Wat is de einduitspraak?

Jannink

Floor is in een agressieve bui. Het is alweer een tijdje geleden dat zij ruzie heeft gehad; het wordt volgens haar wel weer eens tijd om eens flink ruzie te maken. Zij heeft het gevoel dat het vandaag wel eens een goede dag voor haar zou kunnen worden. Floor heeft een vlijmscherp vlindermes in haar broekzak, dat zij bereid is te gebruiken in een vechtpartij. In de avond besluit zij naar het café te gaan. Voordat zij naar binnenstapt, controleert zij nog even of zij haar mes wel bij haar heeft. Na een uur merkt zij op dat ook ene Kris aanwezig is. Floor is niet vergeten dat hij wel eens een keer een opmerking tegen haar had gemaakt. Zij loopt op hem af en geeft hem een schouderduw. Kris draait zich om en roept dat zij beter uit moet kijken en duwt Floor met beide handen achteruit. Hierin vindt Kris aanleiding om haar eens te bewerken met haar mes. Zij steekt haar mes hard in de buik van Kris. Kris wordt snel vervoerd naar het ziekenhuis. Daar wordt hij die dag nog geopereerd. Kris overlijdt die avond nog. Floor ontvangt de volgende tenlastelegging: ‘dat zij in de avond van 20 januari 2006 te Utrecht opzettelijk Kris zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, daar zij Kris opzettelijk gewelddadig heeft mishandeld door met een scherp mes met kracht te steken in diens buik, waardoor de maag en de aorta werden doorboord, tengevolge van welk letsel aan die aorta Kris op 20 januari 2006 is overleden (art. 302 lid 2 Sr)”. Tijdens de zitting beroept Floor zich op noodweer en indien noodweer niet aannemelijk is te maken, noodweerexces.
Vraag: hoe luidt de einduitspraak van de rechter indien de rechtbank het beroep van Floor op noodweer dan wel noodweerexces aannemelijk acht?