Content Syndication
|
|
|
|
|
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Ludo_van_GTST
Leeftijd: 33 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UL
Berichten: 4
|
Geplaatst: di 04 feb 2014 15:36 Onderwerp: Vraag over art.312/313 Aanvulling/wijziging Ten lastelegging |
|
|
Beste forumgangers,
Ik heb een vraagje over art.312/313 Sv.
Volgens mijn docent strafrecht gaat art.312Sv over de mondelinge aanvulling van de ten laste legging door de OvJ. Volgens haar is deze aanvulling mogelijk wanneer het om 'hetzelfde delict' gaat maar met verzwarende omstandigheden, als voorbeeld gaf zij de wijziging van art.312 lid1 Sr naar Art 312 lid2 sub 2 Sr.
Nu is mijn vraag: Wanneer spreekt men van een 'hetzelfde' delict?
Is dit bijv. het geval bij Diefstal art. 310 Sr, in verhouding met 311 sr? En 312sr (vallen allen onder de noemer diefstal)?, en hoe zit het bijv. bij afpersing en afdreiging (vallen onder dezelfde titel)? Of moet er sprake van zijn een verzwarende omstandigheid binnen hetzelfde artikel (zoals in het voorbeeld van mijn docente) om te spreken over 'hetzelfde' delict?
Ik vraag dit ook in verband met art. 313Sv, wat gaat over wijziging tll naar een 'ander delict'.
EDIT: misschien heb ik de vraag iets te moeilijk verwoord, kort gezegd wil ik dus weten hoe ik nou aan een artikel kan zien of het onder eenzelfde delict valt als bijv. het artikel erboven. Met andere woorden: Hoe zie ik of een groep artikelen onder hetzelfde delict vallen of vallen onder een 'ander delict'.
Alvast bedankt en met vriendelijke groet,
Ludo |
|
|
|
|
jeroen1989
Leeftijd: 34 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 168
|
Geplaatst: wo 05 feb 2014 14:51 Onderwerp: |
|
|
HR 1 februari 2011, LJN BM9102
Quote: | 2.9.1. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van "hetzelfde feit", dient de rechter in de situatie waarop art. 68 Sr ziet de in beide tenlasteleggingen omschreven verwijten, en in de situatie waarop art. 313 Sv ziet de in de tenlastelegging en de in de vordering tot wijziging van de tenlastelegging omschreven verwijten te vergelijken.
Bij die toetsing dienen de volgende gegevens als relevante vergelijkingsfactoren te worden betrokken.
(A) De juridische aard van de feiten.
Indien de tenlastegelegde feiten niet onder dezelfde delictsomschrijving vallen, kan de mate van verschil tussen de strafbare feiten van belang zijn, in het bijzonder wat betreft
(i) de rechtsgoederen ter bescherming waarvan de onderscheidene delictsomschrijvingen strekken, en
(ii) de strafmaxima die op de onderscheiden feiten zijn gesteld, in welke strafmaxima onder meer tot uitdrukking komt de aard van het verwijt en de kwalificatie als misdrijf dan wel overtreding.
(B) De gedraging van de verdachte.
Indien de tenlasteleggingen respectievelijk de tenlastelegging en de vordering tot wijziging daarvan niet dezelfde gedraging beschrijven, kan de mate van verschil tussen de gedragingen van belang zijn, zowel wat betreft de aard en de kennelijke strekking van de gedragingen als wat betreft de tijd waarop, de plaats waar en de omstandigheden waaronder zij zijn verricht. |
en
Quote: | Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging van de tenlastelegging is de volgens vaste jurisprudentie (laatstelijk nog de Hoge Raad in zijn arrest van 16 oktober 2007 (LJN BA5833, NJ 2008, 127 m.nt. N. Keijzer) aan te leggen maatstaf:
"3.4. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging van de tenlastelegging is de aan te leggen maatstaf of de in de aanvankelijke tenlastelegging opgenomen gedragingen hetzelfde feit in de zin van art. 313, tweede lid, Sv in verbinding met art. 68 Sr opleveren als de in de vordering tot wijziging van de tenlastelegging opgenomen gedragingen.
Bij toepassing van die maatstaf dient - overeenkomstig het arrest van de Hoge Raad van 2 november 1999, NJ 2000,174 - te worden onderzocht:
(i) of de verwantschap tussen de verschillende delictsomschrijvingen waarop de oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging daarvan zijn toegesneden, mede in aanmerking genomen of de strekking van de verschillende delictsomschrijvingen niet wezenlijk uiteenloopt, van zodanige aard is, en tevens
(ii) of de in die oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging daarvan verweten gedragingen zijn begaan onder omstandigheden waaruit blijkt van een zodanig verband met betrekking tot de gelijktijdigheid van die gedragingen en de wezenlijke samenhang in het handelen en de schuld van de verdachte, dat de gedachte achter de in art. 313, tweede lid, Sv opgenomen beperking, die naar art. 68 Sr verwijst, meebrengt dat de gevorderde wijziging toelaatbaar is (HR 24 december 2002, LJN AE9043, NJ 2003, 245, rov. 3.6). |
|
|
|
|
|
Ludo_van_GTST
Leeftijd: 33 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UL
Berichten: 4
|
Geplaatst: wo 05 feb 2014 15:27 Onderwerp: |
|
|
Jeroen, bedankt voor je snelle reactie!
Probleem is alleen dat er volgens mij een verschil is tussen 'eenzelfde feit' en 'eenzelfde delict'.
Het is mij dus nog steeds niet helemaal duidelijk wanneer de OvJ nou moet overgaan tot aanvulling (312 Sv) of wijziging (313 Sv) van de TLL.
Zoals gezegd heeft mijn docent de hint gegeven dat aanvulling bij 'hetzelfde delict' moet, en wijziging bij 'een ander delict' moet gebeuren maar deze bewoordingen zie ik helaas nergens in de wet terug dus ik begin er nu aan wel te twijfelen..
Ik zou het heel fijn vinden als iemand mij een praktisch voorbeeld kan gegeven waarbij enerzijds Art. 312 Sv en anderzijds Art. 313 Sv wordt gebruikt!
Bijv, als in het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat de gevorderde doodslag (art. 287 Sr) door middel van voorbedachte rade plaatsvond. 'Wijzigt' de OvJ dan de tll (zoals bedoeld in art. 313 Sv) of 'vult hij aan' (zoals bedoeld in art. 312 Sv) tot moord (art. 289 Sr), dit dus even los van het feit of dit zou slagen?
En zou iemand mij dan een voorbeeld kunnen geven van de andere mogelijkheid?
Bedankt! |
|
|
|
|
jeroen1989
Leeftijd: 34 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 168
|
Geplaatst: wo 05 feb 2014 23:08 Onderwerp: |
|
|
Artikel 312 wordt volgens mij niet zo heel veel gebruikt, veel vaker wordt artikel 313 gebruikt. Artikel 312 wordt gebruikt op het moment dat bijvoorbeeld aan verdachte zware mishandeling (art. 300 lid 2 Sr) ten laste wordt gelegd, maar de verdachte inmiddels toch is overleden. Het is dan mogelijk om deze omstandigheid mondeling ten laste te leggen (het wordt dan art. 300 lid 3 Sr)
Middels artikel 313 heeft men de mogelijkheid gekregen om ook de TLL aan te vullen met ontbrekende bestanddelen. Er mogen ook alternatieven worden toegevoegd. Een bekend voorbeeld is het arrest Tjoelker (HR 2 november 1999, 2000,174 m.nt. De Hullu). Daar werd openlijke geweldpleging met de dood ten gevolge gewijzigd in doodslag, subsidiair zware mishandeling met de dood ten gevolge hebbende.
Rode draad is telkens wel dat het moet gaan om 'hetzelfde feit', ik weet niet precies hoe je komt bij 'hetzelfde delicht'? |
|
|
|
|
jeroen1989
Leeftijd: 34 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 168
|
Geplaatst: wo 05 feb 2014 23:30 Onderwerp: |
|
|
Quote: | Bijv, als in het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat de gevorderde doodslag (art. 287 Sr) door middel van voorbedachte rade plaatsvond. 'Wijzigt' de OvJ dan de tll (zoals bedoeld in art. 313 Sv) of 'vult hij aan' (zoals bedoeld in art. 312 Sv) tot moord (art. 289 Sr), dit dus even los van het feit of dit zou slagen? |
Om hier dan nog even op terug te komen. 'Voorbedachte rade' is een element en dient m.i. gewijzigd te worden conform artikel 313 Sv. Immers, de inhoud van het feit wordt gewijzigd. Er is geen sprake van een verzwarende omstandigheid ex 312 Sv. |
|
|
|
|
|
|
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|