De column van Micha Wertheim, zoals uitgesproken in Spijkers met Koppen van zaterdag 14 januari.
Afganistan
Er is, tot mijn grote teleurstelling onduidelijkheid ontstaan omtrent het standpunt dat ik eerder heb ingenomen inzakken het al dan niet uitzenden van 12.000 Nederlandse militairen naar Uruzgan in Afghanistan. Omdat ik hecht aan transparantie, heb ik besloten een verklaring op te stellen waarin ik nogmaals mijn motivatie kenbaar zal maken. Omdat ik van mening ben, dat het van essentieel belang is, dat u weet wat mijn bedoelingen waren toen ik mij eerder uitsprak over deze kwestie, lijkt het mij niet meer dan passend opnieuw aan te geven wat de lading is van de argumenten zoals ik die eerder uiteen heb gezet. Voor ik echter toekom aan deze uiteenzetting, wil ik met kracht benadrukken dat het mij in deze niet gaat om een politiek spelletje, maar om het verschaffen van de broodnodige duidelijkheid waar vooral ook onze troepen recht op hebben. Alleen dan kunnen we het mandaat creëren waar deze situatie om vraag. Ik wil mij dan ook geen sinds verschuilen achter ambtelijk jargon of linguïstiesche spelletjes. Temeer ook omdat ik er van doordrongen ben dat een dergelijk schimmenspel slechts de duidelijkheid zou maskeren waar nu behoefte aan is. Die Duidelijkheid wil ik u graag verschaffen. En ik kan u nu al vertellen dat wat ik ga zeggen volkomen overeenkomt met het standpunt dat ik in december vorig jaar heb betrokken. Laat ik daar duidelijk over zijn. Dat daar verder geen misverstand over bestaat.
Zoals sommigen van u wellicht weten heb ik mij een paar maanden geleden uitgesproken over een eventuele deelname van Nederlandse troepen aan de zogenaamde ISAF missie in het zuiden van Afghanistan. Die uitspraken toen, waren een constructieve poging richting te geven aan een debat, dat naar mijn inzien gevoerd moet worden door de partijen die bij dat debat betrokken zijn.
Mijn uitsprak toen, moet dan ook in dat licht worden beschouwd. Al wens ik opnieuw te benadrukken dat wat ik toen gezegd heb, en de oplettende luisteraar weet dat, op geen enkel punt afwijkt van het standpunt zoals ik dat nu verdedig en zal blijven verdedigen.
Door een voornemen te bepalen heb ik een richting uit willen zetten die uiteindelijk moet lijden tot een standpunt dat kan rekenen op een breed draagvlak bij de bevolking, temeer omdat ik hecht aan een degelijk draagvalk omdat mijns inziens alleen wanneer dat draagvlak ontstaat we over een platform beschikken dat krachtig genoeg is om de consequenties te dragen die onlosmakelijk verbonden zijn met het nemen van een beslissing van een degelijke importantie.
En ik ben er dan ook van overtuigt dat een ieder begrijpt waarom ik destijds de positie heb betrokken die ik nu opnieuw verdedig. Het gaat namelijk om de inhoud, laat ik daar duidelijk over zijn. Er zit geen enkel licht tussen mijn voornemen toen, en het besluit zoals dat nu op tafel licht.
Juist omdat dit niet het moment is voor procedurele spelletjes, wil ik ook anderen die zich uitspreken over dit met importantie beladen dossier, verzoeken zich net als ik niet te verschuilen achter Haags jargon, maar te streven naar een constructieve dialoog waar de collectiviteit mee verder kan.
Laten we onszelf daarom niet voor de gek houden. Dit is een belangrijk onderwerp. Het vraagt van ons dat we er zorgvuldig mee omgaan. En zorgvuldigheid betekent duidelijkheid. Wanneer het aan die duidelijkheid ontbreekt, ondermijnt dat het vertrouwen.
Dus als u mij nu op de man af vraagt: Moet Nederland een bijdrage leveren aan de ISAF-missie. Dan zeg ik u nu, zoals ik dat ook al eerder heb gezegd:
Dat het geven van een antwoord op die vraag, de kern is, van waar het hier om gaat.
|