Gebruikersnaam:   Wachtwoord:   Gratis Registreren | Wachtwoord vergeten?
Rechtenforum.nl
Rechtenforum.nl Rechtenforum.nl
 
Controle paneel
Registreren Registreren
Agenda Agenda
Help Help
Zoeken Zoeken
Inloggen Inloggen

Partners
Energie vergelijken
Internet vergelijken
Hypotheekadviseur
Q Scheidingsadviseurs
Vergelijk.com

Rechtsbronnen
Rechtspraak
Kamervragen
Kamerstukken
AMvBs
Beleidsregels
Circulaires
Koninklijke Besluiten
Ministeriële Regelingen
Regelingen PBO/OLBB
Regelingen ZBO
Reglementen van Orde
Rijkskoninklijke Besl.
Rijkswetten
Verdragen
Wetten Overzicht

Wettenbundel
Awb - Algm. w. best...
AWR - Algm. w. inz...
BW Boek 1 - Burg...
BW Boek 2 - Burg...
BW Boek 3 - Burg...
BW Boek 4 - Burg...
BW Boek 5 - Burg...
BW Boek 6 - Burg...
BW Boek 7 - Burg...
BW Boek 7a - Burg...
BW Boek 8 - Burg...
FW - Faillissement...
Gemw - Gemeente...
GW - Grondwet
KW - Kieswet
PW - Provinciewet
WW - Werkloosheid...
Wbp - Wet bescherm...
IB - Wet inkomstbel...
WAO - Wet op de arb..
WWB - W. werk & bij...
RV - W. v. Burgerlijk...
Sr - W. v. Strafrecht
Sv - W. v. Strafvor...

Visie
Werkgevers toch ...
Waarderingsperik...
Het verschonings...
Indirect discrim...
Een recht op ide...
» Visie insturen

Rechtennieuws.nl
Loods mag worden...
KPN bereikt akko...
Van der Steur wi...
AKD adviseert de...
Kneppelhout beno...
» Nieuws melden

Snellinks
EUR
OUNL
RuG
RUN
UL
UM
UU
UvA
UvT
VU
Meer links

Rechtenforum
Over Rechtenforum
Maak favoriet
Maak startpagina
Mail deze site
Link naar ons
Colofon
Meedoen
Feedback
Contact

Recente topics
Klacht tegen a...
Contact en str...
proces verbaal...
Res Nullius ?
180-dagen rege...

Carrière
Boekel De Nerιe
CMS DSB

Content Syndication


 
Het is nu do 23 mei 2024 7:11
Bekijk onbeantwoorde berichten

Tijden zijn in GMT + 2 uur

'Er is aangifte tegen me gedaan. Wat Nu ?
Moderator: Moderator Team

 
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 4 van 5 Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Volgende
Printvriendelijk | E-mail vriend(in) Vorige onderwerp | Volgende onderwerp  
Auteur Bericht
abraxes

abraxes

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: wo 31 aug 2005 15:16    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Beste Eva,

Ik begrijp je. Overigens reageer ik graag nog op:

Quote:
Ik ben het er iniedergeval mee eens dat hier geen sprake is van een noodsituatie. Die man is een kop groter dan die vrouw, wordt de man op zo'n moment zodanig bedreigd door de vrouw dat er sprake is van een noodsituatie? Kan de man echt niks anders doen dan een duw/stoot geven? Nou wat dacht je van weglopen, de vrouw bedwingen, etc... Dat is toch echt het eerste waar een rechter op zal wijzen: waarom bent u niet gewoon weggelopen meneer...?
Een beroep op noodweerexces lijkt mij dus kansloos.


Dat de man groot van postuur is kan een beroep op noodweer, gezien de situatie, inderdaad nadelig beοnvloeden. De argumenten die jij hanteert zouden een beroep op noodweer, gezien de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, niet verwezenlijken. Immers, hij had kunnen weglopen of de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding op een billijkere manier dan het veroorzaken van een neus fractuur kunnen tegengaan. Een beroep op noodweerexces daarentegen is mede door het verschil in lengte, gezien de situatie, meer aannemelijk. De reactie van Dennis is ontstaan door het gevolg van een hevige gemoedsbeweging waardoor hij de grenzen van subsidiariteit en proportionaliteit te buiten ging. Dennis wilde haar toen er weer een gewelddadige actie zou gaan volgen afweren en duwde met platte hand in haar gezicht. De hevige gemoedsbeweging trad op en de grenzen van subsidiariteit en proportionaliteit waren op dat moment zeer moeilijk te hanteren. Dennis is groot van postuur en een duw kan zodoende binnen dit kader gemakkelijk een neus fractuur opleveren. Dit in verhouding tot iemand die een geringe lengte heeft en vaak minder impact zal veroorzaken met een soortgelijke handeling maar met minder gewicht en minder lange armen (hefboomwerking). Het kan best wel eens zo zijn dat de lengte in nadeel is bij noodweer maar in voordeel bij noodweerexces. Let wel, ik ga uit van het bekende feiten complex
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
quinty



Leeftijd: 41
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 1:14    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quote:

De reactie van Dennis is ontstaan door het gevolg van een hevige gemoedsbeweging waardoor hij de grenzen van subsidiariteit en proportionaliteit te buiten ging


het wordt zo echt een welles-nietes spelletje....

over noodweerexces: als je de grenzen van subsidiariteit en proportionaliteit overschrijdt (en jij impliceert dus dat dat toegestaan is bij noodweerexces) wat blijft er dan nog over ter begrenzing van het noodweerexces. Sla de wettekst er ook maar op na: nw exces vereist een overschrijding van de noodzakelijke verdediging....nw zegt dat de verdediging geboden moet zijn door de noodzakelijke verdediging..... Jouw stelling zou dan impliceren dat no matter what: indien niet voldaan is aan de vereisten van noodweer, dan is automatisch wel nw exces van toepassing.....en dat is toch pertinent onjuist!!!

zie ook de volgende quote van een arrest van het Hof Den Haag op rechtspraak.nl LJN: AD9838

Quote:

Op grond van het vorenstaande was verdachtes handelen, naar 's hofs oordeel, niet geboden ter noodzakelijk verdediging van het leven van zijn broer [ ] tegen het door het slachtoffer toegepaste geweld en faalt het beroep op noodweerexces. Immers overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, kan zich alleen voordoen indien deze verdediging noodzakelijk is of noodzakelijk is geweest (HR 18 mei 1993, NJ 1993, 691).



Nogmaals en ik val wederom in herhaling....de subsidiariteit speelt bij noodweerexces een belangrijke rol. Ik zou zeggen sla de relevante boeken van Kelk erop na en daar vind je het zeker terug. Maar ik heb echt het idee dat dit weinig zin heeft, want we worden het toch niet eens wat betret noodweerexces en misschien moeten we het daar maar bij laten
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
abraxes

abraxes

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 4:42    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quote:
Jouw stelling zou dan impliceren dat no matter what: indien niet voldaan is aan de vereisten van noodweer, dan is automatisch wel noodweerexces van toepassing.....en dat is toch pertinent onjuist!!!


Ik zal proberen hier serieus op in te gaan. Het is niet de bedoeling geweest dat aan mijn schrijven bovenstaande uitleg zou worden gegeven. Je raakt echter wel een discutabel punt: de verhouding tussen een hevige gemoedsbeweging en de gedraging.

Quote:
zie ook de volgende quote van een arrest van het Hof Den Haag op rechtspraak.nl LJN: AD9838

Op grond van het vorenstaande was verdachtes handelen, naar 's hofs oordeel, niet geboden ter noodzakelijk verdediging van het leven van zijn broer [ ] tegen het door het slachtoffer toegepaste geweld en faalt het beroep op noodweerexces. Immers overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, kan zich alleen voordoen indien deze verdediging noodzakelijk is of noodzakelijk is geweest (HR 18 mei 1993, NJ 1993, 691).


Ik zie geen afwijking in mijn stelling tav van dit arrest.

Quote:
Nogmaals en ik val wederom in herhaling....de subsidiariteit speelt bij noodweerexces een belangrijke rol.Ik zou zeggen sla de relevante boeken van Kelk erop na en daar vind je het zeker terug.


Ik citeer:
Het 2e lid art41 noodweerexces breidt de straffeloosheid uit voor zover iemand 'de grenzen van de noodzakelijke verdediging' overschreden heeft, dus te ver ging in zijn - op zichzelf gerechtvaardigde- verdediging, oftewel niet de proportionaliteit of subsidiariteit in acht heeft genomen. Dat blijft straffeloos als die te grove reactie 'het onmiddelijke gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt'.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
tikSimone

tikSimone

Leeftijd: 58
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): EUR
Studieomgeving (MA): EUR
Berichten: 12147


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 8:29    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Ik kan me niet voorstellen dat in dit geval de "hevige gemoedsbeweging" echt serieus zal worden genomen. Dit op grond van de aard van de gebeurtenis.
_________________
Nait soez'n, moar doun!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
Eva

Eva

Leeftijd: 42
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UvA

Berichten: 1289


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 15:04    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

abraxes schreef:

Quote:
Een beroep op noodweerexces daarentegen is mede door het verschil in lengte, gezien de situatie, meer aannemelijk. De reactie van Dennis is ontstaan door het gevolg van een hevige gemoedsbeweging waardoor hij de grenzen van subsidiariteit en proportionaliteit te buiten ging.



Maar dan moet er dus wel sprake van een noodweersituatie zijn. Jij ziet over het hoofd dat bij noodweerexces de proportionaliteit mag worden overschreden maar de subsidiariteit niet. Wat jij hierboven zegt klopt dus niet. De persoon in kwestie mag dan dus wel bijv. harder slaan dan nodig was maar er moet wel degelijk sprake zijn van een noodweersituatie, de subsidiariteit dus.
In dit geval ben ik van mening dat er absoluut geen sprake is van een noodweersituatie. Daarbij speelt het feit dat dennis een man is en de andere persoon een vrouw een rol in, en ook het feit dat hij een kop groter is is belangrijk voor de situatie. De man heeft zoveel andere opties om voor te kiezen, zoals weglopen of de vrouw vastpakken. Een beroep op noodweer kan dus niet aanvaard worden en aangezien er geen sprake is van een noodzakelijke verdediging kan een beroep op noodweerexces ook niet aanvaard worden.

abraxes schreef:

Quote:
Het 2e lid art41 noodweerexces breidt de straffeloosheid uit voor zover iemand 'de grenzen van de noodzakelijke verdediging' overschreden heeft, dus te ver ging in zijn - op zichzelf gerechtvaardigde- verdediging, oftewel niet de proportionaliteit of subsidiariteit in acht heeft genomen.


Hier ga je dus weer de mist in want het artikel zegt dat de straffeloosheid alleen wordt uitgebreid als iemand de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschrijdt. Die noodzakelijk verdediging moet dus wel aanwezig zijn!! Het gaat alleen over de grenzen daarvan, dus dat je iemand veel te hard slaat of vaker slaat of doodschiet ipv neerschiet. Maar voorwaarde blijft altijd dat er sprake is van een noodweersituatie. De eis van subsidiariteit blijft dus aanwezig bij noodweerexces.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
quinty



Leeftijd: 41
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 15:21    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Eva dat probeerde ik dus ook duidelijk te maken, misschien heb ik het niet zo goed uitgelegd maar in elk geval bevestig jij mijn verhaal en ik ben het dus met je eens Very Happy
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
abraxes

abraxes

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 17:21    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Eva
Quote:
Maar dan moet er dus wel sprake van een noodweersituatie zijn. Jij ziet over het hoofd dat bij noodweerexces de proportionaliteit mag worden overschreden maar de subsidiariteit niet. Wat jij hierboven zegt klopt dus niet. De persoon in kwestie mag dan dus wel bijv. harder slaan dan nodig was maar er moet wel degelijk sprake zijn van een noodweersituatie, de subsidiariteit dus.


Quote:
Hier ga je dus weer de mist in want het artikel zegt dat de straffeloosheid alleen wordt uitgebreid als iemand de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschrijdt. Die noodzakelijk verdediging moet dus wel aanwezig zijn!!


De geciteerde tekst komt rechtstreeks uit een leerboek van de universiteit. Ik vertrouw op de juistheid van deze tekst. Ik zie wederom dat je aan deze tekst een merkwaardige interpretatie geeft. De tekst brengt wel degelijk tot uitdrukking dat er sprake moet zijn van noodzakelijke verdediging. Bekijk dit nog eens goed! Natuurlijk moet er sprake zijn van subsidiariteit, echter de werking hiervan heeft een andere betekenis dan de betekenis dan welke jij er aan geeft: voor de betekenis verwijs ik naar mijn eerder schrijven. Jij stelt noodweersituatie gelijk aan subsidiariteit? Bedoel je dat echt?

Quote:
Eva dat probeerde ik dus ook duidelijk te maken, misschien heb ik het niet zo goed uitgelegd maar in elk geval bevestig jij mijn verhaal en ik ben het dus met je eens


Eva bevestigt een niet goed uitgelegd verhaal en jij bent het ermee eens?

Onderstaand arrest toont aan dat een beroep op noodweerexces succesvol is geweest. Er is sprake van doodslag, veroorzaakt door kogels afkomstig uit het vuurwapen van de verdachte. Hoe beoordelen jullie (in het bijzonder Eva en Quinty) dit arrest gelet op de werking van subsidiariteit en proportionaliteit?

Quote:
Bijlmer noodweer
Datum uitspraak 23-10-1984
Zaaknr 76533
Bron Hoge Raad
Rechters Moons, De Groot, De Waard, Hermans, Jeukens
Advocaat-Generaal Remmelink
Soort zaak straf
Soort procedure cassatie
Wetgeving art. 41 lid 2 Sr
art. 352 lid 2 Sv
Vindplaats NJ 1986/56
DD 85.087
AA 1985, p. 280 e.v. (Ch. Haffmans)

Samenvatting
Doodslag, poging tot doodslag. Noodweerexces.
Ontslag van rechtsvervolging is voldoende gemotiveerd.

Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van 3 juni 1983 in de strafzaak tegen Anne Marie Antoinette Helene van S., geboren te Haarlem op 30 sept. 1947, te Amsterdam.

1. De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rb. te Amsterdam van 6 april 1982 - de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van het bewezen verklaarde, te weten: I. "doodslag" en II. "poging tot doodslag". Het hof heeft de verdachte voorts ter zake van III. "overtreding van een voorschrift vastgesteld bij of krachtens art. 3 Vuurwapenwet 1919, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een maand gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een geldboete van een duizend gulden, subs. twintig dagen hechtenis, met onttrekking aan het verkeer zoals in het arrest omschreven.

2. Het cassatieberoep
Het beroep, dat zich kennelijk niet richt tegen de veroordeling terzake van het onder III ten laste gelegde, is ingesteld door de P-G bij het Hof te Amsterdam. Deze heeft het navolgende middel van cassatie voorgesteld:

Verzuim van vormen waarvan de naleving op straffe van nietigheid is voorgeschreven en/of schending en/of verkeerde toepassing van art. 41 Sr en/of van de art. 352, 358, 359, 415 en 423 Sv, in ieder geval van het recht, doordien het hof overwoog dat het beroep dat door en namens verdachte op noodweerexces is gedaan, opgaat en dat derhalve het onder I en II bewezen verklaarde wel, doch verdachte niet strafbaar is te dier zake,
en dat daaraan "niet afdoet dat verdachte geen vergunning had voor het bezit van het wapen" en dat "het gebruik" (van dat wapen) "in dit geval wordt verontschuldigd door de paniek en angst waarin verdachte, overweldigd door de overval, heeft gehandeld"; in ieder geval is het arrest in dit opzicht niet behoorlijk gemotiveerd.
Immers:
Het hof overwoog dat het beroep op noodweer faalt daar verdachte de grenzen van de noodzakelijke zelfverdediging heeft overschreden. Maar het beroep op noodweerexces zou opgaan, hoewel, naar het hof overweegt, "het (onwettige) vuurwapenbezit de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging ... mogelijk" (heeft) "gemaakt". De daarop volgende overweging dat het gebruik van het wapen "in dit geval" wordt verontschuldigd, is niet concludent en kan niet, althans niet slechts, worden ontleend aan vaststellingen omtrent emoties waarin verdachte ten tijde van de overval heeft gehandeld, aangezien:

1. Het begrip noodweer rechtens wordt gekarakteriseerd als een rechtshandhavingsinstituut en het proportionaliteitsbeginsel daartoe als reguleringsmechanisme functioneert (vgl. bijv. HR 1 mei 1979, DD 79.261). Die functie zou niet, althans niet in bevredigende mate, aan dat beginsel kunnen worden ontleend, als het geheel, althans in overwegende mate, aan de burger is overgelaten, te bepalen welke wijze van verdediging en welk verdedigingsmiddel proportioneel is.
De burger die zich te zijner verdediging van een vuurwapen voorziet en daarmede steeds in geladen toestand op zak loopt, trekt bij voorbaat een wissel op het oordeel dat de rechter zal geven over de evenredigheid tussen doel en middel als hij in een noodweer-waardige situatie is geraakt en van dat wapen gebruik heeft gemaakt; terwijl toen hij het wapen bij zich stak, van generlei aanval sprake was.
Deze wijze van vooruit lopen op het rechterlijk oordeel staat de honorering van een beroep op noodweer resp. noodweerexces in de weg, als dat verdedigingsmiddel of gezien de specifieke aard van dat middel en/of gezien de capaciteiten van de verdachte om dat middel in een noodweersituatie op een aangepaste wijze te hanteren, hoe dan ook en reeds bij voorbaat als onevenredig moet worden gekenmerkt.
Ware dat anders dan zou het proportionaliteitsbeginsel niet meer goed als reguleringsmechanisme kunnen voldoen.
Nu in de onderhavige zaak de capaciteiten van verdachte in dit opzicht uitdrukkelijk in twijfel zijn getrokken (zie de aan het p.-v. van de zitting in hoger beroep gehechte aantekening van het requisitoir), en er gezien hetgeen over de persoon van verdachte bekend was, voor die twijfel evident grond bestond, had het hof de vraag of de verdachte deze capaciteiten al dan niet bezat, expliciet in zijn overwegingen moeten betrekken, voorzover er al ruimte zou zijn het beroep op noodweerexces te honoreren.

2. Het leerstuk der culpa in causa in algemeenheid impliceert dat de verwijtbaarheid van de handeling (i.c.: voorhanden hebben van een vuurwapen) die causaal is voor de ten laste gelegde gedraging, relevant is voor het oordeel over de vraag of desondanks de strafbaarheid wordt opgeheven door een uitsluitingsgrond (vgl. Hooggerechtshof Ned. Indiλ 14 sept. 1892, W 6253; Hazewinkel-Suringa-Remmelink, 7e dr., p. 282).
Dat geldt in het bijzonder als die uitsluitingsgrond als een verontschuldigingsgrond wordt aangemerkt (vgl. de rechtspraak inzake overmacht in geval van eigen fout of nalatigheid van verdachte; bijv. HR 9 okt. 1979, NJ 1980, 45). Verwezen moge worden voorts naar de volgens Duits recht verbonden gevolgen aan "Schuldhafte Herbeifόhrung der Notwehrlage" (Sch./Schr. 21e dr., aant. 58 e.v. sub par. 32: "im Prinzip unbestritten ist ... daί ... bei einer ... schuldhaften Herbeifόhrung der Notwehrlage die Berufung auf par. 32 ausgeschlossen oder nur beschrδnkt mφglich ist"). Deze aan het Duitse recht ontleende zienswijze valt op daar de Duitse rechter toch in het algemeen niet al te spoedig geneigd lijkt de burger die zich tegen een "Angriff" verdedigt in de kou te laten staan; terwijl anderzijds het beroep op weerbaarheid in de Nederlandse samenleving traditioneel geen vruchtbare voedingsbodem vindt.
Bij beoordeling van het beroep op noodweerexces van de verdachte die zich in strijd met de Vuurwapenwet 1919 a priori van een vuurwapen heeft voorzien teneinde in het algemeen zich te kunnen verdedigen tegen eventuele en naar hun doel niet geconcretiseerde belagers, is dientengevolge van uitdrukkelijk belang het antwoord op de vraag of die verdachte, afgezien van de concrete situatie waarin van het vuurwapen gebruik wordt gemaakt, de capaciteit had om dat wapen op aangepaste wijze te hanteren (vgl. Rb. Groningen 6 dec. 1956, NJ 1957, 597 en Rb. Maastricht 4 mei 1959, NJ 1960, 3, in welke uitspraken met het oog op het verweten wapengebruik, wordt ingegaan op de "instelling" van verdachte). Dit klemt te meer omdat het leerstuk der "Garantenstellung" met zich mee brengt dat een ieder die zich van een (geladen) vuurwapen voorziet en daarmede in een geladen toestand rondloopt, dusdoende een bijzondere verantwoordelijkheid aanvaardt om van dat vuurwapen slechts een evenredig en aangepast gebruik te maken (vgl. HR 1 maart 1977, NJ 1977, 353). Hoewel i.c. door het OM, blijkens de bij het p.-v. van de zitting in hoger beroep gevoegde aantekeningen van het requisitoir, onder verwijzing naar rapportage van deskundigen omtrent de persoon van verdachte, uitdrukkelijk op bedoelde vraag is ingegaan en op basis daarvan gesteld is dat verdachte die capaciteit miste, is het hof hieraan voorbij gegaan.

3. Wie misbruik maakt van zijn bevoegdheid als bedoeld in art. 41 Sr, noch het beroep op noodweer noch het beroep op noodweerexces toekomt. Op de voet van art. 3.1.1.14 NBW moet geacht worden van misbruik van bevoegdheid sprake te zijn als de evenredigheid tussen het belang bij uitoefening ervan en het belang dat daardoor wordt geschaad, reeds bij voorbaat zodanig ontbreekt dat de verdachte kan worden tegengeworpen dat hij in redelijkheid niet tot uitoefening had kunnen komen. Wie zich in strijd met de Vuurwapenwet 1919 a priori van een vuurwapen heeft voorzien teneinde zich in het algemeen te kunnen verdedigen tegen eventuele belagers, kan in een noodweersituatie geacht worden van bedoelde bevoegdheid misbruik te maken door zich met dat vuurwapen op onevenredige wijze te verdedigen en daarmede letsel te veroorzaken indien hij bij voorbaat geacht moet worden dermate de capaciteit te missen om van dat vuurwapen een aangepast gebruik te maken dat de kans dat die belagers tengevolge van onevenredig wapengebruik letsel zullen oplopen of zullen worden gedood, groot is.
Nu i.c. de wijze waarop verdachte van haar bevoegdheid ex. art. 41 Sr gebruik heeft gemaakt, uitdrukkelijk ter discussie is gesteld (zie de aantekeningen van het requisitoir dat aan het p.-v. van de zitting in hoger beroep is gehecht), had het hof niet voorbij mogen gaan aan hetgeen omtrent de capaciteiten van verdachte in dit opzicht naar voren was gekomen.
De raadsman van de verdachte, Mr. J.J. Mul, adv. te Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken.

3. De conclusie van het OM
[...]
4. Bewezenverklaring en bewijsvoering
4.1. Ten laste van de verdachte is voor zoveel hier van belang bewezen verklaard dat verdachte:
I. in de gem. Amsterdam op 27 sept. 1981 opzettelijk C.A.J.G. van het leven heeft beroofd hebbende zij, verdachte, daar toen opzettelijk uit een pistool een kogel afgevuurd in de richting van het lichaam van genoemde G. waardoor deze een perforerende schotverwonding van de rechter long bekwam, ten gevolge waarvan hij is overleden;
II. in de gem. Amsterdam op 27 sept. 1981 ter uitvoering van haar voorgenomen misdrijf om opzettelijk S.E.R. van het leven te beroven, opzettelijk uit een pistool een kogel heeft afgevuurd in de richting van het lichaam van genoemde R., waardoor deze werd getroffen in de rechter borst, zijnde de uitvoering van haar, verdachtes, voorgenomen misdrijf niet voltooid, alleen ten gevolge van de van haar wil onafhankelijke omstandigheid dat genoemde R. niet is overleden.
4.2. Het hof heeft deze bewezenverklaring doen steunen op de bewijsmiddelen, waarvan de inhoud is weergegeven in 's hofs navolgende overwegingen:
O. dat het hof ten aanzien van het onder I ten laste gelegde als bewijsmiddelen bezigt:
1. de verklaring van verdachte ter terechtzitting van het hof, voorzover zij - zakelijk weergegeven - heeft opgegeven: Op 27 sept. 1981 heb ik in een lifthal van de flat Kruitberg te Amsterdam welbewust uit een pistool, dat ik met scherpe patronen geladen had, een kogel afgevuurd op een man, die naar ik later vernam C.A.J.G. heette. Ik hield dat pistool daarbij op korte afstand gericht op de romp van die G. Na dat schieten zag ik die G. uit de lifthal weglopen. Ik heb inmiddels begrepen, dat G. door dat schot is overleden.
2. een ambtsedig p.-v. nr. R 4 Blm 4282/81 B opgemaakt door J.H. Smith, hoofdagent van gemeentepolitie te Amsterdam op 27 sept. 1981 voorzover dat - zakelijk weergegeven - inhoudt als relaas van die verbalisant:
Op 27 sept. 1981 zag ik nabij de flat Kruitberg te Amsterdam het lichaam van een man liggen. Die man vertoonde geen tekenen van leven. De volledige personalia van die man luiden Clifton Arsenio John G.
3. een rapport nr. 81348/Z 287 opgemaakt door Dr. J. Zeldenrust als vast gerechtelijk deskundige en door deze getekend op 8 okt. 1981 te Rijswijk (ZH), voorzover dat - zakelijk weergegeven inhoudt:
Het lijk van C.A.J.G. werd mij overhandigd door G.N. Kramers, brigadier van gemeentepolitie te Amsterdam. Na schouwing is mijn conclusie, dat C.A.J. G. is overleden tengevolge van een perforerende schotverwonding van de rechter long, ontstaan doordat een afgevuurde kogel bij de rechter schouder was binnengedrongen.
O. dat het hof ten aanzien van het onder II ten laste gelegde als bewijsmiddelen bezigt:
4. de verklaring van verdachte ter terechtzitting van het hof voorzover zij - zakelijk weergegeven - heeft opgegeven:
Op 27 sept. 1981 heb ik in Amsterdam welbewust uit een pistool, dat ik met scherpe patronen geladen had, een kogel afgevuurd in de richting van de rechterschouder van een man, van wie ik later vernam, dat hij S.E.R. heet. Dat pistool bevond zich toen op ongeveer 1,5 m van die R. Ik heb inmiddels begrepen, dat R. door dat schot is getroffen in de rechter borst.
5. een fotocopie van een verklaring d.d. 23 nov. 1981 van S.E.R. Hovius, assistent, verbonden aan het academisch ziekenhuis bij de universiteit van Amsterdam, academisch medisch centrum, voor zover dat - zakelijk weergegeven - inhoudt:
Op 27 sept. 1981 liep S.E.R. een schotverwonding op van de rechter borst tussen de 1e en de 2e rib, waarbij de rechter long was geraakt en de kogel in zijn rugspier terecht was gekomen.
4.3. Het hof heeft voorts nog overwogen:
dat het hof de opzet om G. van het leven te beroven bewezen acht, nu verdachte door uit een - naar zij wist - met scherpe patronen geladen pistool, hetwelk zij hield op korte afstand en in de richting van de romp van die G., een kogel af te vuren, zich, naar zij toen moet hebben begrepen, heeft blootgesteld aan het aanmerkelijke risico dat de dood van die G. daarvan het gevolg zou kunnen zijn en het van algemene bekendheid is dat zulk een handelwijze veelal de dood pleegt te veroorzaken;
dat het hof de opzet om R. van het leven te beroven bewezen acht, nu verdachte door uit - naar zij wist - een met scherpe patronen geladen pistool, welke zij hield op een afstand van 1 1/2 m. van die R. te richten op en daaruit een kogel af te vuren in de richting van de rechter schouder van die R., zich, naar zij toen moet hebben begrepen, heeft blootgesteld aan het aanmerkelijke risico dat de dood van die R. het gevolg zou kunnen zijn en het van algemene bekendheid is dat zulk een handelwijze veelal de dood pleegt te veroorzaken.

5. 's Hofs overwegingen naar aanleiding van een gevoerd verweer
5.1. Blijkens het bestreden arrest is namens de verdachte het verweer gevoerd, dat zij heeft gehandeld in noodweer of voor het geval dat verweer niet mocht slagen, is door en namens haar een beroep op noodweerexces gedaan.
5.2. Dienaangaande heeft het hof overwogen en beslist:
Uit het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is aannemelijk geworden dat de gebeurtenissen, waarop deze verweren zijn gebaseerd, zich als volgt hebben toegedragen.
Verdachte was op 27 sept. 1981 tegen half een 's nachts uit de metro gekomen en door de binnenstraat van het flatgebouw waarin zij op de achtste verdieping woonde naar een trappenhuis gelopen waar zij op de eerste verdieping in de betrekkelijk kleine lifthal stond te wachten op de komst van een lift. In haar linker hand droeg zij een tas met persoonlijke bezittingen waaronder identiteitspapieren, haar rechter hand stak in de rechter zak van haar jas, waarin zij een geladen pistool droeg, zoals altijd, om zich te kunnen verdedigen wanneer zij zou worden aangevallen, hetgeen al eerder was gebeurd.
Toen zij daar zo stond, sprongen G. en R. van de galerij de lifthal in, beiden met een capuchon over het hoofd, zodat het gezicht grotendeels bedekt was. Zij zeiden niets. G. greep verdachte vast, drukte met zijn rechter hand haar mond dicht en haar hoofd achterover omlaag, terwijl R. naar haar tas greep. Verdachte hield haar tas vast en terwijl zij zich enigszins omdraaide zag zij R. met een mes in haar richting staan. Zij trok haar pistool en loste een waarschuwingsschot in de lucht. R. deinsde niet terug maar kwam met opgeheven mes dichter naar haar toe terwijl G. haar vast hield. Verdachte vreesde te worden neergestoken. Toen schoot verdachte, een niet ongeoefend schutter, R. in de bovenkant van zijn borst. R. deinsde terug en liep weg naar de galerij, gevolgd door G., terwijl verdachte haar evenwicht kwijt raakte en op de grond terecht kwam.
Plotseling draaide G. zich om en hij kwam in gebogen houding op verdachte af, die nog half op de grond lag. Hij pakte haar bij haar jas vast, daar waar normaal de revers zitten. Zij vreesde voor haar leven. Zij schoot G. in de rechter schouder. G. rukte de tas uit haar hand en rende weg, de galerij op, waar hij samen met R. verder rende.
Uit deze toedracht blijkt in de eerste plaats dat er van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van eigen goed van verdachte door R. en G. samen sprake is geweest. Aangenomen moet worden dat het voor een persoon als verdachte duidelijk moet zijn geweest dat het de aanvallers uiteindelijk te doen was om verdachtes tas met inhoud.
Evenzeer was echter voor de handliggend, gezien de gewelddadige wijze waarop de aanvallers te werk gingen en de dreiging met het mes, dat de aanvallers om dat doel te bereiken haar lijf zouden aanranden.
De gedragingen leverden een onmiddellijk dreigend gevaar hiertoe op.
Onder deze omstandigheden moet het ervoor gehouden worden, dat, nu geen ander adequaat middel voorhanden was en het waarschuwingsschot geen effect had, gebruik van het pistool, dat verdachte daar toen bij zich had, geboden was voor de verdediging van eigen lijf en goed.
Verdachte heeft echter de grenzen van de noodzakelijke zelfverdediging overschreden door R. met het vuurwapen in de borst te schieten. Gezien haar ervaring met vuurwapens en de geringe afstand tussen haar en R. moest zij in staat geweest zijn hem te raken in minder vitale delen van zijn lichaam. Wel acht het hof aannemelijk dat het schieten, zoals zij dit daar toen deed, het onmiddellijk gevolg is geweest van haar hevige gemoedsbeweging door de onderhavige overval veroorzaakt, nu zij zich kennelijk door haar paniek- en angstgevoelens van dat moment niet de tijd en de rust heeft gegund op minder vitale lichaamsdelen te richten.
Uit de toedracht blijkt in de tweede plaats, dat verdachte vervolgens haar tas heeft moeten verdedigen tegen ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door G. alleen.
Uit het feit, dat G. na aanvankelijk te zijn weggelopen weer op verdachte, die nog half op de grond lag, afkwam, uit het feit dat G. niet was afgeschrikt door het waarschuwingsschot en het aanschieten van R. en uit de wijze waarop G. vervolgens verdachte vastgreep, heeft verdachte mogen opmaken dat er eveneens onmiddellijk dreigend gevaar bestond dat G. haar lijf zou aanranden.
Ook toen heeft verdachte de grenzen van de noodzakelijke zelfverdediging overschreden, door G. in de rechter long te schieten, doch ook dit schieten was kennelijk het onmiddellijk gevolg van een hevige gemoedsbeweging door dat optreden van G. en door het voorafgaand optreden van G. en R. beiden veroorzaakt.
Hieruit volgt dat het beroep op noodweer faalt maar het beroep op noodweerexces opgaat.
5.3. Voorts heeft het hof nog overwogen:
dat derhalve het onder I en II bewezen verklaarde wel, doch verdachte niet strafbaar is terzake van deze handelingen, waaraan niet afdoet dat verdachte geen vergunning had voor het bezit van het wapen; weliswaar heeft het (onwettige) vuurwapenbezit de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging - en daarmee de noodlottige gevolgen - mogelijk gemaakt doch de onwettigheid van het bezit neemt niet weg dat het gebruik in dit geval wordt verontschuldigd door de paniek en angst waarin verdachte, overweldigd door de overval, heeft gehandeld.

6. Beoordeling van het middel
6.1. Het hof heeft met betrekking tot de beide bewezen verklaarde feiten geoordeeld:
a. dat gebruik van het pistool (waarmede het hof bedoelt het daarmede schieten) voor de verdachte geboden was ter verdediging van eigen lijf en goed tegen "een onmiddellijk dreigend gevaar" (dat, naar het hof kennelijk heeft aangenomen, een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding opleverde);
b. dat de verdachte de grenzen van de noodzakelijke zelfverdediging heeft overschreden door R. in de borst en G. in de rechter long te schieten, doch dat dit schieten het onmiddellijk gevolg is geweest van een door het optreden van R. en G. veroorzaakte hevige gemoedsbeweging;
c. dat mitsdien het beroep op noodweerexces opgaat en de verdachte dus niet strafbaar is, waaraan de onwettigheid van het wapenbezit van de verdachte niet afdoet.
6.2. Voor zover het middel zich - met name onder 1 - beoogt te keren tegen het in 6.1. onder a weergegeven oordeel van het hof met een beroep op de onwettigheid van het wapenbezit van de verdachte faalt het, omdat het hof, in de situatie waarin de verdachte verkeerde, vuurwapengebruik geboden, en een andere verdedigingsmogelijkheid dus niet aanwezig heeft geacht.
6.3. Voor zover het middel erover klaagt dat het hof in zijn overwegingen niet heeft betrokken de vraag of de verdachte de capaciteiten had om het vuurwapen in een noodsituatie op een aangepaste wijze te hanteren mist het feitelijke grondslag. Het hof is van die capaciteiten kennelijk uitgegaan, immers het heeft vastgesteld dat de verdachte "een niet ongeoefend schutter" is en dat zij, gezien haar ervaring en de geringe afstand tussen haar en R., in staat moet zijn geweest hem te raken in minder vitale delen van zijn lichaam, terwijl het bovendien uitdrukkelijk heeft vermeld dat de verdachte na het trekken van haar pistool eerst nog een waarschuwingsschot heeft gelost.
6.4. Anders dan in het middel wordt betoogd heeft het hof geen blijk gegeven van een verkeerde opvatting omtrent het bepaalde in art. 41 Sr door te oordelen als in 6.1 onder c weergegeven. Het middel miskent dat, gegeven 's hofs oordeel dat vuurwapengebruik door de verdachte geboden was, de onwettigheid van het wapenbezit het hof niet belette aan te nemen dat hier een geval van noodweerexces aanwezig is wegens het gebruiken van het vuurwapen dan noodzakelijk was.
6.5. Het middel is dus tevergeefs voorgesteld.

7. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden moet het beroep worden verworpen.

8. Beslissing
De HR verwerpt het beroep.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
quinty



Leeftijd: 41
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 18:04    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quote:

Eva bevestigt een niet goed uitgelegd verhaal en jij bent het ermee eens?


ik ben het slechts niet met haar eens vwb haar opmerking dat een noodweersituatie gelijk staat aan subsidiariteit! Je moet eerst constateren of er uberhaupt een noodweersituatie is: dwz een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding. Vervolgens komt de vraag van proportionaliteit en subsidiariteit aan de orde!! De rest van haar verhaal ben ik het mee eens ja

wat betreft bijlmer doodslag arrest. De HR laat de overwegingen vh hof in stand. Ik geef een klein citaat uit die overweging

Quote:

Onder deze omstandigheden moet het ervoor gehouden worden, dat, nu geen ander adequaat middel voorhanden was en het waarschuwingsschot geen effect had, gebruik van het pistool, dat verdachte daar toen bij zich had, geboden was voor de verdediging van eigen lijf en goed.
Verdachte heeft echter de grenzen van de noodzakelijke zelfverdediging overschreden door R. met het vuurwapen in de borst te schieten


Het hof houdt mijns inziens de woorden "geboden" en "noodzakelijke verdediging" ook uit elkaar....

HR bij beoordeling vh middel

Quote:

6.2. Voor zover het middel zich - met name onder 1 - beoogt te keren tegen het in 6.1. onder a weergegeven oordeel van het hof met een beroep op de onwettigheid van het wapenbezit van de verdachte faalt het, omdat het hof, in de situatie waarin de verdachte verkeerde, vuurwapengebruik geboden, en een andere verdedigingsmogelijkheid dus niet aanwezig heeft geacht.


dat gaat dus over de proportionaliteit, hof achtte geen andere verdedigingsmogelijkheid aanwezig. Het middel was in die omst dus proportioneel, echter de grenzen van noodzakelijke verdediging was met dat middel overschreden
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
abraxes

abraxes

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 18:39    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Bedankt Quinty,

Ik vind dit een opmerkelijke uitspraak (het arrest), het geeft mij een nieuwe zienswijze tav zelfbescherming en vuurwapens.

Quote:
dat gaat dus over de proportionaliteit, hof achtte geen andere verdedigingsmogelijkheid aanwezig. Het middel was in die omst dus proportioneel, echter de grenzen van noodzakelijke verdediging was met dat middel overschreden


Mee eens, in dit geval achtte het hof geen andere verdedigingsmogelijkheid aanwezig waardoor er gezien de omstandigheden aan de eis van subsidiariteit werd voldaan. Maar, dit impliceert geenszins dat een beroep op noodweerexces niet aannemelijk is wanneer men de grens van subsidiariteit te buiten gaat!

Noodweerexces breidt de straffeloosheid uit voor zover iemand 'de grenzen van de noodzakelijke verdediging' overschreden heeft, dus te ver ging in zijn - op zichzelf gerechtvaardigde- verdediging, oftewel niet de proportionaliteit of subsidiariteit in acht heeft genomen. Dat blijft straffeloos als die te grove reactie 'het onmiddellijke gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt'.

Zie onderstaande jurisprudentie

Quote:
LJN: AS2500, Hoge Raad, 01460/04

(…)
Het beroep op noodweerexces faalt in het bijzonder bij het ontbreken van de door de aanval veroorzaakte hevige gemoedsbeweging. Als hierboven gezegd komt de aanval mede voor rekening van verdachte. De verdediging heeft volstaan met te stellen dat aannemelijk is te achten dat verdachte heeft gehandeld in een vlaag van angst, paniek, woede en emotie. De aannemelijkheid wordt niet gestaafd met feiten en omstandigheden en het gaat te ver om alle denkbare mogelijkheden te noemen van de hevige gemoedsbeweging zonder aan te geven of er nu sprake was van angst, paniek, woede, een andere emotie of enige combinatie van deze gevoelens. Dat er door de aanval een hevige gemoedsbeweging is ontstaan die er toe heeft geleid dat de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden is niet aannemelijk geworden. (…)


Quote:
LJN: AO6879, Gerechtshof Arnhem, 21-004833-03

(…)
Het beroep op noodweerexces faalt in het bijzonder bij het ontbreken van de door de aanval veroorzaakte hevige gemoedsbeweging. Als hierboven gezegd komt de aanval mede voor rekening van verdachte. De verdediging heeft volstaan met te stellen dat aannemelijk is te achten dat verdachte heeft gehandeld in een vlaag van angst, paniek, woede en emotie. De aannemelijkheid wordt niet gestaafd met feiten en omstandigheden en het gaat te ver om alle denkbare mogelijkheden te noemen van de hevige gemoedsbeweging zonder aan te geven of er nu sprake was van angst, paniek, woede, een andere emotie of enige combinatie van deze gevoelens. Dat er door de aanval een hevige gemoedsbeweging is ontstaan die er toe heeft geleid dat de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden is niet aannemelijk geworden. (…)


Quote:
LJN: AT3853, Rechtbank Utrecht, 16/370265-04
(…)
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende: (…)
Ook al had verdachte, zoals zij heeft verklaard, slechts de bedoeling het slachtoffer bij haar vandaan te houden door het pistool op hem te richten en op hem te schieten, kan in de situatie van verdachte niet gezegd worden dat zij naar de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit handelde. Zij had weinig kennis van het vuurwapen, had nog nooit geschoten en de kans dat daardoor het slachtoffer zou worden getroffen, was, mede gelet op de kleine ruimte en korte afstand, niet gering.

De rechtbank is van oordeel dat verdachte met het gebruik van het vuurwapen de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden hetgeen een onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging als gevolg van de ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van haarzelf door het slachtoffer (…)

Naar het oordeel van de rechtbank (…)is ook in deze omstandigheden sprake van noodweerexces.(…)
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
quinty



Leeftijd: 41
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 18:59    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quote:

Noodweerexces breidt de straffeloosheid uit voor zover iemand 'de grenzen van de noodzakelijke verdediging' overschreden heeft, dus te ver ging in zijn - op zichzelf gerechtvaardigde- verdediging, oftewel niet de proportionaliteit of subsidiariteit in acht heeft genomen


begrijp ik je goed dat jij spreekt over een of-of situatie, dus of de proportionaliteit wordt overschreden OF de subsidiariteit???

want in dat arrest van de HR:

Quote:

Dat er door de aanval een hevige gemoedsbeweging is ontstaan die er toe heeft geleid dat de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden is niet aannemelijk geworden. (…)


hier wordt dus gesteld dat idd beiden kunnen worden overschreden. Lijkt me dat wordt bedoeld beiden tegelijk, immers anders had de HR wel overwogen "dat de grenzen van propor OF subs zijn overschreden"

Dit vind ik dus merkwaardig en ik raak nu in de war! Toch bedankt voor het arrest, echter is het mij nu nog steeds niet geheel duidelijk.

Want waarom spreekt de wetstekst dan over een "overschrijding van een noodzakelijke verdediging", terwijl het eerste lid bij nw tevens het woord "geboden" hanteert.....
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
Polke



Leeftijd: 40
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Maagd
Studieomgeving (BA): EUR

Berichten: 6


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 19:10    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Ennuhm, is er ondertussen al meer bekend bij Dennis zelf?
De hele discussie gaat maar door hier, maar echt veel meer is er ondertussen nog niet bekend. Het blijft allemaal hypothetisch.

En nou wil ik niet lullig doen tegenover Dennis, maar je hebt ook niet zo brede mensen van twee meter hoor. En als de dame in kwestie dan aardig flink is, dan heb je alweer een flinke draai aan de feitenschets. Ook dametjes van 1m70 kunnen behoorlijk uit de hoek komen. Feit blijft natuurlijk wel over het algemeen mannen sterker zijn dan vrouwen. Vooral als er ook zo'n lengteverschil meespeelt. Ik wilde alleen aangeven dat dit niet vast staat.

Al met al is het voor Dennis waarschijnlijk wel prettig dat mensen hier echt interesse hebben en om die reden alle mogelijkheden uitspitten.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail MSN messenger
abraxes

abraxes

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 19:57    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quote:
begrijp ik je goed dat jij spreekt over een of-of situatie?


Nee maar dat kan je eigenlijk al opmaken uit de verschillende arresten.

Quote:
(...) Dit vind ik dus merkwaardig en ik raak nu in de war! Toch bedankt voor het arrest, echter is het mij nu nog steeds niet geheel duidelijk. Want waarom spreekt de wetstekst dan over een "overschrijding van een noodzakelijke verdediging", terwijl het eerste lid bij noodweer tevens het woord "geboden" hanteert.....


Geboden:
Noodweer is een rechtvaardigingsgrond, gedrag waarvoor een rechtvaardigingsgrond geldt, is niet wederrechtelijk, noodweerexces daarentegen is een schulduitsluitingsgrond, het gedrag blijft wederrechtelijk maar wordt niet verweten. Verschil zit daar dat het een de materiele norm corrigeert die uit een delictomschrijving is af te leiden en de ander (schulduitsluitingsgrond) dit niet doet.

Verder ontstaan uit 'noodzakelijke verdediging' de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
Eva

Eva

Leeftijd: 42
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UvA

Berichten: 1289


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 23:45    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Met de subsidiariteit wordt bedoeld dat er geen andere weg is dan zelfverdediging. Er moet dus van noodzaak sprake zijn. Dat bedoel ik er dus mee. Er moet dus wel een noodweersituatie zijn.
Er is sprake van noodweerexces als de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden worden. Met andere woorden, de proportionaliteit kan dan ontbreken. De subisidairteit echter niet. Want die noodzakelijke verdediging moet wel aanwezig zijn. Ik maak echt nergens uit op, uit dat arrest niet en uit studieboeken niet, dat de subsidiariteit ook mag ontbreken.

Ik weet dus niet met welke passage uit dat arrest je je standpunt duidelijk wilt maken. Dat arrest is duidelijk, er was zeker sprake van een noodweersituatie. Iemand staat in de lift en wordt aangevallen/overvallen door twee jongens. En dat de HR het dan heeft over de proportionaliteit en de subsidiariteit is denk ik omdat ze sowieso eerst naar de subsidiariteit moeten kijken. Want die moet aanwezig zijn.

In dit geval van dennis zou de rechter niet eens toe komen aan het kijken naar noodweerexces want er is geen noodweersituatie.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
tikSimone

tikSimone

Leeftijd: 58
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): EUR
Studieomgeving (MA): EUR
Berichten: 12147


BerichtGeplaatst: do 01 sep 2005 23:51    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Polke schreef:
Ennuhm, is er ondertussen al meer bekend bij Dennis zelf?


Dt vroeg ik me ook al af.
_________________
Nait soez'n, moar doun!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
abraxes

abraxes

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: vr 02 sep 2005 14:46    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Beste Eva, Mijn verwachting is dat je niet alle stof tot je hebt laten komen. Ik beperk me in dit schrijven tot de toepassing van de begrippen proportionaliteit en subsidiariteit bij noodweerexces.

Eva
Quote:
Met andere woorden, de proportionaliteit kan dan ontbreken. De subsidiariteit echter niet. Want die noodzakelijke verdediging moet wel aanwezig zijn. Ik maak echt nergens uit op, uit dat arrest niet en uit studieboeken niet, dat de subsidiariteit ook mag ontbreken Ik weet dus niet met welke passage uit dat arrest je je standpunt duidelijk wilt maken. Dat arrest is duidelijk, er was zeker sprake van een noodweersituatie. Iemand staat in de lift en wordt aangevallen/overvallen door twee jongens. En dat de HR het dan heeft over de proportionaliteit en de subsidiariteit is denk ik omdat ze sowieso eerst naar de subsidiariteit moeten kijken. Want die moet aanwezig zijn.
.

In het arrest waar jij op doelt (NJ 1986/56 bijlmer noodweer) achtte het hof geen andere verdedigingsmogelijkheid aanwezig waardoor er gezien de omstandigheden aan de eis van subsidiariteit werd voldaan. Maar, dit impliceert geenszins dat een beroep op noodweerexces niet aannemelijk is wanneer men de grens van subsidiariteit te buiten gaat!

Zie nogmaals de arresten reeds eerder geplaatst welke dit standpunt onderbouwen:

Quote:
LJN: AS2500, Hoge Raad, 01460/04

(…)
Het beroep op noodweerexces faalt in het bijzonder bij het ontbreken van de door de aanval veroorzaakte hevige gemoedsbeweging. Als hierboven gezegd komt de aanval mede voor rekening van verdachte. De verdediging heeft volstaan met te stellen dat aannemelijk is te achten dat verdachte heeft gehandeld in een vlaag van angst, paniek, woede en emotie. De aannemelijkheid wordt niet gestaafd met feiten en omstandigheden en het gaat te ver om alle denkbare mogelijkheden te noemen van de hevige gemoedsbeweging zonder aan te geven of er nu sprake was van angst, paniek, woede, een andere emotie of enige combinatie van deze gevoelens. Dat er door de aanval een hevige gemoedsbeweging is ontstaan die er toe heeft geleid dat de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden is niet aannemelijk geworden. (…)



Quote:
LJN: AO6879, Gerechtshof Arnhem, 21-004833-03

(…)
Het beroep op noodweerexces faalt in het bijzonder bij het ontbreken van de door de aanval veroorzaakte hevige gemoedsbeweging. Als hierboven gezegd komt de aanval mede voor rekening van verdachte. De verdediging heeft volstaan met te stellen dat aannemelijk is te achten dat verdachte heeft gehandeld in een vlaag van angst, paniek, woede en emotie. De aannemelijkheid wordt niet gestaafd met feiten en omstandigheden en het gaat te ver om alle denkbare mogelijkheden te noemen van de hevige gemoedsbeweging zonder aan te geven of er nu sprake was van angst, paniek, woede, een andere emotie of enige combinatie van deze gevoelens. Dat er door de aanval een hevige gemoedsbeweging is ontstaan die er toe heeft geleid dat de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden is niet aannemelijk geworden. (…)


Quote:
LJN: AT3853, Rechtbank Utrecht, 16/370265-04
(…)
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende: (…)
Ook al had verdachte, zoals zij heeft verklaard, slechts de bedoeling het slachtoffer bij haar vandaan te houden door het pistool op hem te richten en op hem te schieten, kan in de situatie van verdachte niet gezegd worden dat zij naar de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit handelde. Zij had weinig kennis van het vuurwapen, had nog nooit geschoten en de kans dat daardoor het slachtoffer zou worden getroffen, was, mede gelet op de kleine ruimte en korte afstand, niet gering.

De rechtbank is van oordeel dat verdachte met het gebruik van het vuurwapen de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden hetgeen een onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging als gevolg van de ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van haarzelf door het slachtoffer (…)

Naar het oordeel van de rechtbank (…)is ook in deze omstandigheden sprake van noodweerexces.(…)


Ik hoop dat we elkaar nu goed begrijpen.

Verder schreef je:
Quote:
In dit geval van dennis zou de rechter niet eens toe komen aan het kijken naar noodweerexces want er is geen noodweersituatie


Ik wil hier best op in gaan maar wacht even af of je dit standpunt blijft hanteren nu er mogelijk een nieuwe benadering omtrent de toepassing van noodweer - noodweerexces is ontstaan.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
Berichten van afgelopen:   
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 4 van 5 Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Volgende

Tijden zijn in GMT + 2 uur


Wie zijn er online?
Leden op dit forum: Geen

U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen
U mag geen reacties plaatsen
U mag uw berichten niet bewerken
U mag uw berichten niet verwijderen
U mag niet stemmen in polls

Ga naar:  



Home | Over Rechtenforum.nl | Agenda | Visie | Downloads | Links | Mail deze site | Contact

Sites: Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Juridischeagenda.nl | Juridica.nl | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl

© 2003 - 2018 Rechtenforum.nl | Gebruiksvoorwaarden | Privacyverklaring | RSS feeds