|
Afdrukken Rechtenforum.nl -> Juridische vaardigheden |
Geplaatst: wo 24 okt 2012 11:34—
|
Hoi,
ik moet een rechtsvraag formuleren bij de volgende kwestie: verdachte is reeds veroordeeld en vrijgesproken voor zijn rijgedrag opgevoerd als bedreiging. nu wordt hij vervolgd voor zijn rijgedrag opgevoerd als bedreiging. volgens middel van cassatie is dit in strijd met het ne bis in idem beginsel oftewel art. 68 Sr. wat is nu de juiste rechtsvraag?! ik weet dus niet of ik het algemeen moet vragen: Wanneer kan er door de rechter beslist worden dat er sprake is van ‘hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr. of specifiek: ‘Kan er door de rechter beslist worden dat er in dit geval geen sprake is van ‘hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr?’ De Hoge Raad achtte dit het geval. kan iemrand me helpen? zou heel fijn zijn!! |
Geplaatst: wo 24 okt 2012 18:13—
|
Of eenvoudiger:
Rechtsvraag: kan iemand nogmaals vervolgd worden wegens een feit waarvoor hij reeds is vrijgesproken? Antwoord: nee, dit is in strijd met het ne bis in idem beginsel zoals verwoord in art. 68 lid 1 Sr. |
Geplaatst: wo 24 okt 2012 22:47—
Zoals je het hier formuleert (2x "zijn rijgedrag opgevoerd als bedreiging") kan het natuurlijk niet anders dan dat er sprake is van "hetzelfde feit". Misschien is de situatie in het arrest dat je moet bespreken wat subtieler? |
Geplaatst: do 25 okt 2012 8:30—
|
Hallo,
Bij beroep in cassatie van uitspraken zijn de artt. 427 Sv e.v. van toepassing. Hierbij dient uiteraard opgemerkt te worden dat de Hoge Raad niet opnieuw tot een feitenbeoordeling komt. Er zijn twee cassatiegronden: schending van het recht en verzuim van vormen. Vervolgens is het de vraag of de verdachte of zijn advocaat in eerste aanleg dan wel in hoger beroep heeft gesteld dat in dit geval sprake is van een schending van art. 68 Sr. Is dit gebeurd, dan kan er sprake zijn van een schending van recht wegens een onjuiste beslissing van het Hof. Daarnaast kan de motivering tekortschieten in een zaak als deze, aangezien er voorbij lijkt te zijn gegaan aan het beroep op art. 68 Sr, dan wel dat de rechter niet op een juiste wijze zijn vonnis gemotiveerd heeft. In dat geval is er sprake van een vormverzuim. De rechtsvraag dient dan te luiden: is er sprake van een schending van recht en/of een verzuim van vormen? Maar wellicht kijk ik er verkeerd naar. |
|
Rechtenforum.nl -> Juridische vaardigheden
Tijden zijn in GMT + 2 uur |
|
|
© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl