Beschikkingsonbevoegdheid pandgever
Selecteer berichten van
# tot #
Afdrukken

Rechtenforum.nl -> Civiel recht

#1: Beschikkingsonbevoegdheid pandgever Auteur: D.A.R.R.Y.L. BerichtGeplaatst: ma 05 mrt 2007 17:15
    —
Stel: A verpand tweemaal zijn auto stil aan resp. B en C.
Als we even Pitlo volgen, dan kan het tweede stil pandrecht rechtsgeldig gevestigd worden omdat A nog steeds eigenaar is gebleven van de auto. Natuurlijk geldt de nemo plus regel, maar mij is een beetje onduidelijk waarom dit betekent dat A ten tijde van de vestiging van het tweede pandrecht beschikkingsonbevoegd was? Deze constructie gebruik je dan weer om eventueel art. 3:86 lid 2 toe te kunnen passen ten faveure van C.

Maar als je zegt dat A een geldig tweede pandrecht kan vestigen, hoe kan A dan ooit als beschikkingsonbevoegde bestempeld worden? Voor de rechtsgeldige vestiging heb je ex 3:98 jo. 3:84 lid 1 toch juist ook beschikkingsbevoegdheid nodig??? Hoe kan een tweede pandhouder zich dan ooit beroepen op art. 3:86 lid 2???? Of is art. 3:86 lid 2 van toepassing als er een eerder beperkt recht op een roerende zaak rust, ongeacht de b.o.b. van de eigenaar? Ik zou denken dat om aan de toepassing van art. 3:86 lid 2 toe te komen er sprake diende te zijn van beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder/vestiger?

Iemand een helder idee?

Dank en groet,
Ramon

#2: Re: Beschikkingsonbevoegdheid pandgever Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: di 06 mrt 2007 17:52
    —
D.A.R.R.Y.L. schreef:
Stel: A verpand tweemaal zijn auto stil aan resp. B en C.
Als we even Pitlo volgen, dan kan het tweede stil pandrecht rechtsgeldig gevestigd worden omdat A nog steeds eigenaar is gebleven van de auto. Natuurlijk geldt de nemo plus regel, maar mij is een beetje onduidelijk waarom dit betekent dat A ten tijde van de vestiging van het tweede pandrecht beschikkingsonbevoegd was?

A kan zonder probleem een tweede pandrecht vestigen op het reeds bezwaarde goed. Hij is niet meer beschikkingsbevoegd om een (tweede) pandrecht te vestigen op het onbezwaarde goed.

Quote:
Deze constructie gebruik je dan weer om eventueel art. 3:86 lid 2 toe te kunnen passen ten faveure van C.

A heeft kennelijk aangegeven dat hij C een pandrecht heeft verleend op het onbezwaarde goed (zie art 3:237 lid 2 BW). Dan kan C een beroep doen op derdenbescherming.

Helpt dit?



Rechtenforum.nl -> Civiel recht

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Pagina 1 van 1

© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl