Eénzijdige aanvraag gezamenlijk gezag... niemand?

[Mini]

De vraag: Hoe moet iemand het gezamelijk gezag voor zijn kind (ruim 2 jaar) aanvragen als de moeder geen medewerking verleend.

De situatie: Moeder heeft geen vaste woon of verblijfplaats -ook geen werk- , woont met het kind (dat nergens ingeschreven staat!) bij haar nieuwe vriend en heeft inmiddels een baby van deze nieuwe vriend.

De vader van het kind heeft zijn kind destijds erkend (het heeft ook zijn achternaam) maar heeft van de moeder nooit medewerking gekregen om het gezamenlijk ouderlijk gezag te regelen. De moeder wenste "de touwtjes in handen te houden' en maakt hier volop misbruik van.
De vader heeft een vaste relatie (samenlevingscontract), vaste baan, eigen huis, wil goed voor zijn kind zorgen... maar de biologische moeder geeft hem het kind alleen maar mee als ze daar zin in heeft.
Het gaat overigens helemaal niet zo goed met de ontwikkeling van het kind. De moeder laat al enkele weken helemaal niet meer van zich horen aan de vader, reageert ook niet op berichtjes en neemt de telefoon niet op.
Ze heeft weer eens zo'n bui en ook dat is erg slecht voor het kind.

Kortom, er moet zo snel mogelijk iets gebeuren.
De vader wil nu, omdat de moeder hier niet aan meewerkt, alléén het gezamenlijk ouderlijk gezag aanvragen.
Nu heb ik hierover het volgende gevonden bij Postbus 51: "Wanneer de moeder weigert het formulier te ondertekenen, kan de vader van het kind de kantonrechter verzoeken hem met het (gezamenlijk) ouderlijk gezag over het kind te belasten".

Het aanvraagformulier voor het aanvragen van gezamenlijk gezag is via Postbus 51 te downloaden, maar dit formulier gaat helemaal uit van een situatie waarbij de beide biologische ouders de aanvraag indienen.
Kan dit formulier ook gebruikt worden bij het eenzijdig aanvragen van gezamenlijk gezag of kan ik ergens anders een aanvraagformulier voor deze aanvraag vinden?

Heeft iemand enig idee wat het beste gedaan kan worden onder deze omstandigheden?

[Mini]

Is er niemand die hier iets over kan vertellen?

[LeChat]

Of er een formulier voor is, weet ik zo 1,2,3 niet. Hij moet zich dan tot de kantonrechter wenden met een verzoekschrift. Kijk even op www.rechtspraak.nl in het Procesreglement familierecht rechtbanken, misschien staat daar e.e.a. in over de vereisten van dit specifieke verzoekschrift.

Ook een optie (misschien):
- Alléén gezag aanvragen: Zie art. 1:253c BW. De tot het gezag bevoegde vader van het kind, die nooit het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, kan de kantonrechter verzoeken hem met het gezag te belasten. De Ktr zal dit verzoek (wanneer zoals hier de moeder het gezag uitoefent) slechts inwilligen als hij dit in hetbelang v/h kind wenselijk acht.
_________________
Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen.

[Mini]

[phoxy84]

Gezamenlijk gezag brengt voor de niet-ouder dezelfde gezagsrechten en -plichten met zich mee als voor de ouder(s). Hij of zij is dan in alle opzichten verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind.

De vader van het kind is in ieder geval:
• de echtgenoot van de moeder, als de moeder wanneer het kind wordt geboren, getrouwd is;
• de man die het kind heeft erkend of geadopteerd.
• de man wiens vaderschap door de rechter is vastgesteld.
De niet-ouders zijn de partner van een van de ouders of de voogd(en).

Voorwaarden
• Het verzoek moet door beide ouders gezamenlijk worden gedaan (beide ouders moeten het formulier ondertekenen)  *NJ 2005/485;
• De ouders zijn meerderjarig. Soms kan de moeder als zij ouder is dan 16 jaar, maar jonger dan 18 jaar meerderjarig worden verklaard;
• De vader heeft het kind erkend;
• De ouders zijn niet met elkaar getrouwd en zijn ook nooit met elkaar getrouwd geweest;
• Beide ouders zijn bevoegd tot het uitoefenen van gezag;
• Een van de ouders moet op het moment dat het verzoek wordt gedaan alleen het gezag al hebben;
• Geen van de ouders is ontheven of ontzet uit het gezag;
• De ouders hebben niet al eerder een aantekening voor hetzelfde kind laten maken in het gezagsregister.

*De in artikel 1:252 BW besloten liggende regel dat de rechter het gezamenlijk gezag over een kind van ouders die niet met elkaar getrouwd zijn geweest en die nimmer het gezamenlijk gezag over hun kind hebben uitgeoefend, slechts op gezamenlijk verzoek van de ouders en niet enkel op verzoek van de vader kan toekennen, is een ongeoorloofde beperking van het door artikel 6 lid 1 EVRM aan de vader gegarandeerde recht op toegang tot de rechter ter vaststelling van zijn aan artikel 8 lid 1 EVRM ontleende aanspraak op bescherming van zijn recht op “the exercise of parental rights”. Dit leidt ertoe dat in overeenstemming met artikel 6 lid 1 EVRM artikel 2:253c lid 1 BW aldus moet worden uitgelegd dat de vader niet alleen om toekenning van eenhoofdig, maar ook van gezamenlijk gezag over het kind kan verzoeken, en dat artikel 1:253e BW aldus moet worden uitgelegd dat, indien het verzoek van de vader ingevolge artikel 1:253c lid 1 tot toekenning van gezamenlijk gezag over het kind moet worden ingewilligd, dit tot gevolg heeft dat, indien de moeder het gezag tot dusverre alleen uitoefende, zij dit voortaan gezamenlijk met de vader uitoefent.

Uit ‘Kamerstukken II, vergaderjaar 2001-2002, 27 047, nr. 12, p. 1, 2’ blijkt dat:
‘Het hangt nogal van de omstandigheden van het geval af welke belangen zullen prevaleren. Om dan wettelijk te bepalen dat aan de erkenning automatisch gezag wordt verbonden gaat mij te ver. Ik zou het bij de huidige situatie willen laten, waarin naar gelang van de omstandigheden de ouders beslissen tot aantekening van gezamenlijk gezagsuitoefening in het gezagsregister.’
De staatssecretaris sprak zich aldus uit tegen het automatisch verbinden van het gezag aan de erkenning, gelet op de uiteenlopende belangen van de erkenner, het kind, en de moeder bij de uitoefening van het gezag.

Het is dus mogelijk voor een vader om het gezamenlijk gezag te verzoeken ook al verzet de moeder zich er tegen. Het verzoek zal vaak worden ingewilligd tenzij het belang van het kind dit niet wenselijk oordeelt (1:253c lid 2 BW).
Belang van het kind:
Gerechtshof Arnhem
22 maart 2005, nr. 2004/919, LJN-nr. AT2560
• moeizame verstandshouding tussen de vader er de moeder  kan weerslag hebben op relatie moeder en kind;
• HR: ‘voor uitoefening van gezamenlijk gezag is vereist dat beide ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijk gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans in staat zijn afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen, zodanig dat het kind niet klem of verloren raakt tussen de ouders’;
• gehanteerde maatstaf voor eenhoofdig ouderlijk gezag: ‘of een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren dreigt te geraken in de communicatiestoornissen tussen de ouders en er geen uitzicht op bestaat dat die situatie op afzienbare termijn verbetert’, en;
• ‘of sprake is van andere mogelijke gevolgen van de verzochte gezagswijziging van het eenhoofdig ouderlijk gezag in het gezamenlijk ouderlijk gezag die al dan niet in het belang van het kind wenselijk kunnen zijn;
• met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is te voorzien door de moeder dat de bestaande communicatieproblemen zullen blijven bestaan, en voorziet geen enkele oplossing;
• Als tegen de wil van de moeder het gezamenlijk gezag zou worden opgelegd, dan zou dat de communicatie tussen partijen alleen maar doen verslechteren en dat zou vervolgens weer zijn weerslag hebben op het kind.

Hoge Raad
NJ 1998/164
• bieden van veiligheid, stabiliteit en continuïteit. Mate van betrokkenheid en opvoedkwaliteiten.

Competentie:
Moet de vader voor het aanvragen van omgang en gezag zich wenden tot de kantonrechter als door de moeder al een procedure voor alimentatie bij de rechtbank is ingesteld?
Hof Arnhem
LJN: AV3156
• Vader verzoek bij kantonrechter?  kwestie betreft sectorcompetentie binnen de rechtbank en doet niet af dat de rechtbank, overeenkomstig de hoofdregel van 42 Wet RO, absoluut bevoegd is van het verzoek kennis te nemen.
 1:253c; verzoek van vader betreffende ouderlijk gezag bij kantonrechter
 42 Wet RO; rechbank bevoegd bij burgerlijke zaken behoudens bij de wet bepaalde uitzonderingen.