De herroepingsprocedure

[elmajimbe]

In nr. 169 Hugenholtz/Heemskerk (22e druk) staat:
'Als de rechter oordeelt dat de voor herroeping aangevoerde grond juist is, leidt dit nog niet tot herroeping, maar moet eerst worden onderzocht welke invloed dit oordeel heeft op de bestreden uitspraak.'

Hoe dienen we dit op te vatten? Wanneer is die grond niet juist?
Beslist de rechter eerst en slechts of de aangevoerde herroepingsgrond onder de in art. 382 Rv genoemde gronden valt? Indien zulks het geval is, irrelevant of die grond inhoudelijk hout snijdt, heropent de rechter dan het geding, om vervolgens inhoudelijk op de herroepingsgrond in te gaan?
Is het zo dat een herroepingsverzoek slechts dan wordt afgewezen, althans het geding niet wordt heropend, indien de aangevoerde grond kennelijk niet aan het in art. 382 Rv gestelde voldoet? Of zijn er nog andere redenen waarom de rechter a priori de aangevoerde herroepingsgrond kan afwijzen?
Welke invloed heeft degene die van de herroeping te lijden kan hebben op de beslissing om al dan niet het geding te heropenen?[/u]
_________________
Mensen zijn graag geboeid, maar niet graag gebonden. (Alexander Pola)