Spaartaks Kerstarrest HR werkingskracht en reikwijdte
Selecteer berichten van
# tot #
Afdrukken
Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Laat alle berichten zien
Rechtenforum.nl -> Actualiteiten

#61:  Auteur: bremam BerichtGeplaatst: vr 17 jun 2022 19:49
    —
Zeker is het een uitgangspunt van het recht dat termijnen dienen te worden gerespecteerd.

Maar uitgangspunt van het recht is ook dat men geacht wordt zich aan de wet te houden en dat geldt in belangrijke mate zeker voor een overheid t.o.v. haar burgers. En dat uitgangspunt is hier door de overheid dus overduidelijk geschonden volgens de HR.

En dat is waar met name het gevoel van onrecht bij veel van deze benadeelden uit voort komt, en niet de gevolgen van het niet tijdig bezwaar maken.

Dat de overheid er in dit geval mee weg komt - omdat veel benadeelden van dat onrechtmatig handelen geen formele juridische grond meer hebben om rechtsherstel te eisen - is moeilijk te verteren.

#62:  Auteur: bremam BerichtGeplaatst: ma 07 nov 2022 10:42
    —
De zaak lijkt nog niet helemaal gelopen.

De bond van belastingbetalers legt zich nog niet neer bij de ontstane situatie dat niet- bezwaarmakers geen recht op rechtsherstel zouden hebben.

Op hun website is een voorbeeld van een verzoek tot ambtshalve vermindering te vinden waarin een andere juridische grondslag wordt gekozen om alsnog rechtsherstel te kunnen krijgen.

De argumentatie is nu als volgt (direct gekopieerd van hun website: https://bondvoorbelastingbetalers.nl/argumentatieambtshalvevermindering):

========================= start kopie ===================

Argumentatie ambtshalve vermindering

Op deze pagina vindt u de juridische onderbouwing voor het verzoek tot ambtshalve vermindering.

Toelichting bij primair en subsidiair:
Hierbij is van belang dat door mij het standpunt wordt ingenomen dat:

a.
Via het overgangsrecht zoals opgenomen in het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2016 (Kamerstuk 34305), artikel XXVII, lid 1, letter c, een beroep wordt gedaan op de oude aanwijzing ‘massaal bezwaar’ (Stcrt. 2015, 18400, besluit d.d. 26 juni 2015, BLBK2015/903M). Deze oude aanwijzing is immers nog steeds van kracht, zie https://wetten.overheid.nl/BWBR0036754/2015-07-28 waar is vermeld: “Geldend van 28-07-2015 t/m heden”.

Deze aanwijzing geldt inzake “aanslagen inkomstenbelasting waarbij sprake is van belastbaar inkomen in box 3”. De oude aanwijzing bevat geen beperking in belastingjaren en dus is een beroep hierop mogelijk inzake de jaren 2017 tot en met 2020. Omdat onder deze oude aanwijzing er - via het overgangsrecht, zie hiervoor - geen voorwaarde geldt dat tijdig bezwaar gemaakt moest worden tegen de eigen definitieve aanslag, meen ik dat alle belastingplichtigen die zich hierop beroepen, op deze wijze tijdig en rechtsgeldig mee kunnen doen. De rechtsvraag in deze oude aanwijzing ziet specifiek op ‘spaarsaldi’. Het probleem van box 3 zit vooral bij dergelijke vermogensbestanddelen. In de oude aanwijzing is voorts nadrukkelijk bepaald dat men nadat deze aanwijzing heeft plaatsgevonden (26 juni 2015) men geen bezwaar meer hoefde te maken om toch aangesloten te zijn bij dit massaal bezwaar, zie in onderdeel 2 van de aanwijzing:

“Indienen van bezwaar niet meer nodig

De toepassing van de regeling van artikel 25a van de AWR betekent onder meer dat als de Belastingdienst niet geheel in hoogste nationale instantie in het gelijk wordt gesteld, ook de aanslagen worden herzien van de belastingplichtige die geen bezwaarschrift heeft ingediend. Voorwaarde daarvoor is dat zijn aanslag op het moment van de dagtekening van het besluit nog niet onherroepelijk vaststaat (artikel 25a, dertiende lid, van de AWR).

Belastingplichtigen die uitsluitend bovenvermelde rechtsvraag aan de orde willen stellen hoeven derhalve geen bezwaar meer te maken.

Als een bezwaarschrift (mede) ziet op een of meer andere geschilpunten, moet de inspecteur het bezwaar op het punt van de rechtsvraag afwijzen. Ook in dit geval wordt de aanslag echter herzien op het punt van de rechtsvraag als de Belastingdienst niet geheel in het gelijk wordt gesteld.”

b.
Na het Kerstarrest is de vraag gerezen of de zogenoemde niet-bezwaarmakers ook in aanmerking komen voor rechtsherstel. Ingevolge het arrest d.d. 20 mei 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:720) zou geen sprake zijn van “nieuwe jurisprudentie” in de zin van artikel 45aa Uitvoeringsregeling IB. Dit arrest is echter het resultaat van een procedure waarin namens belanghebbende onvoldoende goed is geprocedeerd. Hierbij is immers onder meer van belang dat de Uitvoeringsregeling IB geen wet is maar lagere regelgeving. Bijgevolg geldt hier geen verbod op toetsing aan de Grondwet. Voorts is alhier toetsing mogelijk aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In het Kerstarrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat op stelselniveau sprake is van inbreuk op het eigendomsrecht. De Hoge Raad sprak over schending van fundamentele rechten (r.o. 3.6.3). In dat geval moet de formele rechtskracht wijken. Ook een benadering via de zogenoemde exceptieve toetsing leidt tot die slotsom. Zie ook de conclusie van A-G Snijders bij de Raad van State https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@131242/202100115-2-a2-en-202006816-2-a2/. Zijn betoog houdt in dat op grond van het evenredigheidsbeginsel in situaties waarin de wetgever bij het opstellen van een wetsvoorstel “gevallen die niet behoorlijk door de wetgever onder ogen zijn gezien bij de totstandkoming”, toetsing aan dat beginsel (art 3:4 lid 2 Awb) wel degelijk geboden is. Juist in situaties waarin daardoor de burgers “vermoedelijk zeer ernstig gedupeerd” zijn. Dat is ook bij box 3 het geval: burgers zijn en waren onwetend inzake hoe zij hun recht jegens de Belastingdienst geldend moe(s)ten maken. Bovendien is de wetswijziging inzake massaal bezwaar op een zodanige wijze door het parlement gegaan dat de wetgever een wezenlijk onjuist beeld heeft geschetst en daardoor het parlement is misleid. Die wetswijziging heeft dus geen goede grondslag. En hoewel de wetgever heeft toegezegd dat “uitvoerig ruchtbaarheid” zal worden gegeven aan een aanwijzing, is hiervan (ook) bij de latere aanwijzingen geen sprake geweest. Het enkele vermelden op de website van de Belastingdienst is geen “uitvoerig ruchtbaarheid” geven aan zo’n aanwijzing. Vergelijk bijvoorbeeld de advertentiecampagne van de Belastingdienst in landelijke dagbladen die destijds (jaar 1997) bij de vakantiegeld-kwestie is uitgevoerd; dat is toch echt van een heel andere orde. Ik verwijs u voorts voor een nadere uiteenzetting over het gebrek aan doenvermogen van de burger en het belang van goede rechtsbescherming naar het artikel van drs. C. Overduin in Weekblad Fiscaal Recht, WFR 2022/121, nr. 7436 d.d. 23 juni 2022.

Alle indieners van het verzoek tot ambtshalve vermindering behouden zich het recht voor om het bovenstaande nader aan te vullen.

================= einde kopie =================

Ik vind dit een interessante ontwikkeling en zeker aan te raden om ook op grond van deze argumentatie (opnieuw) een verzoek tot ambtshalve vermindering over de belastingjaren 2017 t/m 2020 in te dienen. Doe dit wel voor 31 december 2022!

Wat denken jullie van deze argumentatie?

#63:  Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: zo 13 nov 2022 20:15
    —
bremam schreef:
Wat denken jullie van deze argumentatie?

100% kansloos.

De Aanwijzing uit 2015 bevat de volgende tekst:
Quote:
Indienen van bezwaar niet meer nodig

De toepassing van de regeling van artikel 25a van de AWR betekent onder meer dat als de Belastingdienst niet geheel in hoogste nationale instantie in het gelijk wordt gesteld, ook de aanslagen worden herzien van de belastingplichtige die geen bezwaarschrift heeft ingediend. Voorwaarde daarvoor is dat zijn aanslag op het moment van de dagtekening van het besluit nog niet onherroepelijk vaststaat (artikel 25a, dertiende lid, van de AWR).

Belastingplichtigen die uitsluitend bovenvermelde rechtsvraag aan de orde willen stellen hoeven derhalve geen bezwaar meer te maken.

Dit is bedoeld als voorlichting ten overvloede aan de belastingplichtige, en niet als een zelfstandige rechtsgrond. Per 1 januari 2016 is artikel 25a AWR geschrapt, en was het dus weer noodzakelijk om tijdig bezwaar te maken.

Zelfs als je het anders zou willen lezen kan een Aanwijzing van de staatssecretaris geen rechtsgrond scheppen voor het herzien van onherroepelijke beslissingen.

#64:  Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: zo 13 nov 2022 20:28
    —
Het onder b. weergeven argument is kansloos omdat het bestaan van wettelijke termijnen algemeen aanvaard is en geen inbreuk maakt op enig mensenrecht.

Word je ten onrechte veroordeeld tot een gevangenisstraf en ben je 1 dag te laat met het instellen van hoger beroep, dan ben je 1 dag te laat. Dat het verbod op onrechtmatige vrijheidsbeneming een fundamenteel grond- en mensenrecht is, verandert dat niet.

Zoals ik eerder schreef:
Quote:
Uitgangspunt van het recht is dat termijnen dienen te worden gerespecteerd. Niet in bezwaar, dan klaar. De Romeinen begrepen dit al.

De verdere overwegingen waren uitsluitend bedoeld om duidelijk te maken dat de "box 3" personen die geen bezwaar hebben gemaakt werkelijk achteraan staan in het rijtje dat zich mag beklagen over de gevolgen van het niet tijdig bezwaar maken.

Argument b overschat de ernst van het vermeende "onrecht" in zeer hoge mate.



Rechtenforum.nl -> Actualiteiten

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Laat alle berichten zien
Pagina 5 van 5

© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl