|
Afdrukken Rechtenforum.nl -> Civiel recht |
Geplaatst: do 18 sep 2014 21:01—
|
Dag,
Er is mij een stelling voorgelegd die ik moet beoordelen op haar (on)juistheid: ‘Een verkrijger aan wie c.p. geleverd is, komt geen beroep op derdenbescherming ex. 3:86 toe.’ Nu zal een dief(vervreemder) die c.p. wilt leveren in beginsel tegen 3:90 lid 2 aanlopen. Nu bedacht ik me het volgende: A= persoon met een ouder recht (eigendom bijv.) B= dief(zaak gestolen van A) en vervreemder C= verkrijger (goeder trouw) Stel nu dat A zegt dat hij instemt met de levering c.p. van B aan C; dan is 3:90 lid 2 niet meer van toepassing(?). Maar dan is B nog steeds beschikkingsonbevoegd(immers, geen rechthebbende) en kan C tóch aanspraak maken op derdenbescherming? Dit kwam bij mij op en ik vroeg me af of ik niet het een en ander door elkaar haal. Alvast bedankt! |
Geplaatst: vr 19 sep 2014 21:37—
|
Ik zie het zo:
De stelling is onjuist. Aan de verkijger komt wel derdenbescherming toe. Alleen kan het zijn dat er geen geldige levering tot stand komt zolang het goed in handen van de vervreemder is via art. 3:90 lid 2. In je geschetste casus zal de levering voltooid worden, omdat degene met het ouder recht toestemming heeft gegeven (nogal ongeloofwaardig, omdat hij het goed ook gewoon kan revindiceren van de dief). Ervanuitgaande dat er een geldige koopovereenkomst is, zal de verkrijger zich inderdaad kunnen beroepen op derdenbescherming. (mits hij er geld voor heeft betaald en te goeder trouw is). |
|
Rechtenforum.nl -> Civiel recht
Tijden zijn in GMT + 2 uur |
|
|
© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl