Civiele dagvaarding en het bewijsaanbod

Rienzilla

Hallo allemaal,

Ik heb een conflict met een grote nederlandse webwinkel over de afhandeling van een garantiegeval. In onderling overleg zijn we er niet uitgekomen, dus ik wil mijn recht graag via de kantonrechter halen; gezien de grootte van de hoofdsom en enige onzekerheid over de uitkomst wil ik de kosten echter zo laag mogelijk houden. Een beetje oefening in procederen kan bovendien vast ook geen kwaad.

Ik heb inmiddels mijn allereerste dagvaarding opgesteld, maar ik worstel een beetje met het vereiste van art. 111, derde lid Rv. In veel voorbeelddagvaardingen zie je een cryptisch bewijsaanbodzinnetje, maar het lijkt me dat dit niet echt voldoende is voor een specifiek bewijsaanbod. Is het genoeg als je in je omschrijving van je feitelijke verloop verwijst naar een aantal producties, en bij het bewijsaanbod nog eens vertelt dat je heus wilt getuigen oid?

Als er iemand met verstand van zaken een kwartiertje over heeft, zie hieronder de (geanonimiseerde) dagvaarding. Commentaar over inhoud en vorm is zeer welkom. Alvast bedankt!
--
Rien

---------------------------------------8<---------------------------------------
DAGVAARDING

Heden, de ___________________________________________________________________________ op verzoek van:

1. De heer Xxxxxxxxxxxxxxxxx;

Heb ik,

GEDAGVAARD:

1. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, aldaar dit exploot gedaan en afschrift van deze dagvaarding en de daarin genoemde producties gelaten aan:

OM:
op _______________dag, de _______________________________________'s-ochtends om ___________________uur te verschijnen, in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde advocaat, op de openbare terechtzitting van de kantonrechter van de rechtbank te Almelo, kamer voor kantonzaken, welke zitting op dat tijdstip zal worden gehouden in het gerechtsgebouw te (7514 DJ) Enschede aan de Molenstraat 23;

MET AANZEGGING DAT:

a. indien gedaagde niet op de voorgeschreven wijze, te weten in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde, in het geding verschijnt en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, de rechtbank tegen gedaagde verstek zal verlenen en de vordering van eiser zal toewijzen, tenzij deze vordering de rechtbank onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
b. gedaagde op de terechtzitting mondeling kan antwoorden op de vordering van eiser of een met redenen omkleed schriftelijk antwoord kan indienen bij de griffie van de rechtbank: Postbus 3343, 7500 DH te Enschede;
c. van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven;
TENEINDE:

Alsdan te horen eis doen op de volgende gronden:

INTRODUCTIE VAN PARTIJEN

1. Eiser is een consument, die een geschil heeft met gedaagde met betrekking tot de uitvoering van een consumentenkoopovereenkomst.

2. Gedaagde is een ondernemer, die computers, randapparatuur, en overige electronica verkoopt via een aantal winkelvestigingen, en via de webwinkel http://xxxxxxxxxxxxx/

Feiten en omstandigheden

3. Op 22 september 2013 heeft eiser via de webwinkel van gedaagde een laptop aangeschaft, model Samsung Smart PC XE500-Atm-Z2760 voor een aankoopbedrag van EUR 579,00. De laptop is bij het doen van de bestelling betaald (productie 1). Op 24 september is de laptop door PostNL bij eiser afgeleverd.

4. Op 1 oktober 2013 heeft eiser geconstateerd dat de betreffende laptop een scheur vertoonde in het display, nadat deze in een laptoptas tezamen met een tweetal boeken was getransporteerd.

5. Het geschil tussen eiser en gedaagde komt er in de kern op neer voor wiens rekening de reparatie van deze scheur in de display had moeten komen. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat de fabrieksgarantie van haar leverancier c.q. het oordeel van diens reparateur hiervoor maatgevend is. Eiser stelt zich op het standpunt dat de non-conformiteitsregeling uit Boek 7 BW de maatstaf is en dat gedaagde het bewijsvermoeden uit art. 7:18, tweede lid, BW niet, of althans onvoldoende, heeft ontkracht. Het precieze feitenverloop volgt:

6. Tussen 1 en 4 oktober 2013 heeft er tussen eiser en gedaagde een e-mailwisseling plaatsgevonden. In eerste instantie mailde de klantenservice van gedaagde dat de schade niet onder de fabrieksgarantie viel (productie 2).

7. Op 4 oktober 2013 heeft een medewerker van gedaagde per e-mail toegezegd dat eiser betreffende dit defect gebruik kon maken van garantie, door het product en de aankoopbon aan een van hun filialen aan te bieden (productie 3).

8. Op 5 oktober 2013 heeft eiser de laptop, de aankoopbon en de bovengenoemde e-mailcorrespondentie aangeboden bij de balie van het filiaal van gedaagde te 's-Hertogenbosch. Na overleg met de filiaalmanager is door de medewerker van het filiaal aan eiser medegedeeld dat het product niet onder garantie gerepareerd zou worden. Een en ander heeft de medewerker schriftelijk bevestigd (productie 4)

9. Tussen 5 en 23 oktober heeft er meermalen e-mailcontact plaatsgevonden tussen eiser en gedaagde. Dit overleg heeft niet geleid tot een voor eiser bevredigende oplossing.

10. Op 23 oktober heeft eiser gedaagde in gebreke gesteld, en haar in de gelegenheid gesteld voor 7 november zorg te dragen voor kosteloos herstel of vervanging van de laptop. De e-mail houdende ingebrekestelling is door gedaagde gelezen op 23 oktober, de schriftelijke kopie is op 24 oktober bij gedaagde afgeleverd (producties 5 en 6).

11. Op aanwijzing van de klantenservice van gedaagde heeft eiser de laptop vervolgens bij Dixons-filiaal Enschede afgeleverd.

12. Op 31 oktober 2013 ontving eiser van Zes Goes B.V Logistics Repair – dit is klaarblijkelijk de reparateur die voor gedaagde garanties afhandelt – een schaderapport en een bijbehorende prijsopgaaf voor reparatie (productie 7). Het schaderapport meldt:

“Wij hebben tijdens de diagnose schade door onheil van buitenaf geconstateerd. Dit betekent dat de geconstateerde schade aan het product door een externe oorzaak is ontstaan. Deze schade wordt niet gedekt door de garantie van de fabrikant.”

en vervolgens

“Er heeft een val of een stoot plaatsgevonden of er is sprake geweest van druk/beknelling of verkeerd gebruik (forceren) waarbij de grenzen van normaal gebruik duidelijk zijn overschreden. Het kan zo zijn dat er geen uiterlijke sporen op het product zichtbaar zijn. Gezien de geconstateerde schade aan het product is er geen twijfel over de toedracht van de schade.”

en tenslotte:

“Aangezien deze schade niet gedekt wordt door de garantie van de fabrikant zullen er aan het herstel kosten verbonden zijn.”

13. Eiser kreeg de keus tussen het betalen van de prijsopgaaf, het ongerepareerd retourneren van de laptop, of het laten vernietigen van de laptop. Eiser heeft hierop de laptop ongerepareerd laten retourneren. Eiser heeft de laptop terug ontvangen, gedaagde heeft verder niets meer van zich laten horen.

14. Op 8 november 2013 heeft eiser de koopovereenkomst met gedaagde door middel van een buitengerechtelijke verklaring ontbonden, haar gevorderd het aankoopbedrag ad. EUR 579,- voor 12 november 2013 terug te betalen en haar aansprakelijk gesteld voor de geleden en te lijden schade, ten tijde van de ontbinding gesteld op EUR 22.80 voor reiskosten (productie 8).

15. Op 13 november heeft eiser de vordering tot betaling uit handen gegeven aan incassobureau GGN Tijhuis & Partners teneinde te pogen de zaak in den minne te schikken. Op 21 november 2013 heeft gedaagde per brief aan GGN laten weten dat zij niet op het verzoek tot betaling zal ingaan (productie 9)

Rechtsgronden en vorderingen

16. Tussen eiser en gedaagde is op 23 september een koopovereenkomst (de koopovereenkomst) tot stand gekomen in het kader waarvan aan eiser een laptop is geleverd. Ingevolg art. 7:5 BW is deze koopovereenkomst aan te merken als een consumentenkoop.

17. De afgeleverde laptop voldoet niet aan de koopovereenkomst, daar er een scheur in de display van de laptop zit. Er is daarom sprake van non-conformiteit op grond van art. 7:17 BW. Op grond van art. 7:18, tweede lid BW wordt vermoed dat de laptop reeds bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft voldaan, nu binnen zes maanden na aflevering het scherm gebroken bleek.

18. Op grond van art. 7:22, eerste lid, onder a, is de consument bij non-conformiteit van een afgeleverde zaak bevoegd tot ontbinding van de overeenkomst, met inachtneming van de relevante bepalingen uit afdeling 5 van titel 5 van Boek 6. Gedaagde is conform art. 6:82 BW schriftelijk in gebreke gesteld. Verzuim is vervolgens ingetreden, waarop de koopovereenkomst conform art. 6:267, eerste lid, door middel van een elektronische verklaring is ontbonden. De vordering onder II betreft de door deze ontbinding onstane ongedaanmakingsverbintenissen ex. art. 6:271, en de door de wanprestatie geleden schade door eiser ex. art. 6:74 BW.

19. Subsidiair is er tussen eiser en gedaagde een overeenkomst ontstaan (de reparatieovereenkomst), waarin gedaagde zich verplicht heeft om zonder tegenprestatie de display van de laptop te repareren. Overeenkomsten ontstaan ingevolg artikel 6:217, eerste lid, BW immers door een aanbod, en de aanvaarding daarvan. In casu bestond het aanbod van gedaagde uit de e-mail van 4 oktober 2013 (productie 3) en de aanvaarding door eiser door het aanbieden van de laptop bij het filiaal op 5 oktober 2013 (productie 4). De vordering onder III betreft de schade geleden door de wanprestatie uit deze overeenkomst.

20. Tenslotte handelt gedaagde onrechtmatig jegens eiser, door in haar correspondentie en mondelinge informatievoorziening consequent vol te houden dat de garantie geleverd door de fabrikant maatgevend is voor eisers recht op kosteloos herstel of vervanging van de laptop. Ingevolge art. 6:193c, eerste lid, onder g, BW is het verstrekken van onjuiste of misleidende informatie betreffende “de rechten van de consument waaronder het recht van herstel of vervanging van de afgeleverde zaak” een misleidende handelspraktijk. Op grond van art. 193b, eerste lid en derde lid, onder a, handelt een handelaar onrechtmatig jegens een consument indien hij een misleidende handelspraktijk verricht zoals bedoeld in art. 6:193c. De vordering onder I betreft een verklaring voor recht dat deze onjuiste informatieverstrekking onrechtmatig is jegens eiser.

Verweren gedaagde en weerlegging

21. Gedaagde verweert zich door te stellen dat haar reparateur heeft geconstateerd dat de schade aan de laptop is gekomen door onheil van buitenaf en dat de schade is ontstaan door drukschade. Omdat gebruikersschade/ondeskundig gebruik niet onder de garantie valt menen zij dat zij niet gehouden zijn tot kosteloos herstel of vervanging (productie 9).

22. Ten eerste blijkt uit het schaderapport van de reparateur van gedaagde (productie 7) geenszins dat er sprake is geweest van drukschade. Het rapport geeft eerder een brede opsomming van mogelijke oorzaken van displayschade in het algemeen, waar drukschade er een van is.

23. Bovendien is genoemde opsomming niet compleet. De schade kan bijvoorbeeld immers ook zijn opgetreden door een reeds bij aflevering aanwezige haarscheur, of een te zwakke constructie van (dit exemplaar van) de laptop, waardoor deze veel sneller kapot gaat dan eiser op grond van de aard van de zaak mag verwachten: een laptop is immers bedoeld om mee te nemen.

24. Voorts is naar de mening van eiser het enkele oordeel van een reparateur dat een bepaalde schade niet wordt gedekt door de (fabrieks)garantie onvoldoende om het bewijsvermoeden van art. 7:18, tweede lid, BW te ontkrachten. Was dit wel voldoende, zou dit immers de bescherming die dit artikel aan de consument beoogt te bieden illusoir maken. Voor een vergelijkbaar oordeel. zie bijvoorbeeld Rb. Arnhem 9 januari 2012, ECLI:NL:RBARN:2012:BV3827, r.o. 2.5 en 4.1.
Bewijsaanbod

25. ????

Bevoegdheid rechtbank

26. Ingevolge art. 93, onder a, Rv is de kantonrechter absoluut bevoegd betreffende zaken met een beloop van ten hoogste EUR 25.000. Ingevolge art. 101 Rv is in zaken betreffende een overeenkomst tussen een partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf mede bevoegd de rechter van de woonplaats van die natuurlijke persoon. De kantonrechter te Enschede is derhalve te dezer zake bevoegd.
MITSDIEN:

het de rechtbank behage bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,

I. Te verklaren voor recht dat gedaagde onrechtmatig handelt jegens eiser, op grond van art. 6:193b, eerste en derde lid jo art. 6:193c, door aan eiser de informatie te verstrekken dat de fabrieksgarantie van een fabrikant van een door gedaagde verkocht product maatgevend is voor het eisers recht van herstel en vervanging van dit product; en daarnaast

II. Primair, gedaagde te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan eiser een bedrag van EUR ….., te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te rekenen vanaf 12 november 2013, althans de datum van de onderhavige dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;

III. Subsidiair, gedaagde te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan eiser een bedrag van EUR ….., te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te rekenen vanaf 12 november 2013, althans de datum van de onderhavige dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;

IV. Gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure.

De kosten dezes voor mij, deurwaarder, bedragen:

Deurwaarder