advies inzake vrijstelling aan UU

Jessse

Beste Medeforummers, graag jullie advies over de volgende kwestie.

Momenteel zit ik in het 2e jaar van mijn rechtenstudie aan de Universiteit Utrecht. Ik volg het zogenaamde togatraject, een traject waarin de student 37.5 ECTS aan vrije keuzeruimte tot zijn beschikking heeft. Deze keuzeruimte kan oa gebruikt worden voor het volgen van een minor.

Nu heeft onze faculteit een regeling, waarin studenten die in het bezit zijn van een HBO SJD of HBO recht diploma, 60 ECTS aan vrijstelling krijgen, waarvan 30 ECTS aan vrijstellingen voor grondslagenvakken in het eerste jaar en 30 ECTS aan vrijstellingen in de vrijekeuzeruimte.
Ook heeft de faculteit een regeling waarin alle studenten in het bezit van een HBO diploma, recht hebben op 15 ECTS vrijstelling

Nu ben ik in het bezit van een HBO diploma Integrale Veiligheidskunde (IVK) en heb zojuist mijn vrijstelling van 15 ECTS binnen.

Ik had echter gevraagd om 30 ECTS aan vrijstellingen en wel om het volgende:
Ten eerste vind ik dat mijn HBO opleiding redelijk veel overeenkomsten vertoond met de opleidingen SJD en HBO recht, maar nog belangrijker:
Studenten die over een HBO diploma SJD/Recht beschikken, krijgen zoals gezegd 30 ECTS vrijstelling in de keuzeruimte.
Een logisch argument voor dit onderscheid tussen deze studenten en studenten met een ander soort HBO diploma, zou kunnen zijn dat deze studenten reeds in hun HBO opleiding de nodige juridische kennis hebben opgedaan.
Echter: de vrijekeuzeruimte kan ook gebruikt worden voor het volgen van een minor, die dus geen betrekking hoeft te hebben op juridische vakken. Hierdoor valt het voordeel van de juridische kennis die deze studenten bezitten, weg.

Ik heb deze kwestie aan de examencommissie voorgelegd.
Een objectieve rechtvaardiging voor dit onderscheid kan de examencommissie niet geven. De enige motivatie is dat de commissie verwijst naar de Onderwijs&Examen Regeling (OER) waarin de regels staan met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen, en dat de examencommissie niet van deze regeling kan afwijken.
Overigens heb ik in dit reglement nergens gelezen dat deze bepalingen dwingend recht bevatten.

Volgens mij is deze kwestie dus zowel in strijd met het
- gelijkheidsbeginsel: SJD/ HBo recht studenten wel vrijstelling, ik niet
- motivatiebeginsel: geen objectieve rechtvaardigingsgrond voor het onderscheid.

Ik ben nu van plan om in beroep te gaan.
Graag wil ik van jullie weten wat mijn kansen zijn en of er nog andere punten zijn die ik kan gebruiken om mijn gelijk te halen.
Ik weet dat het inmiddels een aardige lap tekst geworden is. Dank voor degene die toch de moeite hebben genomen het te lezen.