Content Syndication
|
|
|
|
|
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Laurens02
Leeftijd: 36 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 467
|
Geplaatst: wo 20 aug 2008 16:43 Onderwerp: Omslag bij hoofdelijkheid |
|
|
Tijdens een stage liep ik tegen het volgende (hypothetische) probleem op.
Bij hoofdelijk verbonden schuldenaren geldt dat de aangesproken schuldenaar (A) die de schuld niet aangaat, regres heeft op de schuldenaren (B) die de schuld wel aangaat (6:10 BW). Bieden deze schuldenaren geen of onvoldoende regres, en blijkt de omslag van artikel 6:13 lid 1 (deels) vruchteloos, dan kan de aangesproken schuldenaar A het onverhaalbare deel naar evenredigheid omslaan over alle schuldenaren die de schuld niet aangaat, dat zijn A, D en E.
Tot zover geen probleem. Als je het nog volgt.
Nu biedt D in het voorbeeld geen verhaal voor zijn aandeel in de omslag. Dit zou betekenen dat A 2/3 deel van de som heeft betaald, en E slechts zijn eigen aandeel. Dit is niet in lijn met wat de regeling lijkt na te streven (namelijk: verdeling van de "pijn" van insolventie over alle medeschuldenaren), maar m.i. wel wat de wettelijke bepaling biedt.
De diverse handboeken (Asser, Pitlo, Mon.NBW) bieden hierover geen soelaas. Ook in de parlementaire geschiedenis lijkt dit punt niet terug te komen. Mijn laatste hoop is gevestigd op het INSOLAD jaarboek 2001, dat vooralsnog niet tot mijn beschikking staat.
Heeft iemand over dit (zwaar theoretische maar praktisch zeker niet uitgesloten) vraagstuk een verhelderende gedachte? |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: wo 20 aug 2008 19:27 Onderwerp: Re: Omslag bij hoofdelijkheid |
|
|
Laurens02 schreef: | Bij hoofdelijk verbonden schuldenaren geldt dat de aangesproken schuldenaar (A) die de schuld niet aangaat, regres heeft op de schuldenaren (B) die de schuld wel aangaat (6:10 BW). Bieden deze schuldenaren geen of onvoldoende regres, en blijkt de omslag van artikel 6:13 lid 1 (deels) vruchteloos, dan kan de aangesproken schuldenaar A het onverhaalbare deel naar evenredigheid omslaan over alle schuldenaren die de schuld niet aangaat, dat zijn A, D en E. |
Stel A, B, D en E zijn hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld van 300 euro. In de onderlinge verhouding is B aansprakelijk voor het gehele bedrag, en A, D en E in het geheel niet. A wordt aangesproken en voldoet het volledige bedrag. B biedt geen verhaal.
Nu biedt art. 6:13 lid 1 BW geen oplossing en moet je inderdaad naar art. 6:13 lid 2 BW kijken. Gezien de hoofdelijke aansprakelijkheid zijn A, D en E in de externe verhouding voor gelijke delen aansprakelijk, dus A kan 100 euro op D en 100 euro op E verhalen. Maar nu biedt D dus ook geen verhaal.
Ik neem aan dat je nu art. 6:13 lid 2 zo mag toepassen dat je D onder de medeschuldenaren schaart op wie geen verhaal mogelijk is, zodat A en E overblijven en A 150 euro op E kan verhalen. Maar helemaal duidelijk is dit inderdaad niet.
Je zou bijv. kunnen vergelijken met het geval waarin D voor 1 euro aansprakelijk zou zijn. Als B en D dan geen verhaal bieden, dan volgt uit art. 6:13 lid 2 BW direct dat A 150 euro op E kan verhalen. Je zou kunnen stellen dat het niet veel mag uitmaken of D nu voor 1 euro of voor 0 euro aansprakelijk is. Dat lijkt een sterk argument vóór de bovenstaande uitleg van art. 6:13 lid 2, maar of dat argument echt zo sterk is vraag ik me af. Immers, als D voor 1 euro aansprakelijk is, B geen verhaal biedt, maar D wel, dan kan A op grond van art. 6:13 lid 1 BW de volledige 300 euro op D verhalen! Dus het verschil tussen 1 euro en 0 euro kan wel degelijk een grote impact hebben.
Dus ik twijfel. Ik houd het er voorlopig op dat A 150 euro op E kan verhalen, maar of dit klopt weet ik niet.
Iets anders: jij schrijft " de aangesproken schuldenaar (A) die de schuld niet aangaat". Ik wilde dat bijna corrigeren tot "wie", maar "die" is gewoon juist. Het woord "die" vervult namelijk de rol van lijdend voorwerp (want het is ook "dat gaat hen niets aan") en "wie" kan hier alleen als meewerkend voorwerp. Nu wist jij dat natuurlijk al, maar hoe nu art. 6:13 lid 2 BW te verklaren?
art. 6:13 lid 2 BW schreef: | Werd de schuld geheel of gedeeltelijk gedelgd ten laste van een hoofdelijke schuldenaar wie de schuld zelf niet aanging en blijkt op geen van de medeschuldenaren wie de schuld wel aanging verhaal mogelijk, dan wordt het onverhaalbaar gebleken deel over alle medeschuldenaren wie de schuld niet aanging, omgeslagen naar evenredigheid van de bedragen waarvoor ieder op het tijdstip van de delging van de schuld jegens de schuldeiser aansprakelijk was. |
_________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
Freak
Leeftijd: 39 Geslacht: Sterrenbeeld:
Berichten: 183
|
Geplaatst: wo 20 aug 2008 22:35 Onderwerp: Re: Omslag bij hoofdelijkheid |
|
|
bona fides schreef: | Iets anders: jij schrijft " de aangesproken schuldenaar (A) die de schuld niet aangaat". Ik wilde dat bijna corrigeren tot "wie", maar "die" is gewoon juist. Het woord "die" vervult namelijk de rol van lijdend voorwerp (want het is ook "dat gaat hen niets aan") en "wie" kan hier alleen als meewerkend voorwerp. Nu wist jij dat natuurlijk al, maar hoe nu art. 6:13 lid 2 BW te verklaren? |
Ik denk dat dit komt doordat die naar een specifiek persoon verwijst, terwijl wie verwijst naar iemand die op het moment van schrijven nog niet bekend is (zo lees ik de definitie van het woord 'wie' tenminste'). |
|
|
|
|
Laurens02
Leeftijd: 36 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 467
|
Geplaatst: do 21 aug 2008 9:59 Onderwerp: Re: Omslag bij hoofdelijkheid |
|
|
bona fides schreef: |
Ik neem aan dat je nu art. 6:13 lid 2 zo mag toepassen dat je D onder de medeschuldenaren schaart op wie geen verhaal mogelijk is, zodat A en E overblijven en A 150 euro op E kan verhalen. |
Dat klinkt inderdaad tamelijk aannemelijk, maar druist in tegen de terminologie van het tweede lid: "blijkt op geen van de medeschuldenaren wie de schuld wel aanging". Even het wie/die-verhaal daar gelaten
bona fides schreef: | Je zou kunnen stellen dat het niet veel mag uitmaken of D nu voor 1 euro of voor 0 euro aansprakelijk is. |
Bedoel je aansprakelijk zijn of verhaal bieden? De oorspronkelijke externe aansprakelijkheid bepaalt voor het tweede lid de verdeling van de omslag: is de verdeling A 300, D 1 en E 300, dan zullen A en E ieders een aandeel van 300/601 moeten bijdragen in de omslag, en D 1/601 deel. In mijn voorbeeld ga ik ervan uit dat ieder voor 300 extern aansprakelijk was, zodat hij voor een gelijk deel in de omslag moet bijdragen. Het feit dat hij geen verhaal biedt, doet niet af aan zijn omslagbijdrageplicht, noch aan zijn oorspronkelijke externe aansprakelijkheid.
bona fides schreef: | als D voor 1 euro aansprakelijk is, B geen verhaal biedt, maar D wel, dan kan A op grond van art. 6:13 lid 1 BW de volledige 300 euro op D verhalen! |
In dat voorbeeld bedoel je dat de schuld niet alleen B maar ook D aangaat, begrijp ik. Dan gaat lid 2 inderdaad niet op, mits D volledig verhaal biedt.
bona fides schreef: | Iets anders: |
Ehm, ik moet bekennen dat ik mij niet uitgebreid heb ingelezen alvorens te kiezen tussen een d en een w, maar dat het goed was wist ik natuurlijk ik wijt dat aan een subliem taalgevoel. Die opmerking staat extra leuk als blijkt dat ik in dit stuk iets over het hoofd heb gezien. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: do 21 aug 2008 13:36 Onderwerp: Re: Omslag bij hoofdelijkheid |
|
|
Laurens02 schreef: | bona fides schreef: | Ik neem aan dat je nu art. 6:13 lid 2 zo mag toepassen dat je D onder de medeschuldenaren schaart op wie geen verhaal mogelijk is, zodat A en E overblijven en A 150 euro op E kan verhalen. |
Dat klinkt inderdaad tamelijk aannemelijk, maar druist in tegen de terminologie van het tweede lid: "blijkt op geen van de medeschuldenaren wie de schuld wel aanging". |
Het is inderdaad meer een analoge toepassing van de bepaling. Of dat in dit geval mag is natuurlijk waar het om gaat.
Zou je het zo kunnen zien dat na een eerste toepassing van lid 2 de schuld D en E in de onderlinge verhouding A, D, E wel iets aangaat? Waarna je lid 1 kunt toepassen...
Quote: | bona fides schreef: | Je zou kunnen stellen dat het niet veel mag uitmaken of D nu voor 1 euro of voor 0 euro aansprakelijk is. |
Bedoel je aansprakelijk zijn of verhaal bieden? |
Ik bedoel aansprakelijk zijn in de onderlinge verhouding. (Jij lijkt het te hebben opgevat als aansprakelijkheid in de externe verhouding.)
Zodra de schuld D in de onderlinge verhouding voor één euro of voor één cent aangaat, kan A op grond van lid 1 alles op D verhalen. Biedt D vervolgens geen verhaal, dan volgt uit lid 2 dat A de helft op E kan verhalen. Maar zodra de schuld D niet voor één cent, maar voor nul cent aangaat, komt er uit de letterlijke toepassing van art. 6:13 BW opeens een heel ander resultaat. Dat lijkt me een argument om te zeggen: die letterlijke toepassing is een beetje te letterlijk.
Aan de andere kant is het echter wél zo dat die ene cent aansprakelijkheid een groot verschil kan uitmaken. Kijk maar naar de situatie dat D wél verhaal biedt. Dan kan A op basis van lid 1 alles op D verhalen en blijven A en E buiten schot. Dus dat één cent verschil niet veel verschil kan maken klopt niet helemaal.
Alles bij elkaar denk ik echter toch dat in de casus die jij beschrijft A de helft (dus 150 euro) op E kan verhalen. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
Laurens02
Leeftijd: 36 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 467
|
Geplaatst: do 21 aug 2008 15:17 Onderwerp: |
|
|
Allereerst mijn excuses voor het ontbreken van een C in dit verhaal, dat komt doordat dit is afgeleid van een ingewikkelder casus waarin de schuld C ook gedeeltelijk aanging. ...Doet niet terzake.
Quote: | Zou je het zo kunnen zien dat na een eerste toepassing van lid 2 de schuld D en E in de onderlinge verhouding A, D, E wel iets aangaat? Waarna je lid 1 kunt toepassen... |
Dat is een aardige insteek! Daar breek ik mijn hoofd even over.
Ik was inderdaad even door de termen uit het veld geslagen; de wet spreekt voor wat betreft de onderlinge verhouding van "aangaan" en voor de externe verhouding van "aansprakelijk zijn" -> vandaar mijn verwarring. Nu duidelijk!
Quote: | Maar zodra de schuld D niet voor één cent, maar voor nul cent aangaat, komt er uit de letterlijke toepassing van art. 6:13 BW opeens een heel ander resultaat. |
Klopt, in het oude recht bestond dit onderscheid ook niet en ging de omslag van het eerste lid over alle schuldenaren, of de schuld ze nu wel of niet aanging. Is het nodige commentaar op geweest begin jaren '90 (niet dat ik erbij was, maar het laat zich allemaal lezen ).
Dat onderscheid is ingegeven door de gedachte dat degene die de schuld ook maar íéts aangaat, eerder de lasten moet dragen dan degene die de schuld niets aangaat. Dat is een keuze.
Het vreemde is dat de regeling enerzijds lijkt te willen voorzien in "verdelen van de pijn", maar anderzijds de schuldenaar die het allemaal niet aanging, maar wel betaalde, opzadelt met het risico van insolventie van zijn medeschuldenaar (die het niet aanging). |
|
|
|
|
|
|
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|