Het is de rechter die de bewinvoerder benoemt. Hij volgt hierbij de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende (je moeder), tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten (art. 1:435 lid 3 BW).
Als lid 3 niet wordt gevolgd, wordt bij voorkeur een partner, kind of broer of zus benoemd (art. 1:435 lid 4 BW).
Het lijkt me dat een enkel "ik vertrouw hem niet" onvoldoende is om de benoeming van de voorgedragen persoon te kunnen blokkeren.
|