsoverweging 3.6) bepaald dat geen eindafrekening van de arbeidsovereenkomst zal plaatsvinden omdat de afvloeiingsregeling die [geïntimeerde] ontvangt een all-in voorziening is. Naar het oordeel van het hof vallen hieronder ook de pensioenaanspraken van [geïntimeerde] nu deze onlosmakelijk zijn verbonden aan de arbeidsovereenkomst tussen partijen.
Voorgaande heeft ook te gelden voor artikel 4 uit de overeenkomst van 26 januari 2006, waarin finale kwijting is verleend voor alle verplichtingen die voortvloeien uit het dienstverband. Naar het oordeel van het hof zijn de pensioenaanspraken van [geïntimeerde] verplichtingen voor Nijhuis Pompen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.
4.28 Anders dan [geïntimeerde] betoogt volgt noch uit artikel 6:160 BW noch uit de Parlementaire Geschiedenis dat expliciet in de overeenkomst moet vastliggen dat partijen afwijken van dwingend recht. Aldus staat artikel 6:160 BW er niet aan in de weg dat partijen in de overeenkomsten van 6 juli 2005 en 26 januari 2006 finale kwijting, die mede ziet op de pensioenaanspraken van [geïntimeerde], overeengekomen zijn.
4.29 Derhalve hebben Nijhuis Pompen en [geïntimeerde] elkaar in de overeenkomsten van 6 juli 2005 en 26 januari 2006 in beginsel finale kwijting verleend ten aanzien van de pensioenaanspraken van [geïntimeerde]. |
Vervolgens oordeelt het Hof dat de finale kwijting ten aanzien van de pensioenaanspraken in strijd is met dwingend recht en daarmee (ook na een blik op art. 7:902 BW) nietig.
Overigens zou het mij op het eerste gezicht meer voor de hand hebben gelegen om te oordelen dat pensioenafspraken nu juist niet onder een finale kwijting vallen, want het is toch volstrekt normaal dat pensioenafspraken blijven bestaan na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Een finale kwijting lijkt me eerder bedoeld voor zaken die normaliter in de eindafrekening zouden worden meegenomen, maar die op dat moment bij de partijen nog niet bekend zijn, of waar de partijen het op dat moment nog niet over eens zijn. Om aan de onzekerheid over die eindafrekening een eind te maken zegt men: dit is de eindafrekening, hiermee beschouwen we de rest als afgedaan. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|