Novum in Deventer moordzaak? Wat gaat de HR doen?
Selecteer berichten van
# tot #
Afdrukken

Rechtenforum.nl -> Actualiteiten

#1: Novum in Deventer moordzaak? Wat gaat de HR doen? Auteur: vismodel BerichtGeplaatst: vr 25 jan 2008 19:29
    —
De A-G Machielse heeft zoals te verwachten was een negatief advies neergelegd. Wat gaat de Hoge Raad nu doen? Er ligt voor de Hoge Raad een uitgelezen kans zich uit te spreken over criteria die politie en OM dienen te volgen, wanneer bij meerdere mensen aanleiding kan bestaan tot diepgaande rechercheringen, terwijl dit bij de ene persoon wel is gebeurd en bij de ander niet in eenzelfde mate. Voor alle feiten die zijn komen vast te staan, zijn in het geval van Louwes even goede argumenten te geven dat zij niet onomstotelijk bewijs opleveren voor een daderschap.

De Hoge Raad is met de nieuwe verhoren in staat te constateren of er voldoende aanleiding kan hebben bestaan, in eenzelfde diepgaande mate recherche onderzoek had behoren plaats te vinden, als ten aanzien van Louwes, in de richting van anderen, die in de leefomgeving van de weduwe verkeerd hebben. Een unieke mogelijkheid derhalve voor de Hoge Raad haar oordeel op te schorten tot een moment dat op vragen die bij haar kunnen zijn opgekomen naar aanleiding van het verhoor, eerst door de rechterche in voldoende mate te zijn uitgerechercheerd. En tot aan dat moment zal de Hoge Raad zich geroepen achten de heer Louwes in vrijheid te laten stellen, in afwachting van de resultaten, die het herstel van de evenwichtigheid in het onderzoek, heeft opgeleverd.

Mocht de Hoge Raad echter het advies van de A-G overnemen en volgen, dan vind ik dat een slag in het gezicht van elementaire grondbeginselen van de rechtsstaat die zich niet beperken tot het wetboek van strafrecht, maar een eerlijke behandeling en het mogen verwachten dat de recherche tot taak heeft maximale waarheidsvinding te plegen, en bij enige vorm van aanleiding die gedragingen of omstandigheden kunnen geven, aanleidingen die in de sfeer werden gevonden bij anderen, niet als een discriminatoir vooroordeel kunnen aangrijpen om daarmee het onderzoek in andere richtingen, niet meer met een gelijkwaardige voortvarendheid en doortastendheid te hoeven voortzetten.

Te hopen valt daarom op zeer concrete aanwijzingen die als nieuwe jurisprudentie tegen tunnelvisie een nieuw hoofdstuk schrijft voor de strafrechtspleging.

Wat ik nog los van dit alles wel teleurstellend vind is dat een A-G die al een keer over de zaak heeft geoordeeld, het oordeel niet heeft overgelaten aan een ander. Eigenlijk doet men door zo'n handelwijze in zo'n beladen zaak afbreuk aan de rechtspleging. Weliswaar zijn wraking en verschoning facetten die aan de orde kunnen zijn voor de zittende magistratuur, maar m.i. zou men dan als OM, nog roomser moeten zijn, dan de paus, om het goede voorbeeld te geven, richting publiek.

title edit


Laatst aangepast door vismodel op zo 27 jan 2008 17:46, in totaal 1 keer bewerkt

#2:  Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: vr 25 jan 2008 20:06
    —
Wat zou dan concreet het novum moeten zijn? In wat je opschrijft zie ik niet direct iets dat in de buurt zou kunnen komen.

Voor zover je de criteria voor herziening te streng vindt wil ik wel met je meegaan.

Wat mij eigenlijk verbaast is dat advocaat Knoops vooral kritiek heeft op het ontbreken van middelen voor de veroordeelde om eigen onderzoek te doen. "Hoe wil je dan ooit aan een novum komen." Nu ben ik het op zich wel eens dat het lastig is om zonder middelen je onschuld aan te tonen, maar problematischer lijkt mij dat je heel goed onschuldig is de gevangenis kan zitten zonder dat een (nog niet ontdekt) novum überhaupt bestaat. Als het Hof eenmaal de bewijsmiddelen foutief heeft gewaardeerd, is er geen mogelijkheid meer tot herstel. In cassatie speelt feitenwaardering in het geheel geen rol, en in herziening spelen slechts nog niet eerder aangedragen bewijsmiddelen een rol.

(Gebruik in het vervolg liever kleine letters dan SCHREEUWletters, ook in de titels.)

#3: Law in the books of law in action- Novum = ARBITRAGE door HR Auteur: vismodel BerichtGeplaatst: zo 27 jan 2008 17:46
    —
bona fides schreef:
Wat zou dan concreet het novum moeten zijn? In wat je opschrijft zie ik niet direct iets dat in de buurt zou kunnen komen.

Voor zover je de criteria voor herziening te streng vindt wil ik wel met je meegaan.

Wat mij eigenlijk verbaast is dat advocaat Knoops vooral kritiek heeft op het ontbreken van middelen voor de veroordeelde om eigen onderzoek te doen. "Hoe wil je dan ooit aan een novum komen." Nu ben ik het op zich wel eens dat het lastig is om zonder middelen je onschuld aan te tonen, maar problematischer lijkt mij dat je heel goed onschuldig is de gevangenis kan zitten zonder dat een (nog niet ontdekt) novum überhaupt bestaat. Als het Hof eenmaal de bewijsmiddelen foutief heeft gewaardeerd, is er geen mogelijkheid meer tot herstel. In cassatie speelt feitenwaardering in het geheel geen rol, en in herziening spelen slechts nog niet eerder aangedragen bewijsmiddelen een rol.

(Gebruik in het vervolg liever kleine letters dan SCHREEUWletters, ook in de titels.)


Strikt formeel kan een zaak niet worden heropend.Ontwikkeling in de stand der techniek kan echter evident maken dat door nieuwe technische kennis een veroordeelde iets nooit gedaan kan hebben, aangezien plotseling door nieuwe technische expertise, sporen significant meer aanleiding geven voor het daderschap door een aanwijsbaar ander.
Dit gegeven maakt een novum derhalve alleen aan de orde als mogelijkheid om een heropening van een zaak mogelijk te maken, indien de criteria voor een gangbare cassatieprocedure hierop niet langer ten volle op van toepassing zijn. Het zou daarom in theorie zelfs mogelijk zijn, da de Hoge Raad op basis van de vastgestelde feiten, zelf uitspraak zou doen, op alle feitelijke aspecten die al eerder zijn vastgesteld, mocht daar aanleiding toe zijn (maar wat hier niet speelt). In dit licht is het denkbaar dat de hoogste rechter, op basis van nieuwe informatie, tot het oordeel kan komen op het vlak van weging, op basis van een door haar te formuleren algemeen rechtsbeginsel.
Een zo'n rechtsbeginsel is het adagium: gelijke monniken gelijke kappen. En dat heeft alles te maken met de methoden die zijn gehanteerd bij het onderzoek.Als vitale verklaringen uit een dossier zijn weggelaten, en dat is dus de vraag - is dat hier aan de orde - dan is een lagere rechtsinstantie niet in de gelegenheid geweest, een goede afweging te maken.En dit kan aangevoerde argumenten in aldaar een ander daglicht plaatsen, waarop dan de Hoge Raad kan constateren, dat de validatie van die argumenten niet meer met voldoende zorgvuldigheid kan hebben plaats gevonden. Gelijktijdig zegt dit dan iets over de zorgvuldigheid van het onderliggende onderzoek.En daarover kan dan in de zin van een rechtsbeginsel, een criterium worden meegegeven, waaraan beantwoord moet kunnen zijn, om van een voldoende zorgvuldig aangeleverd onderzoek te mogen spreken.

Daarom is dit een uitsterst belangwekkende situatie voor de rechtspraak in dit land, omdat zich laat uitlezen, hoe het met de taakopvatting van het instituut der zittende RM gesteld is, tegen de achtergrond van haar legitimatie onafhankelijk te beslissen over recht, ontleend aan de scheiding der machten.

Uitspraken door de gespecialiseerde juristen in de zaak Lucia de B. die hun twijfels uitten zijn hier veelzeggend:

Ik citeer (NRC,3 nov.2007):
Quote:
" Maar volgens de juristen zal de Hoge Raad dat waarschijnlijk beschouwen als een verschil van inzicht tussen deskundigen. De wet verbiedt om zo’n verschil te gebruiken om een afgesloten zaak weer te openen.

De commissie, voorgezeten door de advocaat-generaal Jan-Willem Grimbergen, citeert in een afgelopen maandag gepresenteerd rapport de Canadese toxicoloog Gideon Koren, die zegt dat pogingen om de hoeveelheid digoxine in het lichaam van baby Amber te interpreteren als bewijs van vergiftiging „onjuist en, in alle eerlijkheid, vrij schokkend” is. De commissie vermoedt dat Lucia de B. voor moord was vrijgesproken als de rechters dit hadden geweten.

Knoops, die ook advocaat is: „Als dít als novum wordt gezien, dan hebben we wel tien dossiers klaarliggen die voor herziening in aanmerking komen. Dan gaat de Hoge Raad het heel druk krijgen.”

Knoops en Mevis zeggen ook dat de Hoge Raad het rapport zo terzijde kan schuiven, omdat de commissie juridisch geen status heeft. "


In casu maken - onder invloed van mogelijke nieuwe informatie die betrekking heeft over de kwaliteit en zorgvuligheid van het onderliggende onderzoek c.q. aangeleverde dossier - de reeds bestaande elementen van feitelijke aard indirect onderdeel uit van overwegingen ten aanzien van het fundamentele basisprincipe 'hoor en wederhoor'. Door gebrekkige informatie (als gevolg van gekleurde onderzoeksinsteek, tunnel visie) kan dit zijn gefrustreerd.Normaliter hoort een Hoge Raad daar niet mee geconfronteerd te kunnen worden, omdat de lagere rechters al onmiddellijk alert behoren te zijn, te onderzoeken of daar voldoende zorgvuldig aan werd voldaan, gegeven het voorgelegde dossier. Waar een rechter in lagere instantie die echter verklaard heeft dat het voor haar aan die criteria zou hebben beantwoord, zonder gemotiveerd aan te geven, waarom op de punten waar het wederhoor tot nader onderzoek aanleiding had kunnen geven en dus op die punten geen nader onderzoek nodig werd geacht, kan dit voor een hogere rechter wel aanleiding geven, door latere extra informatie die in het dossier ontbrak, met het feitelijke oordeel van de lagere rechters genoegen te mogen nemen, door het novum-karakter. Met een motivatie had dit echter anders kunnen liggen, omdat uit die motivatie zou zijn op te maken, of nieuwe informatie wel of geen andere afweging tot gevolg zou hebben gehad of behoren te hebben ondervonden.

[ Wat is dan dat mogelijke andere daglich wat kan opkomen, bij aanvullende informatie die ontbrak/werd onthouden? De vraag of alle handelwijzen van Ernst L. wel of geen symptomen zijn van iemand die in zijn rolgedrag als fiscaal jurist die werkt in opdracht van een emotioneel door het verlies van haar man nog aangedane weduwe, naar de verkeersregels van goed zaakwarnemerschap behoort zou hebben te hebben gehandeld. Als er niemand anders in beeld is, kan men weinig anders dan daar vraagtekens bij te mogen zetten. Zodra er echter wel andere in beeld kunnen zijn, behoren alle gevonden sporen echter juist in zijn voordeel te worden opgevat, omdat hij zo geacht moet worden geschoold te zijn, op te moeten treden en dat mag zo iemand niet worden aangerekend, tenzij er zeer zwaarwegende bewijzen zijn in te brengen. En naar de huidige stand van de techniek, is daar geen sprake van. Nergens komt men bepaalde verklaringen tegen van mogelijke getuigen van zijn bezoek in de ochtend en zijn oponthoud op de snelweg die avond, die bij een zorgvuldig onderzoek gevonden hadden moeten kunnen worden. En als er niemand anders in beeld zou zijn geweest, kan men daar wellicht aan voorbij gaan, dat in het onderzoek te verlangen; Echter, zodra er informatie blijkt te ontbreken die aanleiding geven dat er van een evenwichtig en voldoende zorgvuldig totaalonderzoek naar waarheidsvinding geen sprake is geweest, dan heeft men op voorhand op grond van die verkeersregels over goed zaakwaarnemerschap en rolpatronen-scholing, geen genoegen te nemen met evident onvolledig onderzoek. ]

Terugkerend aan de specialisten, die ook een zekere vorm van vakblindheid hier parten kan spelen, door hun blind staren op de formalistische kanten van cassatierechtspraak:
Hier worden door hen dus zuiver formele argumenten aangevoerd en dan is recht niet langer het doel, maar de letter is heiliger dan waar nu juist de scheiding der machten voor in het leven werd geroepen. En in de materie van een novum, voor heropening moeten er andere regels gelden. Dan prevaleert de onafhankelijkheid van de zittende RM, boven al het andere.

Inderdaad is het dan veelzeggend dat er nog veel werk an de winkel kan zijn. Tijd dat de Hoge Raad aan duidelijke novum-rechtspraak gaat doen, waar de vonken vanaf spatten. Of de law in the books benadering van de m.i. te vakgedeformeerde specalisten bevestigend, of een die met de rechtsvindingstaken van de hoogste rechter niet met zich laat sollen en de wet laat voorschrijven, op het vlak van de novum-problematiek, die door maatschappelijke ontwikkelingen al dan niet onder invloed van nieuwe technische inzichten of andere zaakskennis, terecht of onterecht op het bordje van de HR kan worden gelegd.

Spannend dus. Want de Hoge Raad kan hier dus rechtskundige geschiedenis schrijven. En met dit in het achterhoofd, lijken mij voor deze discussie weldegelijk kapitale letters niets teveel gezegd.
Maar met uw referentie zal ik proberen, dat te herstellen.


Laatst aangepast door vismodel op zo 27 jan 2008 18:41, in totaal 1 keer bewerkt

#4: Re: Law in the books of law in action Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: zo 27 jan 2008 18:26
    —
vismodel schreef:
Ontwikkeling in de stand der techniek kan echter evident maken dat door nieuwe technische kennis een veroordeelde iets nooit gedaan kan hebben, aangezien plotseling door nieuwe technische expertise, sporen significant meer aanleiding geven voor het daderschap door een aanwijsbaar ander.

Wat je beschrijft kan m.i. inderdaad een novum geven en herziening mogelijk maken. Alleen lijkt zoiets in deze zaak niet aan de orde te zijn. Althans, wat door Knoops is aangedragen is door de A-G niet als novum bestempeld. De HR gaat er natuurlijk nog zelf naar kijken.

Als vitale verklaringen uit het dossier zijn weggelaten, dan zou dat ook een novum kunnen geven. Maar ook dat is volgens de A-G niet aan de orde.

Klachten over onvolledig onderzoek, voor zover niet gebaseerd op een novum, hadden bij de lagere rechter of in de cassatieprocedure aan de orde moeten komen. Als de klachten daar door de rechter ten onrechte zijn gepasseerd, is dat een rechterlijke fout. De herzieningsprocedure ziet niet op herstel van rechterlijke fouten (behalve wanneer die fouten tot een veroordeling in Straatsburg hebbeng geleid).

Ik verwacht niet dat voor de rechtspraak in dit land dit herzieningsverzoek van veel belang zal blijken. Misschien tenzij de HR de voorwaarden voor herziening oprekt, maar dat zie ik in deze zaak niet gebeuren. Daarvoor lijkt mij de zaak van Lucia de B. geschikter. Maar zoals je zelf aangeeft (door te verwijzen naar wat Mevis en Knoops hierover zeggen) zal de Hoge Raad dat vermoedelijk ook bij Lucia de B. niet doen.

Ik denk zelf dat er bij tegenstrijdige deskundigenoordelen veel meer nadruk moet worden gelegd op de redelijke twijfel die er blijkbaar is. In Nederland heeft de rechter enorme vrijheid om te kiezen aan welk deskundigenoordeel hij geloof hecht. Hij hoeft niet te motiveren waarom de tegenstrijdige deskundigenoordelen geen aanleiding geven tot redelijke twijfel. Inhoudelijk zou hij dat natuurlijk ook niet kunnen, maar moet je dan maar accepteren dat een strafrechter mensen kan veroordelen op een willekeurig uitgekozen onderzoeksrapport? Maar goed, dit zal in cassatie al (tevergeefs) aan de orde zijn gesteld.

#5: Re: Law in the books of law in action Auteur: vismodel BerichtGeplaatst: zo 27 jan 2008 19:22
    —
bona fides schreef:
Misschien tenzij de HR de voorwaarden voor herziening oprekt, maar dat zie ik in deze zaak niet gebeuren. Daarvoor lijkt mij de zaak van Lucia de B. geschikter. Maar zoals je zelf aangeeft (door te verwijzen naar wat Mevis en Knoops hierover zeggen) zal de Hoge Raad dat vermoedelijk ook bij Lucia de B. niet doen.



Novum-rechtspraak valt m.i. alleen te begrijpen helaas als ARBITRAGE, m.a.w. adviserend advies, waaraan de betrokken partijen voorzover hen vrijstaat, zich in het geheel niet hoeven te houden. Ongeschreven recht met een geschreven randje, als zeg maar de ultieme vorm van scheiding der machten, in ongeschreven zin.
De Hoge Raad kan daarmee doen wat haar goed dunkt, voor wat vanuit haar optiek als social engineer haar te doen zou staan voor goed recht. Verwacht mag worden dat daar echter we de functie van jurisrpudentie vanuit gaat, zij het in een educatieve zin, die vooral het publieke debat en het politiek discourse betreft, wat voor type ontwikkelingen door de Hoge Raad zullen worden aangegrepen, om zich voor dit type arbitrage te willen laten lenen.
De Hoge Raad is dan veel meer te vergelijken met de Ombudsman, maar zonder de middelen.
Prof. Ter Heide heeft in zijn monografie over de onafhankelijkheid van de RM, een en ander geopperd over de wenselijkheid van educatieve input vanuit de zittende magistratuur.
De vraag die hier speelt is tegen al deze achtergronden, hoe de HR als arbiter in een afgesloten strafzaak, zich opstellen: lijdelijk of leidelijk.
Door het kennelijke gewicht dat vanuit samenleving en politiek uitgaat naar rechtszekerheid op vele punten, maakt het mogelijk dat de Hoge Raad in deze veelomvattende materie meer duidelijkheid kan gaan bieden.

In het verleden is er
1. de Puttense moordzaak geweest. Dat was als ik het goed heb geen NOVUM, maar cassatie na een of meerdere terugverwijzingen, die weer terugkwamen.
2. de Parkmoord in Schiedam. Dat is volgens de eerste aanzet tot NOVUM-arbitrage. Daar handelde het om iets soortgelijks als hier in de DMZ, maar met een vorm van bekentenis.

Te verwachten valt dat er naar analogie zal worden gehandeld. Alleen is de zaak nu een complexe variatie op de thematiek, die daarom meer helderheid zal opleveren, waar zich de grensvlakken bevinden. Ik verwacht dat men de raadsheren-arbiters in de Schiedamse parkmoord zal polsen, indien het hier niet diezelfde raadsheren zou betreffen.

Echter soms is een analogie een evolutieproces waarvan men ook kan terugkomen in de evaluatie van ee eerdere zaak (parkmoord) en moeten er meer schapen over de dam, voordat de HR zich geroepen zal voelen, zaken zo af te doen dat naar de markt toe helder kan worden hoe zij haar rol op een nogal onontgonnen terrein opvat. M.i. is er daarom nu iets zeer bijzonders aan de hand, waarmee de HR zich voor de verre toekomst positioneert.

Hiermee bedoel ik dan dit: in de parkmoord kan men nog de schijn hebben willen wekken van een cassatieachtige toetsing, al lijkt mij dat dus zeer onwaarschijnlijk voor de goede verstaander.Het gaat hier echt om input vanuit het maatschappelijke speelveld, waarvan de klacht in zelfreflectief opzicht wordt gehonoreerd door het OM, om tot een arbitrage-verzoek over te gaan.
Door het negatieve advies van de AG in casu, zet dit zaken wel op spanning voor de Hoge Raad.Alleen hoort m.i. een voor-advies van de AG niet thuis in een arbitrage-zaak; ik had liever gezien dat de AG wel een voor-advies zou hebben gegeven, maar verzegeld, tot na het arbitrage-oordeel van de HR.

#6: Re: Law in the books of law in action Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: zo 27 jan 2008 19:47
    —
vismodel schreef:
Novum-rechtspraak valt m.i. alleen te begrijpen helaas als ARBITRAGE, m.a.w. adviserend advies, waaraan de betrokken partijen voorzover hen vrijstaat, zich in het geheel niet hoeven te houden. Ongeschreven recht met een geschreven randje, als zeg maar de ultieme vorm van scheiding der machten, in ongeschreven zin.
De Hoge Raad kan daarmee doen wat haar goed dunkt, voor wat vanuit haar optiek als social engineer haar te doen zou staan voor goed recht.

Een hoogste rechter wordt per definitie niet meer door een hogere rechter gecontroleerd, dat staat verder los van novum-rechtspraak. Met "adviserend" heeft zo'n uitspraak niet veel te maken. (Adviserend advies houdt in dat de uitspraak niet bindend is; een herzieningsuitspraak is dat wel. Overigens is arbitrage juist bindend. Arbitrage houdt in dat een niet-rechterlijk college uitspraak doet.)

Quote:
Verwacht mag worden dat daar echter we de functie van jurisrpudentie vanuit gaat, zij het in een educatieve zin, die vooral het publieke debat en het politiek discourse betreft, wat voor type ontwikkelingen door de Hoge Raad zullen worden aangegrepen, om zich voor dit type arbitrage te willen laten lenen.

Ik kan helaas geen betekenis lezen in deze zin. Maar in ieder geval is het niet de functie van de Hoge Raad of van de jurisprudentie om gehoor te geven aan de wens van het publieke debat. De Hoge Raad dient op basis van de wet recht te spreken.

Als de wet niet voldoet, dan is het aan de wetgever om die te veranderen. Het is in de eerste plaats aan de wetgever om de criteria voor herziening te herzien, mocht de wetgever dat wenselijk vinden.

Quote:
In het verleden is er
1. de Puttense moordzaak geweest. Dat was als ik het goed heb geen NOVUM, maar cassatie na een of meerdere terugverwijzingen, die weer terugkwamen.

Dit was wel een herzieningszaak met een novum. Alleen rekte de HR de criteria in deze zaak wat op, om daar later weer op terug te komen. Dat is in ieder geval slecht voor de rechtszekerheid. Hou dan liever vast aan de strikte lijn zodat de wetgever gedwongen wordt in te grijpen.

Quote:
2. de Parkmoord in Schiedam. Dat is volgens de eerste aanzet tot NOVUM-arbitrage. Daar handelde het om iets soortgelijks als hier in de DMZ, maar met een vorm van bekentenis.

Soortgelijk alleen in de zin dat het ook om herziening ging. Dat in de Schiedamse zaak tot herziening moest worden besloten volgt rechtstreeks uit de wettelijke criteria voor herziening. Die zaak is zeker geen "aanzet" tot ontwikkelingen.

Quote:
Te verwachten valt dat er naar analogie zal worden gehandeld. Alleen is de zaak nu een complexe variatie op de thematiek, die daarom meer helderheid zal opleveren, waar zich de grensvlakken bevinden. Ik verwacht dat men de raadsheren-arbiters in de Schiedamse parkmoord zal polsen, indien het hier niet diezelfde raadsheren zou betreffen.

Hier misken je waar de herzieningszaak bij de Schiedamse parkmoord om ging.

Quote:
Hiermee bedoel ik dan dit: in de parkmoord kan men nog de schijn hebben willen wekken van een cassatieachtige toetsing, al lijkt mij dat dus zeer onwaarschijnlijk voor de goede verstaander.

Hier wek je de indruk niet goed te weten wat cassatie en herziening inhouden.

En al je verwijzingen naar "arbitrage" zijn zoals gezegd misplaatst.

#7: Hoezo misken ik verschil cassatie en herziening? Auteur: vismodel BerichtGeplaatst: ma 28 jan 2008 2:37
    —
Voorzover de wet die niet al expliciet biedt, heb ik juist getracht het kardinale verschil in ruime van de toestingsgronden tussen cassatie en herziening te benadrukken. Ik beticht zelfs de aangehaalde gespecialiseerde juristen, dat verschil te miskennen.

De HR krijgt als het ware dezelfde ruimte als de rechter in eerste aanleg. (Zij is alleen wel gehouden in voltallige bezetting te oordelen, of door staking van stemmen!!)
Deze rechtsgang heeft tot doel, het kunnen herstellen van een evidente kans van rechterlijke dwalingen, als gevolg van factoren die een eerlijke procesgang heben belet, door de input van nieuwe informatie die niet eerder ter beschikking stond voor de rechter om kennis van te nemen.

Voor de goede orde heb ik Boek 3: VIII-Herziening arresten / vonnissen WvSv er nog maar eens op nageslagen.

Uit het geheel van de artikelen aldaar valt duidelijk af te leiden dat er zoals logisch te verwachten een toetsingsregime voor toepasselijk is dat t.o.v. de (normale) cassatietoetsing, een veel vrijer karakter heeft en derhalve een sterk arbitrage-achtig karakter draagt, als analogie.

De belangrijkste aspecten wat betreft de uitspraak, zijn neergelegd in art. 467.

Quote:
Art. 467.

1. Acht de Hoge Raad de aanvrage betreffende het geval genoemd in artikel 457, eerste lid, onder 2°, gegrond, dan beveelt hij de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het gewijsde en verwijst hij de zaak op de voet van artikel 461, teneinde hetzij het gewijsde te handhaven, hetzij met vernietiging daarvan het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren, de verdachte vrij te spreken of als niet-strafbaar te ontslaan van alle rechtsvervolging, of de verdachte opnieuw te veroordelen met toepassing van de minder zware strafbepaling.
2. Acht de Hoge Raad de aanvrage betreffende het geval, vermeld in artikel 457, eerste lid, onder 3°, gegrond, dan doet hij bij wijze van herziening de zaak zelf af of beveelt hij de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het gewijsde en verwijst hij de zaak op de voet van artikel 461, teneinde – met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad – hetzij het gewijsde te handhaven hetzij met vernietiging daarvan recht te doen.
3. De veroordeelde aan wie krachtens het gewijsde zijn vrijheid is ontnomen is van rechtswege vrij en wordt onverwijld in vrijheid gesteld, behoudens het bepaalde bij artikel 470.


Alleen voor wat betreft deze grondelementen ligt derhalve vast hoe de lagere rechter waar naar wordt terugverwezen in een herzieningsuitspraak, gehouden is te oordelen. Voor al het overige, m.u.v. de laatste strafmaat voor de herziening, staat het de lagere rechter vrij, tot een nieuw oordeel te komen. Bijvoorbeeld (in theorie i.v.m. verjaring e.d.) diefstal i.p.v. doodslag, etc.. Ik verwijs naar art.474.

In de Schiedammer parkmoord was de HR in staat een beslissing te nemen zoals in art. 467. Hier, in de DMZ, ligt dat zeer waarschijnlijk volstrekt anders. Dan komt art. 474 volledig in beeld.
Per saldo is er dan de analogie met arbitrage met ten dele een adviserend karakter, zowel wat betreft de toetsingsmogelijkheden die veel ruimer zijn dan de strikte cassatiegronden en middelen als, wat er voor de lagere rechter kan overblijven, langs de weg van art. 474 te kunnen aanvangen (aanvulling van gronden).

De HR kan in een herzieningsuitspraak richtsnoeren geven waarom zij tot een gegrondverklaring komt van de klacht, maar de rechter in lagere instantie kan en moet haar eigen afwegingen maken in het kader van 348/350 en de mogelijkheden die dat haar biedt.

In de Schiedammer moordzaak werd er nog een cassatieberoep ingesteld na de terugverwijzing in de herzieningsuitspraak door de HR: de reden was niet de niet-ontvankelijkheidsverklaring op zichzelf, door het Hof, maar slechts de motivering van het Hof.

Herzieningsuitspraak HR:

Quote:
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de aanvragen tot herziening gestelde feiten en omstandigheden een novum opleveren en het ernstige vermoeden wekken dat het hof, indien het met die nieuwe feiten en omstandigheden bekend zou zijn geweest, de betrokkene zou hebben vrijgesproken.

De Hoge Raad heeft de aanvragen tot herziening dan ook gegrond verklaard en de schorsing bevolen van de tenuitvoerlegging van de aan de betrokkene opgelegde straf en heeft de zaak voorts verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam om de zaak opnieuw te behandelen en af te doen.


Vervolgens verklaarde het Hof het OM niet-ontvankelijk. Dat staat haar vrij te doen, maar de advocaten hadden naar ik uit hun verweer afleid liever gehad, dat de HR de zaak zelf had afgedaan, en wel door daarin mee te nemen het aspect van de tunnelvisie door de onder druk afgelegde bekentenis etc., die in strijd is met een eerlijk proces. Nu diende die advocaten hun hoop te vestigen op het Hof voor een dergelijke motivatie voor de niet-ontvankelijkheid van het OM. Maar dat zou een nader fieten-onderzoek hebben gevergd in de optiek van de PG/het OM. En dat argument was kennelijk niet tijdig ingebracht, om nog te kunnen honoreren, vond het Hof. De HR had echter hier behoren te signaleren wat de oorzaak was voor de rechterlijke dwaling: onzorgvuldigheden die ten eerste hadden geresulteerd in een uitgelokte bekentenis, en daardoor resulterend in geen eerlijk(e) proces(gang). M.a.w. de eerdere rechters hadden ook zonder het novum, beter hun werk moeten doen, door tunnel visie uit te sluiten. Net als bij Ernst L. het geval KAN zijn geweest of niet valt uit te sluiten, is hier sprake geweest van de toevallige omstandigheid: the wrong person, at the wrong time at the wrong place.

Maar ditmaal (Ernst L.) met de consequentie dat een niet honoreren van die kans, desastreus is voor de toekomst van de rechtspraak, omdat dan onzorgvuldig opsporingsonderzoek wordt gehonoreerd als jurisprudentie, ook als precedent in de (ruimer in de wet bemeten mogelijkheid tot) toetsing door de HR of er van een novum / grond tot herziening sprake kan zijn.

Idealiter had de HR zich conform de wens van de advocaten in de schiedammer parkzaak wel in die richting (tunnel visie) uitgesproken en dus in een meer algemene zin inzake de zorgvuldigheidseisen voor 348/350 uitgesproken.

In de situatie van Ernst L. meen ik dat er zelfs in het geheel geen sprake is van een bekentenis, maar op andere punten, weldegelijk sprake zou kunnen zijn van een ONvoldoende zorgvuldig, cq. ONvoldoende evenwichtig uitgevoerd onderzoek.
Stel dat nu wederom de HR met de grotere ruimte die de wet biedt voor herzieningsverzoeken, herziening honoreert, dan loopt men tegen het volgende probleem aan: wat garandeert dat een nieuw aanvullend onderzoek, wel zorgvuldig zal verlopen, als de HR zich daarover te zeer op de vlakte zou houden. Hieronder zal ik uitleggen waarom de HR ten onrechte toch zal neigen naar het zich op de vlakte te houden. Dat heeft te maken met art. 472. De advocaten in de Schiedammer parkzaak hebben via een gekunstelde U-bocht (cassatieberoep na herziening die naar Hof verwees), getracht de Hoge Raad aan te kunnen spreken op een nadrukkelijke motivaie op het vlak van tunnel visie en de eis van een eerlijke procesgang, door criteria te stellen aan het aangeleverde onderzoek door het OM. Op zo'n moment speelt weer het strikte karakter van cassatietoetsing.

In het geval van Ernst L. zal eenzelfde op de vlakte houden van de HR in de herzieningszaak, zeer veelzeggend zijn, omdat zij daarmee de grotere ruimte die deze rechtsgang biedt, dan om zeep helpt. In de zaak L speelt tunnel visie veel subtieler een rol. En dat dwingt

Had de HR echter aanwijzingen gegeven voor zorgvuldig onderzoek, ten behoeve van eerlijke procespleging, dan komen plotseling tal van zaken in aanmerking voor herzieningsverzoeken, op grond van nieuwe feiten op het vlak van verklaringen afgelegd onder druk, waarvan niets uit het dossier blijkt, of andere verstoringen van een evenwichtige bewijsvergaring.

Ik meen met de advocaten in de Schiedammer parkzaak, als ik hen goed begrijp, dat de HR de kans om de criteria voor herzieningsmogelijkheid nadere invulling te geven, die als een soort stok achter de deur, jegens OM, zou kunnen fungeren op het punt van een eerlijke procesgang. De kans daarop is naar was te verwachten echter nihil, simpelweg omdat een HR niet uit eigen ervaring weet hoe het er in de praktijk aan toe zal gaan. Alleen wanneer men zelf iets dergelijks heeft meegemaakt, weet men hoe opsporingsambtenaren als ze met een onschuldig persoon te maken hebben, de zaken zullen proberen toch zo'n draai te geven, dat ze het kunnen gebruiken om een zaak rond te krijgen, terwijl ze zelf dondersgoed weten de boel te flessen. Voor hun geldt immers als primaire doel: resultaatgericht bezig zijn (time is money) - hoe meer zaken per uur deste beter.

De wet biedt hier de mogelijkheid van law in action in optima forma.
De dam die de wetgever hiertegen lijkt te hebben willen opwerpen is die van de meerderheid van stemmen in voltallige kamer, ingevolge art. 472 lid2. Zie daar maar eens met een gedetailleerde uitspraak te komen waar een meerderheid zich in kan vinden.
Per definitie zal de HR zich dus altijd beperken tot algemeenheden, helaas. Volstrekt onnodig. Maar voor haar geldt natuurlijk ook: resultaat in de kortste tijd. Kortom: de weg van de minste weerstand. Ondertussen kan daar iemand voor de rest van zijn leven ten onrechte de dupe zijn, als met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid iemands daderschap niet kan worden vastgesteld.En geen enkel formeel regeltje, mag dan een beletsel zijn naar het principe, iemand is pas schuldig als er geen enkele redelijke mate van twijfel kan bestaan.En dit geldt zelfs ongeacht of iemand het wel of niet heeft gedaan.Ter beoordeling staat de eerlijkheid van de procesgang.
En als op basis van nieuwe informatie er voor twijfel meer reden kan ontstaan, die een lagere rechter met de wetenschap daarvan naar valt aan te nemen, anders had doen toetsen aan 348-350, dan is kan daar maar een oordeel uit volgen: novum/herziening.

[/quote]

#8:  Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: ma 28 jan 2008 10:59
    —
Je noemt een aantal artikelen, maar je vergeet de voor herziening verreweg belangrijkste bepaling, nl. art. 457 lid 1 Sv:
Quote:
Herziening van eene in kracht van gewijsde gegane einduitspraak houdende veroordeeling, kan worden aangevraagd:
1°. op grond van de omstandigheid dat bij onderscheidene arresten of vonnissen, in kracht van gewijsde gegaan of bij verstek gewezen, bewezenverklaringen zijn uitgesproken, welke niet zijn overeen te brengen;
2°. op grond van eenige omstandigheid die bij het onderzoek op de terechtzitting den rechter niet was gebleken en die op zich zelve of in verband met de vroeger geleverde bewijzen met de uitspraak niet bestaanbaar schijnt in dier voege dat ernstig vermoeden ontstaat dat ware zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid, hetzij tot vrijspraak van den veroordeelde, hetzij tot ontslag van rechtsvervolging op grond dat deze niet strafbaar was, hetzij tot niet ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot toepasselijkverklaring van eene minder zware strafbepaling;
3°. op grond van een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin is vastgesteld dat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden dan wel een protocol bij dit verdrag is geschonden in de procedure die tot de veroordeling of een veroordeling wegens hetzelfde feit op grond van dezelfde bewijsmiddelen heeft geleid, indien herziening noodzakelijk is met het oog op rechtsherstel als bedoeld in artikel 41 van dat verdrag.

In het kort: herziening van een veroordeling is slechts mogelijk in 3 gevallen:
1. als er inmiddels iemand anders is veroordeeld voor hetzelfde feit;
2. bij een novum, d.w.z. een feit dat tijdens de behandeling van de zaak niet aan de rechter bekend was en vermoedelijk tot een andere uitkomst zou hebben geleid;
3. na een veroordeling door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

De Schiedamse Parkmoord is een voorbeeld van situatie 1.

Bij de Deventer moordzaak gaat het uitsluitend om situatie 2. Zonder novum is er wettelijk geen mogelijkheid voor herziening. (Alleen als de klusjesman of iemand anders zou worden veroordeeld voor de moord zou je in situatie 2 komen.)

Als er bij Lucia de B. een herzieningsverzoek wordt gedaan zal het ook uitsluitend gaan om situatie 2. (Het is redelijk ondenkbaar dat een ander zal worden veroordeeld voor die moorden Wink.)

vismodel schreef:
Voor de goede orde heb ik Boek 3: VIII-Herziening arresten / vonnissen WvSv er nog maar eens op nageslagen.

Uit het geheel van de artikelen aldaar valt duidelijk af te leiden dat er zoals logisch te verwachten een toetsingsregime voor toepasselijk is dat t.o.v. de (normale) cassatietoetsing, een veel vrijer karakter heeft en derhalve een sterk arbitrage-achtig karakter draagt, als analogie.

Dit is volstrekt onjuist. Herziening draait volledig om art. 457 lid 1 Sv. De overige artikelen regelen slechts de gang van zaken wanneer herziening wordt toegekend.

Quote:
Per saldo is er dan de analogie met arbitrage met ten dele een adviserend karakter, zowel wat betreft de toetsingsmogelijkheden die veel ruimer zijn dan de strikte cassatiegronden en middelen als, wat er voor de lagere rechter kan overblijven, langs de weg van art. 474 te kunnen aanvangen (aanvulling van gronden).

Die toetsingmogelijkheden die je ziet zijn er niet, zie art. 457 lid 1 Sv.

Quote:
Stel dat nu wederom de HR met de grotere ruimte die de wet biedt voor herzieningsverzoeken, herziening honoreert, dan (...)

Die ruimte is er niet, zie art. 457 lid 1 Sv.

Quote:
De dam die de wetgever hiertegen lijkt te hebben willen opwerpen is die van de meerderheid van stemmen in voltallige kamer, ingevolge art. 472 lid2.

Nee, de dam is art. 457 lid 1 Sv.

Bovendien heeft art. 472 Sv uitsluitend betrekking op het geval dat de verdachte door de Hoge Raad in eerste aanleg is veroordeeld (hiervoor moet je art. 472 Sv en de bepalingen waarnaar wordt verwezen zeer nauwkeurig lezen). De Hoge Raad is slechts strafrechter in eerste aanleg bij ambtsovertredingen van ministers, staatssecretarissen en parlementsleden (art. 119 Gw). Dit is in de geschiedenis van de Hoge Raad als ik mij niet vergis nog nooit voorgekomen.

Quote:
Ik beticht zelfs de aangehaalde gespecialiseerde juristen, dat verschil te miskennen.

Ik constateer het Dunning-Kruger effect.

Als je het als leek niet eens bent met de specialisten in het veld, ga er dan niet bij voorbaat vanuit dat jij het beter weet.

#9: Art 472 Auteur: vismodel BerichtGeplaatst: za 02 feb 2008 17:45
    —
Inderdaad art. 472 handelt over de situatie nadat de HR al eerst op herzieningsverzoek verwijzing heeft uitgesproken naar zichzelf. En die mogelijkheid beperkt zich tot de door u genoemde type strafbare feiten.

Dan is de verwijzingsbeslissing dus al genomen. De beslissingen op 461 / 467 zijn dan dus al genomen en gehonoreerd.

En dan begrijp ik eerlijk gezegd de terughoudendheid van de HR in de meeste herzieningsverzoeken niet goed. Vergelijk bv. tussen het herzieningsveroek van deskundige Koppen en kort daarna dat van de PG, in de Schiedammer Parkmoord. De eerste werd niet gehonoreerd, maar kort daarna de andere wel. En dat geeft eigenlijk m.i. dat de Hoge Raad zich onnodig nogal terughoud pleegt op te stellen op het vlak van tunnel visie-argumenten.

Het voorgaande over art. 472 roept onmiddellijk de vraag op hoe de bezettingseisen zijn geformuleerd voor de Hoge Raad die oordeelt in eerste aanleg. Interessant om dat te vergelijken. Helaas heb ik niet alle artikelen tot mijn beschikking in Sv, Boek 4, Titel 1, waar dat naar ik vermoed in geregeld zal zijn.


T.a.v. Schiedammer Parkmoord luidde de uitspraak op het tweede herzieningsverzoek samengevat:

Quote:
Er is sprake van een omstandigheid ex art. 457.1.2 Sv, nu a) ene X heeft verklaard de bewezenverklaarde feiten te hebben begaan; b) uit DNA-onderzoek door het NFI volgt dat het op het overleden slachtoffer aangetroffen celmateriaal afgeleide DNA-kenmerken bevat die overeenkomen met de desbetreffende DNA-kenmerken in het DNA-profiel van die X en niet met dat van veroordeelde en ten aanzien waarvan de kans 1 op 900.000 bedraagt dat een willekeurig gekozen man een DNA-profiel bezit dat dezelfde DNA-kenmerken bevat; c) uit onderzoek door het FLDO volgt dat Y-STR DNA-profielen van X en van het niet overleden slachtoffer passen binnen de gemengde Y-STR DNA-profielen die zijn aangetroffen op bij het plegen van de feiten gebruikte veters, terwijl d) het Y-STR DNA-profiel van veroordeelde niet past binnen deze gemengde profielen


M.a.w. weldegelijk een novum (en NIET een beslissing op basis van 457 lid sub1) - zoals ik al eerder meen te hebben aangegeven.
Want ondanks deze vaststellingen was er op het moment van de procedure en tijdstip van uitspraak nog geen veroordeling. Die was er enige tijd later wel toen de zaak was aangekomen bij het Hof Amsterdam.

#10: Re: Art 472 Auteur: bona fides BerichtGeplaatst: za 02 feb 2008 19:51
    —
vismodel schreef:
T.a.v. Schiedammer Parkmoord luidde de uitspraak op het tweede herzieningsverzoek samengevat: (...)

M.a.w. weldegelijk een novum (en NIET een beslissing op basis van 457 lid sub1) - zoals ik al eerder meen te hebben aangegeven.
Want ondanks deze vaststellingen was er op het moment van de procedure en tijdstip van uitspraak nog geen veroordeling. Die was er enige tijd later wel toen de zaak was aangekomen bij het Hof Amsterdam.

Je hebt helemaal gelijk, het was wel een novum. Op zich wel begrijpelijk natuurlijk dat niet is gewacht tot de definitieve veroordeling van de werkelijke dader. Ik wist niet dat er ook tot herziening was besloten op basis van DNA-materiaal.

Quote:
Inderdaad art. 472 handelt over de situatie nadat de HR al eerst op herzieningsverzoek verwijzing heeft uitgesproken naar zichzelf. En die mogelijkheid beperkt zich tot de door u genoemde type strafbare feiten.

Dan is de verwijzingsbeslissing dus al genomen. De beslissingen op 461 / 467 zijn dan dus al genomen en gehonoreerd.

Precies. Art. 457 lid 1 Sv werkt als een heel selectief filter. De HR kan misschien wel iets soepeler zijn bij het aannemen van een novum, maar ook bij de meest soepele uitleg verhindert het "novum"-vereiste dat vanwege een echte rechterlijke dwaling wordt herzien. (De lid 1 sub 1 en sub 3 mogelijkheden kunnen natuurlijk wel neerkomen op een rechterlijke dwaling.)

Art. 472 Sv komt pas aan bod wanneer de HR naar zichzelf verwijst, en dat is alleen bij het berechten van parlementsleden en ministers. Met de mogelijkheden die er in herziening zijn heeft het artikel eigenlijk niets te maken. Bij een normale herziening wordt verwezen naar een rechtbank of gerechtshof, en die behandelen de zaak dan volgens mij binnen bepaalde grenzen als een normale zaak (de straf kan niet hoger worden bijv.).

Quote:
En dan begrijp ik eerlijk gezegd de terughoudendheid van de HR in de meeste herzieningsverzoeken niet goed. Vergelijk bv. tussen het herzieningsveroek van deskundige Koppen en kort daarna dat van de PG, in de Schiedammer Parkmoord. De eerste werd niet gehonoreerd, maar kort daarna de andere wel. En dat geeft eigenlijk m.i. dat de Hoge Raad zich onnodig nogal terughoud pleegt op te stellen op het vlak van tunnel visie-argumenten.

Voor het gemak een link naar de uitspraak van de HR in het eerste herzieningsverzoek (op basis van het boek van Koppen).

Tunnelvisie-argumenten zijn geen novum. Een argument kan geen novum zijn.

De HR oordeelde in het eerste herzieningsverzoek:
Quote:
5.4. Voorzover de beschouwingen en conclusies van Van Koppen op bepaalde, in de aanvrage niet nader gespecificeerde, punten zouden verschillen van die van het Hof, is er geen sprake van een novum in vorenbedoelde zin, doch als een van het oordeel van het Hof afwijkende mening of gevolgtrekking. De feiten en omstandigheden waarvan de deskundige is uitgegaan en die tot zijn conclusies hebben geleid, heeft hij ontleend aan de stukken van het geding, welke stukken het Hof bekend waren ten tijde van zijn uitspraak.

Er was dus geen novum en dat zou het ook nu niet zijn. De HR volgde m.i. gewoon de wet. De huidige wettelijke herzieningsmogelijkheid strekt nu eenmaal slechts in beperkte mate tot het dienen van de rechtvaardigheid.

Achteraf kun je zeggen dat Koppen helemaal gelijk had, maar dat maakt van zijn opmerkingen geen novum. Bij het tweede herzieningsverzoek was er duidelijk wél een novum (en blijkbaar zelfs meerdere).

#11:  Auteur: Wegwijzer BerichtGeplaatst: za 09 feb 2008 0:59
    —
inmiddels achterhaald en door mijzelf verwijderd

Laatst aangepast door Wegwijzer op di 26 feb 2008 16:54, in totaal 1 keer bewerkt

#12: De AG kwam zelf ook met een novum Auteur: demo BerichtGeplaatst: di 12 feb 2008 16:11
    —
Een belangrijke bewijsconstructie voor het gerechthof Den Bosch vormen de DNA-sporen, toegeschreven aan Ernest Louwes. Zowel in het NFI-rapport, als in de uitspraak van het gerechtshof Den Bosch (2004) is vlek #20 gelokaliseerd op het rechter voorpand. Dat dat uit een oogpunt van bewijsvoering een major probleem is, is iedereen kennelijk ontgaan. Terloops wijzigt de AG Mr. Machielse dit op in zijn Conclusie inzake de Deventer-moordzaak d.d. 20-032007 de locatie in het linker voorpand:

“(7) Op de foto's die van de blouse zijn gemaakt blijkt dat vlek 20 zich bevindt op het linker voorpand.”

Daarmee verandert de bewijsvoering, terwijl er ook een standpunt ingenomen wordt omtrent de vraag, wat zwaarder moet wegen: de notitie van de onderzoeker (in dit geval Dr. A.D. Kloosterman in NFI rapport dd. 19 januari 2004) omtrent de plaats van de bemonstering –later zoals gezegd herhaald door het gerechtshof, of de bestickering, zoals te zien op de foto van de blouse. Wat was eerder?

Wat is de relevantie? Die ligt in het algehele patroon van DNA-bemonsteringen, een onderbelicht feit.
Alleen vlekken 11 en 20 vertonen hierbij een ernstige afwijking van een duidelijk patroon, namelijk een besproeiing met speeksel vanuit de mond van de verdachte. Als de aanduidingen van deze twee bemonsteringen door een misverstand zijn verwisseld, is het patroon weer perfect. De AG heeft ons in feite op dit laatste risico attent gemaakt.

Details? Zie http://www.deemzet.nl >DNA >puzzelen


Laatst aangepast door demo op za 29 mrt 2008 17:38, in totaal 1 keer bewerkt

#13:  Auteur: GJudge BerichtGeplaatst: di 18 mrt 2008 14:00
    —
Het oordeel van de HR: afwijzing van het herzieningsverzoek. En dat arrest is lang... (106p).



Rechtenforum.nl -> Actualiteiten

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Pagina 1 van 1

© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl