kampeerder
Leeftijd: 68 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 99
|
Geplaatst: do 16 sep 2010 16:25 Onderwerp: Opnieuw bezwaar na uitspraak Raad van State |
|
|
Het gaat hier om bouwen.
Een projectontwikkelaar dient een bouwvergunning in om op een camping 34 grote chalets te bouwen.
Door ons wordt een bezwaarprocedure gestart tegen het verlenen van de vergunningen.
Overigens is de gehele procedure tot aan de Raad van State door ons zelf gevoerd. Er is geen advocaat aan te pas gekomen.
In ons bezwaar voeren wij, op basis van jurisprudentie, aan dat de chalets geen stacaravans zijn, doch recreatiewoningen. In het bestemmingsplan is het aantal recreatiewoningen op het terrein gelimiteerd. Wij stellen dat er dan ook een vrijstellingsprocedure ex art 19, lid 1 WRO (oud) gevolgd moet worden.
Tegelijkertijd wordt een VoVo gevraagd.
De voorzieningenrechter spreekt uit dat de betreffende bouwsels inderdaad recreatiewoningen zijn.
De bezwaarcommissie veegt de uitspraak van de voorzieningenrechter van tafel en adviseert het bezwaar ongegrond te verklaren.
Vervolgens gaat B&W contrair en trekt de bouwvergunningen alsnog in.
De projectontwikkelaar gaat in beroep.
De bestuursrechter bevestigd de uitspraak van de voorzieningenrechter voor wat betreft het feit dat de chalets recreatiewoningen zijn, maar verklaart het beroep gegrond vanwege het feit dat niet B&W, maar de gemeenteraad bevoegd is om op het vrijstellingsverzoek een beslissing te nemen.
De bestuursrechter draagt B&W op alsnog een formeel juist besluit op de vrijstelling ex art 19, lid 1 WRO te nemen.
B&W neemt een nieuw, inhoudelijk niet gewijzigd besluit.
De projectontwikkelaar gaat in hoger beroep bij de RvS.
Daarvoor dient de projectontwikkelaar bezwaar in tegen het (nieuw) genomen besluit inzake de vrijstelling.
De bezwaarcommissie besluit, na enig gesteggel tijdens de zitting, de bezwaarprocedure te schorsen tot 6 weken na de uitspraak van de RvS.
De zitting bij de RvS is kort. De uitspraak is er binnen twee weken en is zo mogelijk nog korter.
De chalets zijn recreatiewoningen. Het aantal recreatiewoningen volgens het bestemmingsplan wordt met de bouw van de chalets overschreden. Einde verhaal.
De RvS geeft in haar uitspraak aan dat, gelet op art 6:24, in samenhang met 6:18, lid 1 en 6:19, lid dat het nieuwe vrijstellingsbesluit in het geschil betrokken is.
De bezwaarcommissie gaat binnenkort het bezwaar tegen het nieuwe vrijstellingsbesluit alsnog behandelen.
Mijn vraag in deze is.
Volgens mij is er in het geheel geen zaak meer. De RvS heeft namelijk in haar uitspraak aangegeven dat het nieuwe besluit onderdeel is van haar uitspraak.
Kan ik, ter zitting, betogen dat de bezwaarcommissie, in casu B&W niet bevoegd is van het bezwaar kennis te nemen en zij dientengevolge geen uitspraak kan en mag doen?
Wat is de juiste juridische grondslag daarvoor?
Of heeft de projectontwikkelaar wel een mogelijkheid om in bezwaar te gaan tegen het nieuwe besluit.
De uitspraken van de Rechtbank en RvS zijn:
LJN BC3318 (VoVo)
LJN BK 7197 (rechtbank)
LJN BN 3185 (RvS) |
|