|
Auteur |
Bericht |
Bronza
Leeftijd: 31 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 143
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 10:39 Onderwerp: Hulp 4e contract |
|
|
Detacheringsovereenkomst tussen bedrijf A (=detacheringsbureau) en B (=opdrachtgever). Overeenkomst loopt zoals het nu lijkt tot 31-12-'14. Hierin is afgesproken dat werknemers met een vast contract worden overgenomen door B, alsmede tijdelijke contracten met een einddatum in 2015, maar hier zijn duidelijk afspraken over gemaakt (welke werknemers het betreft etc).
Werknemer in dienst bij bedrijf A, heeft drie tijdelijke contracten gehad, zonder tussen tussenpozen, contract loopt tot half november. Bedrijf A wil werknemer in dienst houden tot 31-12'14. In principe zou dit 4e contract van rechtswege een contract voor onbepaalde tijd zijn. Bestaat er een mogelijkheid voor A om dit te voorkomen?
Weet niet veel over arbeidsrecht, maar kan bijvoorbeeld een vaststellingsovereenkomst gesloten worden voor in de toekomst?
Tevens bestaat er kans dat de detacheringsovereenkomst verlengd wordt, zou de vaststellingsovereenkomst afhankelijk kunnen worden gemaakt van de detacheringsovereenkomst? |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 14:52 Onderwerp: Re: Hulp 4e contract |
|
|
Bronza schreef: | Werknemer in dienst bij bedrijf A, heeft drie tijdelijke contracten gehad, zonder tussen tussenpozen, contract loopt tot half november. Bedrijf A wil werknemer in dienst houden tot 31-12'14. In principe zou dit 4e contract van rechtswege een contract voor onbepaalde tijd zijn. Bestaat er een mogelijkheid voor A om dit te voorkomen? |
Nee.
Als die mogelijkheid bestond, bijv. in de vorm van één of ander trucje, kun je art. 7:668a BW net zo goed schrappen. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 15:19 Onderwerp: Re: Hulp 4e contract |
|
|
bona fides schreef: | Bronza schreef: | Werknemer in dienst bij bedrijf A, heeft drie tijdelijke contracten gehad, zonder tussen tussenpozen, contract loopt tot half november. Bedrijf A wil werknemer in dienst houden tot 31-12'14. In principe zou dit 4e contract van rechtswege een contract voor onbepaalde tijd zijn. Bestaat er een mogelijkheid voor A om dit te voorkomen? |
Nee.
Als die mogelijkheid bestond, bijv. in de vorm van één of ander trucje, kun je art. 7:668a BW net zo goed schrappen. |
Maar dan zijn er natuurlijk altijd rechters die het beter denken te weten.
Is de Ketenregeling te omzeilen?
Hof Den Bosch 30 juli 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:3442
Wat een aanfluiting...
Bij het sluiten van de vierde arbeidsovereenkomst "voor onbepaalde tijd" zijn werknemer en werkgever overeengekomen de overeenkomst te ontbinden per 1 januari 2012. Een kinderlijke poging om de ketenregeling te omzeilen.
Hof schreef: | De tussen partijen gesloten beëindigingsovereenkomst moet worden aangemerkt als een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7: 900 BW. Immers, die overeenkomst is kennelijk gesloten ter voorkoming van een (toekomstige) onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen partijen rechtens geldt, nu partijen zekerheid wensten omtrent het einde van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en gezien de achtergrond van het aanbod aan [geïntimeerde] om nogmaals een arbeidsovereenkomst aan te gaan elk conflict daarover kennelijk wilden uitsluiten. Het hof verwijst daartoe naar het bepaalde in artikel 11 van de vaststellingsovereenkomst.
Ingevolge artikel 7: 902 BW is een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk gebied ook geldig als zij in strijd mocht blijken met dwingend recht, tenzij zij tevens naar inhoud of strekking in strijd komt met de openbare orde of de goede zeden. Voor zover in dit geval al sprake zou zijn van strijd met dwingend recht, te weten - indirecte - strijd met artikel 7: 668a BW, dan is de overeenkomst dus toch geldig.
Dat en waarom sprake zou zijn van strijd met de openbare orde of de goede zeden heeft [geïntimeerde] niet onderbouwd, anders dan door te stellen dat bewust is afgeweken van een driekwart-dwingende wetsbepaling. Dat is echter - als daar al sprake van zou zijn - zonder nadere toelichting, die ontbreekt, onvoldoende om te concluderen tot strijd met de openbare orde of de goede zeden. Het oordeel van de kantonrechter dat een overeenkomst gericht op het buiten werking stellen van een (driekwart) dwingende wetsbepaling ipso facto nietig is wegens strijd met de openbare orde of goede zeden (zodat in dat geval geen beroep behoeft te worden gedaan op de vernietigbaarheid ervan) is daarom rechtens onjuist. |
Wat een jammerlijk gepruts. Als bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst een einddatum wordt overeengekomen, dan is dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Art. 7:668a BW maakt daar dan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van en schakelt daarmee de einddatum uit. Zo moeilijk is dit niet. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
Bronza
Leeftijd: 31 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 143
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 16:02 Onderwerp: |
|
|
Dank voor het antwoord, had deze uitspraak inderdaad ook gevonden. Vreemd, duidelijk omzeilen van de ketenregeling inderdaad.
En is er iets mogelijk dat het contract tussen werknemer en A afhankelijk wordt gemaakt van de detacheringsovereenkomst? |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 19:26 Onderwerp: |
|
|
Rb. Midden-Nederland 2 mei 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:1755:
Quote: | 2.8. Resteert de vraag of partijen van deze wettelijke bepaling konden afwijken in een vaststellingsovereenkomst die maakt dat de arbeidsovereenkomst op grond daarvan alsnog geëindigd is.
2.9. Anders dan [eiser] betoogt dient de tweede tussen partijen gesloten overeenkomst wel degelijk als een vaststellingsovereenkomst gekwalificeerd te worden. Immers een vaststellingsovereenkomst kan blijkens artikel 7:900 BW ook aangegaan worden ter voorkoming van een onzekerheid of geschil. Die situatie doet zich hier voor. Traptechniek was bereid [eiser] opnieuw een arbeidsovereenkomst aan te bieden op voorwaarde dat in de toekomst geen onzekerheid of geschil zou ontstaan over de einddatum van die arbeidsovereenkomst. Iedere onzekerheid heeft Traptechniek willen wegnemen door het separaat overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst naast de overeengekomen bepaalde tijd. Naar het oordeel van de kantonrechter valt dit binnen de bandbreedte van artikel 7:900 BW.
2.10. Op grond van artikel 7: 902 BW zijn partijen ook gebonden aan een vaststelling indien deze in strijd is met dwingend recht, zoals in dit geval, tenzij deze naar inhoud en strekking in strijd komt met de goede zeden of de openbare orde. Dit betekent echter niet dat partijen een dwingendrechtelijke bepaling op voorhand en bewust ter zijde kunnen stellen. Het bewust buiten toepassing laten van dwingend recht maakt dat strijd bestaat met de openbare orde. Toegestaan is slechts afwijking van dwingend recht over de uitleg of toepassing waarvan, na het ontstaan van onzekerheid of een geschil, in redelijkheid verschil van mening kan bestaan. Dit standpunt vindt steun in de toelichting bij het Ontwerp [A] dat heeft geleid tot artikel 7: 902 BW. Daarin staat: “Dat in de bij dit artikel omschreven omstandigheden een vaststelling geldig is ondanks gebleken strijd met een regel van dwingend recht, betekent niet dat degenen die zulk een vaststelling opstellen, aan het dwingend recht niet gebonden zijn. Gaat een schikking of een beslissing uit van de gedachte dat een bepaalde regel van dwingend recht wel toepasselijk is, maar niettemin zonder effect kan worden gelaten, dan zal dit uitgangspunt haar steeds in strijd met de openbare orde of goede zeden brengen (…)”
2.11. Daar komt bij dat de tekst van artikel 7:902 BW spreekt over de vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil en - anders dan artikel 7:900 BW- niet over het voorkomen van een onzekerheid of geschil. Daaruit kan afgeleid worden dat een vaststelling die gesloten is vóórdat sprake is van een discussie tussen partijen wel aan dwingend recht getoetst moet worden. |
De rechtbank citeert in rov. 2.12 nog uit de parlementaire geschiedenis:
Quote: | Maar het moet niet geoorloofd zijn dat reeds bij voorbaat, bijvoorbeeld bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst of huurovereenkomst, een vaststelling plaats vindt die steunt op een bepaalde, in de literatuur omstreden uitleg van een dwingende wetsbepaling, aan welke uitleg dan de huurder of werknemer gebonden zou zijn, ook al zou op het ogenblik dat de bepaling daadwerkelijk voor inroeping in aanmerking komt, bijvoorbeeld bij ontslag of opzegging van de huurovereenkomst, de rechtspraak ter zake van deze uitleg inmiddels anders hebben beslist of nog kunnen beslissen. Een bepaling die dit laatste toestaat, zou het dwingend recht op ontoelaatbare wijze ondermijnen. |
Laat staan dat je bij het afsluiten van zo'n overeenkomst zou kunnen "vaststellen" dat een regeling van dwingend recht, waar niet eens onduidelijkheid over kan bestaan, niet van toepassing is.
Een mooie uitspraak van de rechtbank. Een onbegrijpelijke van het Hof Den Bosch. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 19:37 Onderwerp: |
|
|
Bronza schreef: | En is er iets mogelijk dat het contract tussen werknemer en A afhankelijk wordt gemaakt van de detacheringsovereenkomst? |
In ieder geval niet zonder een opvolgende overeenkomst aan te gaan (in de zin van art. 7:668a BW).
Verder ligt het einde van de detacheringsovereenkomst met de inlener te zeer in de macht van de werkgever om als "bepaalde tijd" te kunnen dienen in een contract met een werknemer. Dus zo'n arbeidsovereenkomst zou sowieso een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opleveren.
In uitzendovereenkomsten wordt dit opgevangen door gebruik te maken van art. 7:628 lid 5 BW. Heeft de inlener geen behoefte meer aan de uitzendkracht, dan hoeft het uitzendbureau tijdens de eerste 6 maanden de uitzendkracht geen loon te betalen. Dat kan alleen tijdens die eerste 6 maanden (lid 5 en 6, maar zie lid 7). _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: za 04 okt 2014 19:58 Onderwerp: |
|
|
Ik vind nog deze annotatie van Mr. C.J. Frikkee bij de uitspraak van het Hof:
Quote: | 2. In beginsel is het mogelijk om in een vaststellingsovereenkomst af te wijken van (driekwart)dwingend recht, aangezien art. 7:902 BW bepaalt dat een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk gebied ook geldig is als zij in strijd is met dwingend recht, tenzij zij tevens naar inhoud of strekking in strijd komt met de goede zeden of de openbare orde. In de toelichting bij het Ontwerp-Meijers, dat heeft geleid tot art. 7:902 BW, staat echter onder meer het volgende:
"Dat in de bij dit artikel omschreven omstandigheden een vaststelling geldig is ondanks gebleken strijd met een regel van dwingend recht, betekent niet dat degenen die zulk een vaststelling opstellen, aan het dwingend recht niet gebonden zijn. Gaat een schikking of een beslissing uit van de gedachte dat een bepaalde regel van dwingend recht wel toepasselijk is, maar niettemin zonder effect kan worden gelaten, dan zal dit uitgangspunt haar steeds in strijd met de openbare orde of goede zeden brengen (...)"
3. Met andere woorden, een afspraak waarmee een regel van dwingend recht opzij wordt gesteld, is in strijd met de openbare orde of goede zeden. (...) |
en nog eentje van de hand van mr. R.L. van Heusden. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
Bronza
Leeftijd: 31 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 143
|
Geplaatst: ma 06 okt 2014 22:57 Onderwerp: |
|
|
Bedankt voor het meedenken. Nog 1 vraag: art. 7:628 lid 5 BW, hoe werkt dat precies? Moet zoiets van te voren worden overeengekomen tussen werknemer en werkgever? In dit geval is hier namelijk niks over te vinden in het arbeidscontract. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: ma 06 okt 2014 23:30 Onderwerp: |
|
|
Bronza schreef: | Bedankt voor het meedenken. Nog 1 vraag: art. 7:628 lid 5 BW, hoe werkt dat precies? Moet zoiets van te voren worden overeengekomen tussen werknemer en werkgever? |
Ja. Later zal de werknemer daar niet meer mee akkoord gaan als hij kan nadenken. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22889
|
Geplaatst: do 17 mrt 2016 1:50 Onderwerp: Re: Hulp 4e contract |
|
|
Ik zie toevallig dat de HR in cassatie orde op zaken heeft gesteld.
HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:39:
HR schreef: | 3.4.1 Onderdeel 1 van het middel is gericht tegen rov. 7.3. Het klaagt dat het hof uitsluitend acht heeft geslagen op de bewoordingen van de overeenkomsten.
Kort samengevat komt het volgens het onderdeel bij de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd aan op hetgeen partijen hebben beoogd, mede in aanmerking genomen de feitelijke uitvoering die zij vervolgens aan hun afspraken hebben gegeven. Het hof heeft ten onrechte uitsluitend acht geslagen op de bewoordingen van de vierde arbeidsovereenkomst en de beëindigingsovereenkomst. Volgens het onderdeel getuigt rov. 7.3 van een onjuiste rechtsopvatting, althans is dat oordeel onbegrijpelijk.
3.4.2 De rechtsklacht van het onderdeel slaagt. Bij de beantwoording van de vraag of partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel onbepaalde tijd zijn overeengekomen, dient niet alleen acht te worden geslagen op de tekst van de schriftelijke arbeidsovereenkomst. Voor de beantwoording van de vraag wat partijen zijn overeengekomen gaat het immers mede erom wat zij met de overeenkomst hebben beoogd en daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang. In het onderhavige geval is in het bijzonder van belang dat partijen in samenhang met de schriftelijke arbeidsovereenkomst de hiervoor in 3.1 onder (iv) genoemde ‘vaststellingsovereenkomst’ hebben gesloten, waarin beëindiging van de ‘arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd’ per 1 januari 2012 is overeengekomen. Het hof heeft dit miskend waar het heeft geoordeeld dat tussen partijen vaststaat dat zij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben gesloten en daaraan heeft toegevoegd dat de vaststellingsovereenkomst aan de onbepaalde duur van de arbeidsovereenkomst niet kan afdoen. |
Of in mijn woorden:
bona fides schreef: | Als bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst een einddatum wordt overeengekomen, dan is dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Art. 7:668a BW maakt daar dan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van en schakelt daarmee de einddatum uit. Zo moeilijk is dit niet. |
Ook op het punt van de rechtsgeldigheid van de vaststellingsovereenkomst zat het Hof ernaast. (Maar van een echte vaststellingsovereenkomst was dus überhaupt geen sprake: partijen kwamen doodgewoon een overeenkomst voor bepaalde tijd overeen.) _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
Bronza
Leeftijd: 31 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 143
|
Geplaatst: do 17 mrt 2016 9:57 Onderwerp: |
|
|
Nice, detacheringsbedrijf heeft dit ook niet doorgezet uiteindelijk en oud werknemers gevraagd om de resterende maanden in te vullen, mede om mijn advies op basis van dit topic |
|
|
|
|
|