|
Auteur |
Bericht |
elisevn
Leeftijd: 29 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT
Berichten: 10
|
Geplaatst: di 22 mrt 2016 17:13 Onderwerp: Gezamenlijke koop van machine |
|
|
Beste,
Ik heb een casus die ik uit dien te werken voor school maar ik loop vast. Wellicht dat iemand mij verder kan helpen.
Casus: twee partijen kopen gezamenlijk een oogstmachine. Zij maken mondeling afspraken over wie wanneer de machine mag gebruiken. Partijen maken de afspraak om de overeenkomst 5 jaar te laten duren, daarna bekijken zij of ze de overeenkomst willen voortzetten. Tijdens de overeenkomst houdt een van de partijen zich niet aan de gemaakte afspraken en de wederpartij wilt de overeenkomst niet voortzetten na de periode van vijf jaar. Er is schriftelijk niets vastgelegd.
Kan ik de overeenkomst zien als een wederkerige overeenkomst? Partijen hebben natuurlijk tegenover elkaar rechten en plichten maar de partijen spreken alleen af wie wanneer de machine heeft; er gaat bijvoorbeeld geen goed over van de een op de ander. Bovendien is de overeenkomst mondeling gemaakt, maar is het onder deze omstandigheid ook rechtsgeldig?
Als dit zo is wil ik namelijk voor ontbinding gaan.
Of zit ik de verkeerd te denken en gaat het hier over een duurovereenkomst en de opzegging hier van?
Wellicht dat het heel simpel is en ik te moeilijk denk, maar ik zie op dit moment door de bomen het bos niet meer. Ik hoop dat iemand me verder kan helpen. Alvast bedankt! |
|
|
|
|
Ronald78
Leeftijd: 45 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 796
|
Geplaatst: di 22 mrt 2016 18:25 Onderwerp: |
|
|
Partijen zijn kennelijk gezamenlijk eigenaar. Dat de overeenkomst over het gebruik na 5 jaar eindigt, doet daar niet aan af: het blijft onverdeelde eigendom. Als er niets is afgesproken over wat er na die 5 jaar gebeurt, zullen die afspraken alsnog gemaakt moeten worden. Meest logische zou zijn dat als het gezamenlijk gebruik eindigt, een van beide de machine kan overnemen tegen de waarde op dat moment (althans de helft van de machine tegen de helft van de waarde) of een andere, overeengekomen waarde, of dat de machine aan een derde wordt verkocht en de opbrengst wordt gedeeld. Maar goed, daar zul je samen uit moeten komen en als de hakken in het zand gaan... _________________ Ik weet niet zoveel van rechten. Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. |
|
|
|
|
elisevn
Leeftijd: 29 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT
Berichten: 10
|
Geplaatst: di 22 mrt 2016 19:49 Onderwerp: |
|
|
Ja precies, die afspraak is ook gemaakt.
Mijn vraag is meer of ik onder gegeven omstandigheden kan zeggen dat er sprake is van een rechtsgeldige wederkerige overeenkomst. Op die manier kan ik ontbinding van de overeenkomst beargumenteren aan de hand van een tekortkoming en een fatale termijn. |
|
|
|
|
Regin
Leeftijd: 36 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: wo 23 mrt 2016 9:41 Onderwerp: |
|
|
Als twee of meer personen eigenaar zijn van dezelfde zaak, is sprake van een gemeenschap. De regels voor een gemeenschap staan in Titel 7 van Boek 3 BW. De overeenkomst die partijen hebben gesloten is een rechtsgeldige, wederkerige duurovereenkomst die kwalificeert als een beheersregeling in de zin van artikel 3:168 BW. Een gemeenschap zonder beheersregeling is niet goed denkbaar; ontbinding of opzegging van de overeenkomst heeft weinig zin als niet ook een einde komt aan de gemeenschap. Tenzij partijen anders hebben afgesproken, is ieder van hen bevoegd een vordering tot verdeling van de gemeenschap in te stellen (artikel 3:178 BW).
Overigens lijkt ontbinding van de beheersregeling me lastig, omdat daarmee ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan, maar de mede-eigendom van de wederpartij niet wordt aangetast. De wederpartij houdt dus uit hoofde van zijn eigendom recht op mede-gebruik van de zaak, terwijl tegelijkertijd hij als gevolg van de ontbinding zijn vroegere mede-gebruik ongedaan moet maken. Dat lijkt mij een gordiaanse knoop. |
|
|
|
|
elisevn
Leeftijd: 29 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT
Berichten: 10
|
Geplaatst: wo 23 mrt 2016 10:56 Onderwerp: |
|
|
Dankje, dit brengt me al een heel stuk verder.
Misschien dat je me hier mee dan kan helpen?
De partij die ik dien te verdedigen stelt aan het einde van de periode van de regeling voor om de gemeenschap te verdelen. Echter hebben partijen mondeling overeengekomen dat verdeling op twee manieren kan geschieden: A koopt B uit of B koopt A uit. Hoe zit het dan met het voorstel van mijn partij om de gemeenschap te verdelen? |
|
|
|
|
Regin
Leeftijd: 36 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: za 26 mrt 2016 13:37 Onderwerp: |
|
|
De hoofdregel is dat partijen verdeling van de gemeenschap mogen vorderen, tenzij ze hebben afgesproken dat dat niet mag (artikel 3:78 BW). Als partijen mondeling hebben afgesproken dat de gemeenschap kan eindigen door uitkoop door de ene of de andere partij, zijn er twee problemen.
Het eerste probleem is de precieze inhoud van de mondelinge afspraak. Betekent de afspraak dat de gemeenschap kan eindigen door uitkoop, dat de gemeenschap alleen maar kan eindigen door uitkoop? Met andere woorden: hebben partijen inderdaad bedoeld de mogelijkheid tot verdeling van de gemeenschap uit te sluiten? Dit is een kwestie van uitleg van de overeenkomst en geschiedt aan de hand van het Haviltex-criterium.
Het tweede probleem is de bewijsbaarheid van de mondelinge afspraak. Zonder aanvullend bewijs kan het bestaan van een mondelinge afspraak tussen partijen in rechte niet komen vast te staan op grond van de verklaring van een van de partijen. Als geen aanvullend bewijs van de mondelinge afspraak bestaat, zou de partij die de gemeenschap wil verdelen het bestaan van de mondelinge afspraak eenvoudigweg kunnen ontkennen. Dan geldt de hoofdregel dat een partij verdeling van de gemeenschap mag vorderen. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: za 26 mrt 2016 17:02 Onderwerp: |
|
|
Regin schreef: | De hoofdregel is dat partijen verdeling van de gemeenschap mogen vorderen, tenzij ze hebben afgesproken dat dat niet mag (artikel 3:178 BW). |
De bevoegdheid tot vordering van verdeling kan telkens voor ten hoogste 5 jaar bij overeenkomst worden uitgesloten. Het lijkt erop dat die 5 jaar nu voorbij zijn.
Ik vermoed dat de beheersregeling doorloopt, tenzij uit de overeenkomst duidelijk blijkt dat na die 5 jaar ook de beheersregeling eindigt. Het ligt m.i. voor de hand dat de overeengekomen termijn van 5 jaar ziet op art. 3:178 lid 5 BW en niet op het einde van de beheersregeling, maar uit de overeenkomst kan natuurlijk anders volgen. (Over bewijsproblemen begin ik maar niet ) _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
|