Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Nautilus
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR
Berichten: 8
|
Geplaatst: di 15 jul 2008 3:57 Onderwerp: Voordeelstoerekening/matiging schadevergoeding |
|
|
Ik heb de volgende vraag. Het antwoord is misschien eenvoudiger dan ik denk, toch kom ik er niet uit.
Casus:
Door een fout van B wordt schade aangebracht aan de pijpleiding van A. Deze leiding heeft een technische levensduur van 80 jaar, is inmiddels 40 jaar in gebruik, en een vervangende leiding zou 1 miljoen euro kosten. Aangesproken tot schadevergoeding verweert B zich door te stellen dat hij slechts voor 500.000 euro aanspreekbaar is, aangezien A bij vervanging een voordeel geniet nu deze al veertig jaar in gebruik is. Is deze stelling juist?
Ik denk zelf dat de stelling niet juist is, nu bij zaakschade vaak de abstracte wijze van schadevergoeding de norm is. |
|
|
|
 |
Nautilus
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR
Berichten: 8
|
Geplaatst: di 15 jul 2008 6:34 Onderwerp: |
|
|
Hm, in HR Staat/Knebel zijn wel regels te vinden, maar die gaan enkel om de schadevergoeding wanneer herstel nog mogelijk is. In dat geval bestaat de vermogensschade uit de kosten van herstel; de waardevermindering na herstel wordt van deze kosten afgetrokken, en zo houdt men het bedrag aan te vorderen schadevergoeding over.
Ik denk niet dat die regel analoog op de situatie waarbij slechts vervanging mogelijk is, kan worden toegepast. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: di 15 jul 2008 12:00 Onderwerp: |
|
|
Als je uitgaat van vergoeding van de vermogensschade (art. 6:95 BW), dan moet je strikt genomen kijken naar wat A nu heeft en wat A zou hebben gehad zonder de onrechtmatige daad. Het verschil is een pijpleiding die nog 40 jaar mee kon. Wat is daar de waarde van? Als een ruwe schatting zou je inderdaad op 500.000 euro uit kunnen komen. (Lijkt mij dat je eigenlijk moeilijk moet doen met contante waardeberekeningen en dergelijke, maar dat laten we nu maar zitten.)
(Als de kosten van reparatie onder dat bedrag liggen, dan is het eenvoudiger, want dan betaalt B gewoon de kosten van reparatie, met evt. een correctie voor waardevermindering als in Staat/Knebel. Maar in dit geval lijkt reparatie hetzij fysiek hetzij economisch onmogelijk te zijn.)
Ik kom dus niet uit op voordeelstoerekening, omdat ik niet kijk naar wat het kost om A in dezelfde fysieke toestand te brengen waarin hij zich zou hebben bevonden zonder de onrechtmatige daad, maar alleen naar wat het kost om A in dezelfde vermogenspositie te brengen.
Nu kan ik me voorstellen dat het gemis aan pijpleiding voor A weer extra kosten oplevert. Misschien gaat zijn bedrijf wel failliet als hij de pijpleiding niet vervangt. Dan zou B in principe ook voor die schade moeten opdraaien, laten we zeggen nog een miljoen euro (totaal 1,5 miljoen). Dan wordt het opeens economisch verstandiger om de pijpleiding te vervangen (1 miljoen vs. 1,5 miljoen), net zoals reparatie economisch verstandiger kan zijn dan het vergoeden van de dagwaarde. In dat geval ligt het m.i. voor de hand om B te laten opdraaien voor de kosten van vervanging van de pijpleiding (want dat is goedkoper dan vergoeding van de dagwaarde plus de schade van het faillissement).
Nu rijst het probleem of je voordeelstoerekening moet toepassen. A heeft inderdaad het voordeel dat de nieuwe pijpleiding langer meegaat dan de oude pijpleiding. Maar een beroep op voordeelstoerekening door B komt eigenlijk neer op een beroep door B op ongerechtvaardigde verrijking van A. Ik heb het idee dat zo'n beroep hier niet opgaat. B heeft schuld en A heeft er niet voor gekozen om zijn geld nu al uit te geven i.p.v. over 40 jaar. Mijns inziens moet B nu gewoon de volledige 1 miljoen euro betalen. (Maar dit is dus in het scenario dat de pijpleiding economisch gezien vervangen moet worden omdat de totale schade anders nog groter wordt.)
Wat betreft wel/geen beroep op voordeelstoerekening / ongerechtvaardigde verrijking bij vervanging, dat doet me denken aan het Quelle-arrest. Het HvJ EG zag geen plaats voor ongerechtvaardigde verrijking bij late vervanging van een (niet-conform) product. Een heel andere situatie, maar er is een parallel te trekken. (En interessant dat het HvJ EG zich zo duidelijk over privaatrechtelijke rechtsfiguren uitlaat.) _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|