|
Auteur |
Bericht |
workinprogress
Leeftijd: 30 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 113
|
Geplaatst: zo 07 jun 2015 15:31 Onderwerp: Derdenbescherming |
|
|
Beste forumleden,
Kan iemand mij uitleggen waarom het antwoord C moet zijn?
Albert heeft onder eigendomsvoorbehoud een partij fietsen geleverd aan Bart, die een kleine fietsenwinkel heeft. De winkel loopt niet goed: Bart heeft vele schulden aan Albert en kan ook de nieuwe fietsen van Albert niet betalen. Om aan geld te komen, verkoopt en levert Bart de fietsen aan fietsenhandelaar Charles, die niets afweet van het tussen Albert en Bart overeengekomen eigendomsvoorbehoud. Charles zet de fietsen in zijn winkel, en vindt al snel Daan bereid om de nieuwe fietsen te kopen. Charles en Daan spreken af dat de fietsen meteen geleverd worden, maar dat Charles de fietsen nog een maand onder zich zal houden omdat Daan nu geen opslagruimte heeft. Wie is eigenaar van de partij fietsen?
a) Albert
b) Bart
c) Charles
d) Daan
Ik denk dat 3:90 lid 2 BW hieraan in de weg staat, maar ik begrijp niet waarom het oudere recht van eigendomsvoorbehoud op de zaak blijft rusten, immers Charles is nu toch onbezwaard eigenaar?
Hopelijk kan iemand dit verduidelijken.
Erg bedankt! |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: zo 07 jun 2015 16:40 Onderwerp: |
|
|
Ik kan je niet helpen, want het juiste antwoord lijkt mij D. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
workinprogress
Leeftijd: 30 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 113
|
Geplaatst: zo 07 jun 2015 16:43 Onderwerp: |
|
|
Bedankt voor je reactie Bona Fides. Ik had zelf ook D. Volgens het antwoordmodel is dat fout. Ik kan op geen enkele manier C rechtvaardigen. Kennelijk lukt jou dat ook niet. Ik vind het een vreemd standaardantwoord. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: zo 07 jun 2015 17:15 Onderwerp: |
|
|
Uit
Quote: | Om aan geld te komen, verkoopt en levert Bart de fietsen aan fietsenhandelaar Charles, die niets afweet van het tussen Albert en Bart overeengekomen eigendomsvoorbehoud. |
kan ik niet veel anders opmaken dan dat Charles weliswaar verkrijgt van een beschikkingsonbevoegde, maar dankzij derdenbescherming (art. 3:86 lid 1 BW) toch eigenaar wordt. Dat lijkt trouwens ook het standpunt van de vragensteller te zijn, want hoe kom je anders op antwoord C.
Charles is eigenaar geworden. Het eigendomsvoorbehoud is hierdoor komen te vervallen. Charles verkoopt en levert vervolgens door aan Daan. Dus Daan is eigenaar. Art. 3:90 lid 2 BW doet daar niets aan af, want er is geen derde met een ouder recht op de zaak.
Ik denk trouwens niet dat de vragensteller aan art. 3:90 lid2 BW heeft gedacht, want die bepaling zegt slechts dat de levering tegenover die derde vooralsnog geen werking heeft (en tegenover ieder ander dus wel). De vraag is wie nu eigenaar is, niet wie nu tegenover Albert eigenaar is. (Ik neem aan dat je de casus en de vraag volledig en correct hebt weergegeven.)
De steller van de vraag lijkt eerder te hebben gedacht aan de situatie dat een niet-bezitter analoog aan art. 3:115 BW bezit verschaft. Dat kan namelijk wel analoog aan art. 3:115 sub b en c BW, maar niet analoog aan art. 3:115 sub a BW. Maar B, die dan wellicht geen bezitter was, heeft C de feitelijke macht verschaft, waardoor C in ieder geval wel bezitter is geworden. C kon dus leveren aan D op grond van art. 3:115 sub a BW (analoge toepassing niet nodig). _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
workinprogress
Leeftijd: 30 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 113
|
Geplaatst: zo 07 jun 2015 18:02 Onderwerp: |
|
|
Uitgebreider had ik het niet kunnen wensen. Veel dank voor je antwoord. Erg helder.
De vraag is letterlijk gecopy-paste uit een tentamen. De redenatie die je weergaf is ook hoe ik tot D ben gekomen. Ik heb de vraag voorgelegd aan de persoon die de vraag heeft gemaakt. |
|
|
|
|
|