|
Auteur |
Bericht |
Rostov
Leeftijd: 76 Geslacht: Sterrenbeeld:
Berichten: 14
|
Geplaatst: do 23 jun 2011 18:09 Onderwerp: Verlengde navorderingstermijn vermogensbelasting |
|
|
De hoge raad heeft zich verleden jaar uitgesproken over de verlengde navorderingstermijn voor verzwegen inkomsten uit buitenlandse spaartegoeden.
De formulering is als volgt:
2.1.1. Uit de verklaring voor recht moet worden afgeleid dat de artikelen 49 en 56 EG zich er niet tegen verzetten dat een lidstaat die niet beschikt over aanwijzingen van het bestaan van spaartegoeden die worden aangehouden in een andere lidstaat, voor de belastingheffing over (inkomsten uit) dergelijke spaartegoeden een langere navorderingstermijn toepast dan de termijn die geldt voor de belastingheffing met tegoeden in de eigen staat.
Als ik aannemelijk kan maken dat Nederland (als lidstaat) wel beschikt over aanwijzingen van het bestaan van spaartegoeden in een andere lidstaat, dan houdt dat toch in dat artikelen 49 en 56EG zich wel verzetten tegen een langere navorderingstermijn? |
|
|
|
|
Ronald78
Leeftijd: 45 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 796
|
Geplaatst: ma 27 jun 2011 15:41 Onderwerp: |
|
|
Hier vond de Hoge Raad van niet:
Quote: | 4.2 [...] In gevallen waarin artikel 16, lid 4, van de AWR van toepassing is, is het dan ook niet van belang of en zo ja in hoeverre de inspecteur voor het opleggen van de navorderingsaanslag meer tijd nodig heeft dan de in andere gevallen geldende termijn van vijf jaar. |
Maar wellicht denkt de Hoge Raad daar nu anders over. _________________ Ik weet niet zoveel van rechten. Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. |
|
|
|
|
De Fiscalist
Leeftijd: 46 Geslacht: Sterrenbeeld:
Berichten: 83
|
Geplaatst: di 28 jun 2011 11:30 Onderwerp: |
|
|
uit het door jou aangehaalde rechtsoverweging in het arrest kun je slechts het volgende afleiden:
dat de artikelen 49 en 56 EG zich er niet tegen verzetten dat een lidstaat die niet beschikt over aanwijzingen van het bestaan van spaartegoeden die worden aangehouden in een andere lidstaat, voor de belastingheffing over (inkomsten uit) dergelijke spaartegoeden een langere navorderingstermijn toepast dan de termijn die geldt voor de belastingheffing met tegoeden in de eigen staat.
Het omkeren van een dergelijke rechtsoverweging is tricky, die vlieger gaat meestal niet op. Kennelijk zijn prejudiciële vragen gesteld... Je zou echt even verder moeten kijken naar wat het HvJ EG erover heeft gezegd. _________________ Dit bericht is geschreven op persoonlijke titel en vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de visie uw belastingadviseur in Den Haag |
|
|
|
|
|