Bruikleenovereenkomst, verjaring.
Selecteer berichten van
# tot #
Afdrukken

Rechtenforum.nl -> Nederlands Recht Voltijd

#1: Bruikleenovereenkomst, verjaring. Auteur: Maik1409 BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 17:10
    —
Beste leden,

Deze week moet ik een casus presenteren over verjaring van een bruikleenovereenkomst, maar ik kom er niet helemaal uit. Dit is de casus:

Op 1 april verzoekt Gerards, Anker om een 30-delig servies in bruikleen te geven voor een afscheidsfeest van zijn werk. Op 1 mei 1991 stelt Anker dit 30-delig servies aan Gerards ter hand. Direct na het feest gaat Gerards op vakantie en het servies verdwijnt in de kast. In juni 2011 wil Ankers graag het servies terug en spreekt de zoon van Gerards aan. Gerards sr. is in 1993 overleden. Gerards jr. weet niet beter dan dat het servies van zijn vader was. Hij stelt zich op het standpunt dat de vordering tot teruggave op 1 juni 2011 in elk geval is verjaard. Anker stelt echter dat de verjaringstermijn pas begint te lopen indien hij het servies heeft opgeëist.

Is de vordering tot teruggave verjaard?

Op dit forum had ik al gelezen dat we in dit geval naar art. 3:307 BW moeten kijken. Er is namelijk een verbintenis ontstaan tot teruggave. Mijn vraag is welk van de leden ik moet toepassen. In de casus is geen termijn tot teruggave afgesproken en daarom zou men lid 2 moeten toepassen. In lid 2 staat ook dat de rechtsvordering in ieder geval vervalt na 20 jaar nadat de vordering op zijn vroegst opeisbaar was. Maar wanneer is dat in deze casus het geval? Nadat het afscheidsfeest is gehouden of is de vordering tot teruggave meteen opeisbaar? Ik hoop dat iemand mij dit kan uitleggen, zit namelijk erg vast op dit punt.

#2:  Auteur: dr.dunno BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 17:19
    —
M.i. hield de lener (Gerards) als houder voor de eigenaar (Anker). Voor verkrijgende verjaring is bezit vereist. Een houder kan zichzelf niet bezitter maken; zie ook 3:115-117 BW etc.

Wel zul je rekening moeten houden met het bewijsvermoeden 3:119 BW.

#3:  Auteur: Maik1409 BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 17:23
    —
dr.dunno schreef:
M.i. hield de lener als houder voor de eigenaar. Voor verkrijgende verjaring is bezit vereist. Een houder kan zichzelf niet bezitter maken; zie ook 3:115-117 BW etc.


Bedankt voor uw antwoord. De eigenaar kan hem natuurlijk altijd revindiceren. Maar de vraag is of de vordering tot teruggave verjaard is. En dan weet ik niet goed of ik lid 1 of lid 2 van 3:307 BW moet toepassen. Ook snap ik niet wanneer de termijn van 20 jaar gaat lopen. Gaat deze in na het feest of meteen nadat Anker het servies aan Gerards ter hand stelt?

#4:  Auteur: dr.dunno BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 17:26
    —
Begrijpelijk, dit is ook abstracte materie, ik had er vroeger ook af en toe moeite mee. Belangrijk is ook dat je onderscheid maakt tussen de goederenrechtelijke en overige consequenties.

Verkrijgende verjaring gaat pas lopen als Gerards bezitter is, hij is echter houder voor Anker. Gerards kan dus revindiceren, maar zoals gezegd kan hij mogelijk tegen de hobbel van 3:119 BW aanlopen. Echter, met een beroep op verjaring erkent Anker jr. kennelijk wel dat zijn vader de set niet heeft gekocht, hetgeen in het voordeel is van Gerards.

Enige termijn (hier dus niet) gaat lopen du moment er bezit wordt overgedragen. Daarbij is dus niet relevant wanneer het wordt ingezet voor daadwerkelijk gebruik.

#5:  Auteur: Maik1409 BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 17:44
    —
Bedankt voor uw reactie. Tot zover snap ik het. Alleen mijn leraar had op art. 3:307 BW gewezen en gezegd dat ik deze zou moeten gebruiken bij de vraag of de vordering tot teruggave verjaard is. Want ik begrijp dat Gerards nooit bezitter geworden is. Maar de vordering die voort komt uit de overeenkomst (bruikleenovereenkomst) kan toch wel verjaard zijn volgens art. 3:307 BW.

#6:  Auteur: dr.dunno BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 17:52
    —
3:307 lid 1 BW duidt op een geven of een doen. M.b.t. een bruikleenovk wordt er niets gegeven, slechts om niet geleend (of dit een doen is valt m.i. te bediscussiëren, maar laten we aannemen dat dit het geval is). In dit geval is de vordering tot afgifte ten behoeve van de bruikleenovk afdwingbaar binnen 5 jaar na de totstandkoming van de ovk, maar een vordering om niet biedt geen rechtsgrond natuurlijk. De revindicatiemogelijkheid blijft m.i. te allen tijde mogelijk, ook na 5 jaar na het in houderschap verkrijgen van het servies.

#7: Re: Bruikleenovereenkomst, verjaring. Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 19:16
    —
Op welke dag was het afscheidsfeest? Ik neem aan op 1 mei 1991 of hooguit enkele dagen na 1 mei 1991.
Maik1409 schreef:
Op 1 april verzoekt Gerards, Anker om een 30-delig servies in bruikleen te geven voor een afscheidsfeest van zijn werk. Op 1 mei 1991 stelt Anker dit 30-delig servies aan Gerards ter hand. Direct na het feest gaat Gerards op vakantie en het servies verdwijnt in de kast. In juni 2011 wil Ankers graag het servies terug en spreekt de zoon van Gerards aan. Gerards sr. is in 1993 overleden. Gerards jr. weet niet beter dan dat het servies van zijn vader was. Hij stelt zich op het standpunt dat de vordering tot teruggave op 1 juni 2011 in elk geval is verjaard. Anker stelt echter dat de verjaringstermijn pas begint te lopen indien hij het servies heeft opgeëist.

Is de vordering tot teruggave verjaard?

Het lijkt me hier te gaan om een verbintenis tot nakoming na onbepaalde tijd, die weliswaar direct na het afscheidsfeest opeisbaar was.

Volgens mij is art. 3:307 lid 2 BW dus van toepassing: de vordering verjaart (plus of minus een dag) 5 jaar na opeising, maar in ieder geval 20 jaar na het afscheidsfeest.

Het afscheidsfeest was in mei 1991, dus de vordering was in juni 2011 al verjaard.

We zullen maar aannemen dat Gerards jr. erfgenaam is.

Quote:
In de casus is geen termijn tot teruggave afgesproken en daarom zou men lid 2 moeten toepassen. In lid 2 staat ook dat de rechtsvordering in ieder geval vervalt na 20 jaar nadat de vordering op zijn vroegst opeisbaar was. Maar wanneer is dat in deze casus het geval? Nadat het afscheidsfeest is gehouden of is de vordering tot teruggave meteen opeisbaar? Ik hoop dat iemand mij dit kan uitleggen, zit namelijk erg vast op dit punt.

Meteen (dus al vóór het afscheidsfeest) ligt niet voor de hand, want het servies is juist in bruikleen gegeven met het oog op het afscheidsfeest. Voor de overschrijding van de termijn van 20 jaar lijkt het mij verder niet uit te maken, tenzij het afscheidsfeest in juni 1991 was.

#8:  Auteur: Maik1409 BerichtGeplaatst: di 18 okt 2011 20:18
    —
Hartstikke bedankt voor uw antwoord. In de casus staat helaas niet wanneer het feest plaats vindt. Maar inderdaad lijkt mij lid 2 hier van toepassing. Gerards jr. is inderdaad de erfgenaam, was dit vergeten te vermelden. Nogmaals ontzettend bedankt voor uw antwoord.



Rechtenforum.nl -> Nederlands Recht Voltijd

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Pagina 1 van 1

© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl