In artikel 6. EVRM is opgenomen dat iedereen recht heeft op een onafhankelijke en onpartijdige behandeling van zijn zaak. Regelmatig wordt in procedures voor
voor het Europees Hof gesteld dat de positie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet altijd aan dit rechtsbeginsel voldoet. Welke argumenten wordt hiervoor gehanteerd?
Weet iemand een antwoord hierop?
Laatst aangepast door visueelcontact*; op di 12 apr 2011 20:12, in totaal 1 keer bewerkt
|