Met "geen van beide partijen" bedoel je natuurlijk je dochter en haar partner. Die vormen samen niet beide partijen, maar één partij, nl. de koper.
Het lijkt mij dat zij voor een beroep op de ontbindende voorwaarde een bankverklaring moeten kunnen overleggen waaruit blijkt dat zij op basis van hun gezamenlijke inkomen de financiering niet rond kunnen krijgen.
Nu zal een bank wel eerder geneigd zijn om een hypotheek te weigeren wanneer het stel aangeeft al uit elkaar te zijn, maar formeel lijkt mij dat eigenlijk niet een geldige grond om financiering te weigeren. Uiteindelijk zijn beide kopers aansprakelijk voor de betaling van de hypotheek en loopt de bank niet meer risico dan wanneer beide kopers (nog) niet uit elkaar zijn.
|