Goedendag dames en heren,
Voor komend tentamen verbintenissenrecht A moet ik begrijpen hoe het afbreken van onderhandelingen in de precontractuele fase gaat. Daarbij moet ik de volgende arresten kennen: HR Plas/valburg, HR De Ruiterij/MBO, HR X/Shell Nederland BV en HR CBB/JPO.
Het probleem is dat ik de arresten wel begrijp, maar dat ik ze niet in samenhang kan toepassen. Als ik een casus erover krijg met de vraag: Tot welke oplossing zal de rechter in dit geval komen? Dan heb ik echt geen idee hoe ik nou moet beginnen.
Heeft iemand iets van een een schema van welke vragen ik af moet werken?
Grtz Maarten
|