Studie case fiscaal recht

VanMegen

Beste lezers,

Voor mijn studie fiscaal recht en economie heb ik de volgende case voor geschoteld gekregen.

Persoon X en Persoon Y zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden en wonen in Hoorn in een hun in gezamelijke eigendom toebehorende woning. Zij hebben in 2000 een kapitaalverzekering afgesloten bij een professionele verzekeraar. De polis komt bij het leven in 2030 tot uitkering. De uitkering bedraagd 200.000euro. Dat bedrag is afgestemd op de schuld die zij op dat zelfde moment zijn aangegaan te verwerking van de woning ad 200.000euro. De jaarlijkse premie bedraagt 5.000euro. Het betreft van de Wet IB 2001 een polis in de zin van art. 3.116 lid Wet Ib 2001.

Ik moet voor persoon X en Y de fiscale gevolgen schetsen in 2011 en 2030(in de veronderstelling dat de wettekst gedurende looptijd ongewijzigd blijft). Hierbij moet ik aandacht besteden aan het overgangsrecht en in gaan op de vraag hoe de rentegroei over het jaar 2000 wordt behandeld.

Mijn vragen zijn waar kan ik het overgangsrecht vinden in het wetboek met betrekking tot deze case en met welke wet hebben zij te maken de Wet IB 2001 of de Wet Ib 1964?

Bij voorbaat dank.