Gebruikersnaam:   Wachtwoord:   Gratis Registreren | Wachtwoord vergeten?
Rechtenforum.nl
Rechtenforum.nl Rechtenforum.nl
 
Controle paneel
Registreren Registreren
Agenda Agenda
Help Help
Zoeken Zoeken
Inloggen Inloggen

Partners
Energie vergelijken
Internet vergelijken
Hypotheekadviseur
Q Scheidingsadviseurs
Vergelijk.com

Rechtsbronnen
Rechtspraak
Kamervragen
Kamerstukken
AMvBs
Beleidsregels
Circulaires
Koninklijke Besluiten
Ministeriële Regelingen
Regelingen PBO/OLBB
Regelingen ZBO
Reglementen van Orde
Rijkskoninklijke Besl.
Rijkswetten
Verdragen
Wetten Overzicht

Wettenbundel
Awb - Algm. w. best...
AWR - Algm. w. inz...
BW Boek 1 - Burg...
BW Boek 2 - Burg...
BW Boek 3 - Burg...
BW Boek 4 - Burg...
BW Boek 5 - Burg...
BW Boek 6 - Burg...
BW Boek 7 - Burg...
BW Boek 7a - Burg...
BW Boek 8 - Burg...
FW - Faillissement...
Gemw - Gemeente...
GW - Grondwet
KW - Kieswet
PW - Provinciewet
WW - Werkloosheid...
Wbp - Wet bescherm...
IB - Wet inkomstbel...
WAO - Wet op de arb..
WWB - W. werk & bij...
RV - W. v. Burgerlijk...
Sr - W. v. Strafrecht
Sv - W. v. Strafvor...

Visie
Werkgevers toch ...
Waarderingsperik...
Het verschonings...
Indirect discrim...
Een recht op ide...
» Visie insturen

Rechtennieuws.nl
Loods mag worden...
KPN bereikt akko...
Van der Steur wi...
AKD adviseert de...
Kneppelhout beno...
» Nieuws melden

Snellinks
EUR
OUNL
RuG
RUN
UL
UM
UU
UvA
UvT
VU
Meer links

Rechtenforum
Over Rechtenforum
Maak favoriet
Maak startpagina
Mail deze site
Link naar ons
Colofon
Meedoen
Feedback
Contact

Recente topics
VA loan rates ...
180-dagen rege...
reparatiehuwel...
Res Nullius ?
proces verbaal...

Carrière
Boekel De Nerée
CMS DSB

Content Syndication


 
»
Een beperkte herkansing is geen herkansing
Geplaatst: vr 16 dec 2005 13:37
Auteur: mr. Bart J.V. Keupink
Visie  Attendeer mij op nieuwe reacties op deze visie  Maak favoriet  Printvriendelijk  E-mail vriend(in)  Download als PDF
do 10 nov 2005 14:27 JurisPedia en de zichtbaarheid van de rechtswetenschap  zo 19 mrt 2006 19:01 De onmogelijkheid van deregulering

Beperkte herkansing is geen herkansing. Efficiency in het strafrechtelijk hoger beroep

De druk op het Nederlandse strafrechters-ensemble bereikt tegenwoordig dermate ongekende hoogten dat op instigatie van de Minister van Justitie is gekeken hoe de strafvorderingsmachine weer een tand sneller kan gaan draaien. Maatregelen die een meer gestroomlijnd proces beogen zijn uiteraard niet zonder meer onaanvaardbaar, maar in het strafproces ligt dat mijns inziens wel behoorlijk wat gevoeliger dan op andere gebieden. Het is derhalve nog maar de vraag of de ministeriële zucht naar meer efficiency gepaard mag gaan met een inperking van strafprocessuele mogelijkheden. Recent (per 10 oktober jl.) zijn de concrete plannen van de Minister ten aanzien van vernieuwingen in het strafrechtelijk appel ingediend bij de Tweede Kamer. Vanuit theoretisch perspectief wil ik daarbij in het kader van dit discussieforum enige algemene kanttekeningen plaatsen als bijdrage aan het publieke debat. Het gaat mij daarbij meer om de achterliggende gedachten van het strafrechtelijk hoger beroep, dan om het wetsvoorstel in concreto.

Appelfuncties en vernieuwingen
Van oudsher kent het strafrechtelijk hoger beroep in Nederland een drietal functies, inhoudende respectievelijk a) herkansing voor partijen, b) controle op de rechter en c) bevordering van rechtseenheid en rechtsontwikkeling. De voorstellen lijken vooral aan de eerste twee functies afbreuk te zullen gaan doen. De laatste functie komt met name voor rekening van de Hoge Raad en blijft hier verder buiten beschouwing.

Globaal gesproken komen de voorgestelde wijzigingen op het volgende neer. De verdachte (maar ook het Openbaar Ministerie) zal zich in sommige gevallen geconfronteerd zien met een beperktere hoger beroepsmogelijkheid doordat bij bepaalde delicten een precieze klacht tegen het vonnis zal moeten worden geformuleerd, waarop zich het proces in tweede aanleg dan zal toespitsen. In lichte zaken zal van de appellerende partij zelfs worden verwacht dat zij schriftelijk aangeeft ‘waarom dat [het instellen van het hoger beroep – BK] nodig is’.1 Mijns inziens verengt zich daardoor in beide situaties het onderzoek ter terechtzitting. Reden voor deze nieuwe aanpak is dat ‘nodeloos werk wordt voorkomen’. De bedoeling van de Minister is namelijk om hardnekkige querulanten de mond te snoeren en om figuren die het proces traineren af te stoppen. Uitstel van betaling van een boete door het instellen van hoger beroep, overigens welhaast per definitie een handeling vanuit de hoek van verdachte, wil de Minister aldus tegengaan.

Vanzelfsprekend zijn moedwillig vertragende partijen niet zeer wenselijk. Het lijkt mij echter dat minder ingrijpende middelen ter voorkoming van dat probleem ook zouden kunnen volstaan. Boetes zouden bijvoorbeeld voorafgaand aan het appel betaald kunnen worden, of de appelrechter kan er een extra rentepercentage bij optellen.

Efficiency?
Dat in plaats van dergelijke minder ingrijpende maatregelen gekozen wordt voor het zwaardere geschut van beperkingen stellen aan hoger beroep geeft te denken. Het dragende argument daarachter zal vooral gerelateerd moeten worden aan de wens tot bevordering van de magische krachtterm ‘efficiency’. Ongetwijfeld zal het stroomlijnen (lees: inperken) van de appelmogelijkheden effect sorteren: er is minder proces, ergo er is minder ruimte voor moedwillige vertragingen. Een sluitende redenering, maar volgens mij nooit een argument om appelmogelijkheden in te perken. Het is juist de bedoeling om door middel van het hoger beroep verdachte en Openbaar Ministerie een volledige (!) herkansing en controlemogelijkheid te bieden, aangezien geen van de betrokkenen feilloos is. Een vergissing zit nu eenmaal in een klein hoekje.

Wat mij vooral beangstigt is dat in een aantal gevallen een precieze klacht zal worden verlangd om te bereiken dat men zich ter zitting puur zal gaan concentreren (beperken) tot datgene wat in de ogen van partijen relevant is. Daarmee wordt het restant van de procedure afgedaan als irrelevant terwijl dat naar mijn mening, met name ten aanzien van een zwaarder delict, nooit zo hard gesteld kan worden. Ook de appelrechter zal hoe dan ook volledig kennis dienen te nemen van het gehele dossier, evenals de andere partijen, en niet feitelijk gedrongen mogen worden zijn onderzoek te beperken.

Uitdrukkelijke grondslag
Dat praktisch eventueel een gebruik zou ontstaan van een ietwat beperkter appel is dan nog tot daar aan toe, maar dat dit nu een formele grondslag moet krijgen keur ik af. Dat houdt immers een vrijbrief in om het met de minder voor de hand liggende twistpunten niet zo nauw meer te nemen. Hoewel ze misschien minder belangrijk zijn, zouden die ook de normale aandacht moeten krijgen. Logischerwijs zal een strafproces zich sowieso wel toespitsen op de cruciale geschilpunten, maar dat wil nog niet zeggen dat reeds daarom overbodige, ‘nodeloze’ handelingen kunnen worden gepasseerd. Concreet formeel neerleggen dat naar de niet naar voren gebrachte bezwaren minder nauwlettend hoeft te worden gekeken zal volgens mij resulteren in een afkalving van (de kwaliteit van) het strafproces. Er zullen daarbij altijd personen zijn die bewust het proces onnodig willen rekken, dat is nu eenmaal de consequentie van hoe men invulling heeft gegeven aan het strafrechtelijk hoger beroep. Er mag echter geen onderscheid worden gemaakt. Ook zinloze gevallen moeten aan een tweede rechter kunnen worden voorgelegd, dat is simpelweg een vereiste om een systeem te kunnen hebben waarin appel mogelijk is. Het ‘nut’ van een zaak mag dus niet het onderscheidende kenmerk zijn om te bepalen of appel mogelijk is. Helaas lijkt dat wel te zijn waar de Minister op aanstuurt.

Consequenties
Maatregelen zoals die momenteel lijken te worden voorgesteld zullen zodoende zowel ten koste gaan van de herkansingsfunctie doordat verdachte en Openbaar Ministerie een onvolledige tweede procesgang krijgen, als ten koste van de controlefunctie doordat de appelrechter, omdat hij feitelijk geacht zal worden zich meer te focussen op concrete twistpunten, minder oog kan hebben voor controle van de rechter uit de eerste aanleg. Bij dit laatste sluit het bezwaar aan van het niet imaginaire gevaar dat de eerste rechter minder secuur is nu hij ervan uit kan gaan dat partijen toch wel aan de bel zullen trekken in geval van eventuele gebreken. Dit is het gevolg van het veronderstellen van consensus ten aanzien van die punten waarover niet specifiek wordt geklaagd. Een en ander levert een uiterst dubieuze situatie op die in het strafrecht, waar de overheid in ongelijke verhouding tegenover de burger staat, niet zonder slag of stoot mag worden aanvaard.

Afronding
Mijn vraag om mee af te sluiten ten slotte is waar u als lezer denkt dat meer efficiency toe leidt? Ik meen dat de te boeken tijdswinst die wordt beoogd helaas niet zal leiden tot bijvoorbeeld een verbeterde motivering van vonnissen. Ik vermoed dat verkorte processen veeleer aanleiding zullen zijn om nog meer strafzaken te behandelen met een gelijkblijvend aantal rechters. Het voorgaande in ogenschouw nemend zal het u niet bevreemden dat in mijn visie ook voor strafzaken geldt dat een verhoogde kwantiteit, zijnde het mijns inziens uiteindelijke doel van de Minister, vrijwel altijd ten koste gaat van kwaliteit, en dat is, gezien de verticale verhoudingen in het strafproces, onwenselijk. Het hoger beroep met bijbehorende functies is dermate fundamenteel dat het niet zou mogen worden beperkt en bemoeilijkt. Hopelijk lukt het de wetgever zich daarvan tijdig rekenschap te geven.


‘Omwille van het publieke debat’


mr. Bart J.V. Keupink
december 2005
Rechtenforum.nl


___________________
1.http://www.minjus.nl/nieuws/pers/persberichten/archief/archief_2005/50303mr_efficientere_procedure_voor_hoger_beroep_in_strafzaken.asp


Visie | Een visie insturen | Maak favoriet | E-mail vriend(in) | Download als PDF
do 10 nov 2005 14:27 JurisPedia en de zichtbaarheid van de rechtswetenschap  zo 19 mrt 2006 19:01 De onmogelijkheid van deregulering
Meer visies
Reacties
Plaats reactieGeplaatst: wo 11 jan 2006 0:03 door Blauwbeer
Een korte reactie waarbij ik vooral het punt van efficiency wil bespreken. Als secretaris ben ik veel tijd kwijt aan het uitwerken van hoger beroepen. Een groot deel van die beroepen is volstrekt kansloos en dient geen enkel nut. Een voorbeeld dat ik echt heb meegemaakt: een verdachte met een fors strafblad beledigt een politieagent. Hij bekent het feit maar betaalt de transactie niet. Op de terechtzitting komt hij niet opdagen. Hij wordt veroordeeld tot een geldboete gelijk aan de transactie. Hij gaat in hoger beroep. Ook daar komt hij niet opdagen.
In de visie van Bart Keupink moet ik uitgebreid de bewijsmiddelen uitwerken in het proces-verbaal. Dat kost kostbare tijd die ik eigenlijk beter kan besteden. In de kast liggen nog vijf van dat soort hoger beroepen. Waarom die zijn ingesteld? Geen idee. Zand in de machine strooien, uitstel van betaling, dat soort overwegingen. Het gevolg is dat het gemiddelde hoger beroep pas na een half jaar voorkomt.
Ik deel de visie van de auteur dat met de voorgestelde wijzigingen de kwaliteit afneemt absoluut niet, ik denk dat het omgekeerde het geval is. Wanneer die maatregelen ertoe leiden dat het aantal kansloze appèlzaken afneemt kan ik meer tijd in de overgebleven appèllen steken wat de kwaliteit ten goede zal komen. Het gaat er m.i. niet om om meer zaken door minder rechters te laten behandelen, het gaat er om om de doorlooptijden van zaken te verkorten, en dat lijkt me ook voor de appellant een loffelijk streven.
Overigens gebeurde in mijn voorbeeld iets wat ik nog nooit had gezien: het Hof legde een aanmerkelijk hogere boete op. Een dergelijke financiële sanctie zal zeker helpen het aantal hoger beroepen tegen te gaan. In de praktijk merk ik echter dat het Hof meestal, en vaak met minieme motivering, een lagere straf oplegt dan de rechtbank, een praktijk die het instellen van hoger beroep eerder aanmoedigt.

Plaats reactieGeplaatst: do 12 jan 2006 15:34 door B.J.V. Keupink
Blauwbeer bevindt zich met zijn standpunt in goed gezelschap, namelijk dat van het Onderzoeksproject Strafvordering 2001 en hun hoofdsponsor de Minister van Justitie. Ik heb in mijn centrale betoog een tegengesteld standpunt ingenomen. Teneinde een herhaling van zetten te voorkomen, zal ik het op deze plaats proberen kort te houden. Op het verschil van mening aangaande de kwaliteitsverandering ga ik dan ook niet in. In reactie op de door Blauwbeer geschetste casus wil ik wel een en ander kwijt.

Het komt mij voor dat júist in gevallen als deze, waarin de verdachte tot en met de eerste aanleg nog geen rechter heeft gezien, de mogelijkheid om een rechter te bezoeken open moet blijven staan. Er zal namelijk altijd rekening mee moeten worden gehouden dat het gaat om een wél goedwillende verdachte. Op dit punt, de mogelijkheid om überhaupt een onafhankelijk en onpartijdig gerecht te kunnen adiëren, bevind ik mij ook in goed gezelschap, te weten dat van de Raad van Europa gezien art. 6 lid 1 EVRM. [NOOT 1]
Het lijkt mij onjuist om vooraf aan de tweede feitelijke aanleg (dus zonder volledige kennisneming van het dossier, althans in mindere mate dan zou behoren te gebeuren indien hoger beroep plaatsvindt) te beoordelen of een bepaalde zaak appèl-waardig is. Dit laatste oordeel conform het wetsvoorstel daarenboven laten afhangen van de kwaliteit van de door partijen naar voren gebrachte argumenten vind ik dan helemaal niet kunnen. De verdachte zal in zekere zin namelijk ook in bescherming moeten worden genomen tegen zowel zijn eigen (wellicht op wroeging en frustraties gebaseerde) onkunde als mogelijk die van zijn raadsman of adviseur.

Het hoger beroep tot slot, is nu eenmaal een belangrijk instrument dat bij onze rechtsstaat hoort en dat het verdient in ere te worden gehouden. Dat helaas de (financiële) middelen niet altijd even toereikend zijn om te voorzien in andere oplossingen voor de toenemende werkdruk, zoals bijvoorbeeld het aanstellen van meer personeel, mag er wat mij betreft niet in resulteren dat daarom vermeend nutteloze, althans niet (behoorlijk) onderbouwde, gevallen worden uitgesloten van een appelmogelijkheid. In onze strafrechtspleging komt daarbij aan het belang van de verdachte volgens mij nog net iets meer gewicht toe dan, met alle respect, de werkdruk in de griffieburelen.

VOETNOOT
1. Met betrekking tot het hoger beroep moet art. 2 van het zevende protocol bij het EVRM worden genoemd dat overigens nog niet door Nederland is geratificeerd, ook art. 14 lid 5 IVBPR verdient in dat kader nog vermelding
.

Plaats reactieGeplaatst: ma 16 jan 2006 23:36 door Blauwbeer
Een korte reactie nog:

In zijn reactie wekt Bart Keupink de indruk dat de plannen behelzen dat de mogelijkheid van hoger beroep van de nadere motivering van dat beroep zou afhangen, eenvoudig gezegd: het Hof zou kunnen zeggen "dat flutberoep behandelen wij niet".
Dat lees ik echter nergens terug. Naar mijn mening blijft hoger beroep altijd mogelijk, maar wordt een psychologische drempel opgeworpen voor mensen die alleen in hoger beroep gaan om de zaak te traineren. En daar zie ik veel meer voordelen dan nadelen.

Plaats reactieGeplaatst: ma 23 jan 2006 11:33 door B.J.V. Keupink
Hoewel inderdaad niet letterlijk terug te vinden, is de teneur van de bij het wetsvoorstel behorende MvT [zie bijv. MvT p. 8, 15] mijns inziens toch zodanig, dat in bepaalde gevallen duidelijk door partijen zal moeten worden aangegeven waarom hoger beroep wordt ingesteld. Gezien de situaties waarin het honoreren van een dergelijk beroep volgens de MvT niet in de rede ligt [MvT, p. 19], lijkt het wat mij betreft zo te zijn dat de kwaliteit van argumenten praktisch een (mede) bepalende factor zal worden met betrekking tot het al dan niet openstaan van hoger beroep.

Plaats reactieGeplaatst: do 02 feb 2006 15:26 door Michèle
Dit lijkt mij een typisch geval van dat de goeien te lijden krijgen onder de kwaaien.
Rechtspleging en rechtvaardigheid laten zich nou eenmaal niet zo makkelijk in een efficiënt en doelmatig pakketje wikkelen. Contiëntieuze rechtspraak kost tijd en geld.


Agenda 


Home | Over Rechtenforum.nl | Agenda | Visie | Downloads | Links | Mail deze site | Contact

Sites: Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Juridischeagenda.nl | Juridica.nl | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl

© 2003 - 2018 Rechtenforum.nl | Gebruiksvoorwaarden | Privacyverklaring | RSS feeds