Hi!
Ik loop ergens tegenaan en misschien kan iemand helpen. O.g.v. artikel 1056 Rv kan er door een scheidsgerecht (arbiter) een dwangsom opgelegd worden wanneer een gewone rechter deze ook kan opleggen (1065 Rv jo. 611d Rv). Uit hetzelfde artikel blijkt dat een voorzieningenrechter deze dwangsom kan opheffen, opschorten of verminderen.
In de casus waar ik mee bezig ben is een dwangsom opgelegd bij arbitraal vonnis en heeft een voorzieningenrechter d.m.v. een beschikking de dwangsom opgeschort.
O.g.v. 1070 Rv staat er tegen beschikkingen van de voorzieningenrechter van de rechtbank geen voorzieningen open. In tekst & commentaar staat echter dat tegen een beschikking op de voet van art. 1056 ook wel eens verdedigd wordt dat hiertegen wél hoger beroep openstaat omdat tegen een beslissing tot opheffing, opschorting en vermindering op de voet van art. 611d ook hoger beroep openstaat.
Nu is over dit laatste punt weinig te vinden. Iemand ideeën hoe je zou kunnen beargumenteren dat er wel degelijk beroep openstaat tegen een beschikking door de voorzieningenrechter o.g.v. 1056 Rv jo. 611d Rv? Bedankt!
|