Stel, de raad stelt een bestemmingsplan vast dat de bouw van windmolens mogelijk maakt. Een burger gaat tegen dat vaststellingsbesluit in beroep en verzoekt hangende die procedure om een VoVo. In mijn ogen kan die niet toewijsbaar zijn omdat niet voldaan wordt aan de eis van spoedeisendheid:
* de enkele vaststelling van het bestemmingsplan maakt het nog niet mogelijk om windmolens te plaatsen (er is nog geen omgevingsvergunning voor bouwen en milieu aangevraagd dus er wordt geen besluit uitgevoerd);
* er kan dus geen sprake zijn van uit het besluit voortvloeiende gevolgen die de belangen aantasten;
* zijn deze gevolgen er al (het ontstaan van een recht omdat de omgevingsvergunning voor wat betreft bouwen een gebonden beschikkign is?) dan treden die pas in werking als de omgevingsvergunning is verleend en er gebouwd kan worden;
Toch twijfel ik, in de meeste gevallen (94% las ik) wordt de spoedeisendheid wel aangenomen maar ik zie hem hier oprecht niet. Zie ik iets over het hoofd?
|