Cliënt werkt bij een beveiligingsdienst. Hij is door zijn manager aangesproken op zijn scheergedrag. Cliënt is drager van een stoppelbaard en heeft aangegeven dat dit zeer privé is ( gebaseerd op het grondrecht persoonlijk levenssfeer). Volgens manager is de noodzaak om geschoren te zijn: ten eerste representatief en ten tweede uitoefening brandweertaak m.b.t. dragen van ademluchtbescherming.
Er is in zijn functioneringsgesprek door manager geëist dat hij zich hieraan houdt en wordt hier ook op beoordeeld.
Overigens geeft cliënt aan dat zijn collega's met andere uiterlijkheden, zoals het opzichtig dragen van sieraden niet aangesproken worden. Hij voert hier willekeur mee aan van de werkgever.
Mijn vraag: hoe kan dit gestuurd worden zonder uit te komen op verstoord arbeidsverhouding? En zijn er nog tips wat cliënt nog kan doen?
|