Besluit van 26 september 1879, tot regeling van de verantwoording der regten, geheven
krachtens art. 2 der wet van 23 april 1879 (Staatsblad n°. 72)
Wij Willem III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van 20 Junij 1879, La.
M, afdeeling Binnenlandsch bestuur;
Overwegende, dat volgens artikel 3 der wet van 23 April 1879 (Staatsblad n°. 72) de verantwoording der regten, geheven krachtens artikel 2 dezer wet, moet
worden geregeld;
Den Raad van State gehoord (advies van 8 Julij 1879, n°. 20);
Gelet op het nader rapport van Onzen voornoemde Minister, van 24 September 1879, n°.
6, afdeeling Binnenlandsch bestuur;
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: