Ilona.
Leeftijd: 34 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): HZu Studieomgeving (MA): UM Berichten: 1
|
Geplaatst: wo 27 okt 2010 19:17 Onderwerp: Pressiemiddelen tijdens faillissement |
|
|
Hoi,
Ik ben aan het studeren voor de toelatingstoets van een master Arbeidsrecht. Ik kom niet uit vraag b, zou iemand mij hierbij kunnen helpen?
Op 10 februari wordt het faillissement van autohandelaar Vonk (eenmanszaak) uitgesproken. Publicatie daarvan vindt plaats op 15 februari. Vijf dagen later koopt Vonk (zonder toestemming van de curator) van ene Glas een Toyota voor € 2.500. Glas was op het moment van de verkoop en levering van de auto aan Vonk niet bekend met diens faillissement. Vonk ‘garandeert’ Glas dat hij de koopsom binnen enkele dagen zal betalen. Op 25 februari verkoopt Vonk (zonder toestemming van de curator) de van Glas gekochte Toyota op de automarkt voor € 2.000. De koopsom wordt contant aan Vonk betaald. Bij toeval komt de curator hier achter en hij sommeert Vonk om het bedrag van € 2.000 op de faillissementsrekening te storten, aan welke sommatie Vonk (met tegenzin) voldoet.
a. U bent advocaat van Glas, die zich eind februari tot u wendt met de vraag hoe hij betaling kan verkrijgen van de € 2.500, welke hij van Vonk tegoed heeft. Wat vertelt u Glas? (max. 3 punten)
b. Stel: Vonk weigert om aan de sommatie van de curator te voldoen. Welk pressiemiddel uit de Faillissementswet kan de curator dan gebruiken om Vonk te bewegen om alsnog het bedrag van € 2.000 te storten op de faillissementsrekening? (max. 1 punt)
Daarnaast, wat zouden jullie antwoorden bij vraag a? Zelf dacht ik aan het volgende:
Voor een rechtsgeldige overdracht van goederen is vereist (art 3:84 BW):
- Geldige titel
- Beschikkingsbevoegdheid
- Leveringshandeling
Er was sprake van een geldige titel, namelijk een algemene titel: koop overeenkomst. Vonk was beschikkingsonbevoegd aangezien hij failliet is verklaard en hij de koop zonder toestemming van zijn curator heeft uitgevoerd. Een geldige leveringshandeling heeft al plaatsgevonden aangezien Vonk de auto al verkregen heeft. Vanwege het ontbreken van de beschikkingsbevoegheid is de levering nietig.
Art 3:86 BW zou wellicht Glas kunnen beschermen tegen de beschikkingsonbevoegheid van Vonk. Echter is één van de vereiste voor deze bescherming het te goeder trouw zijn van de verkrijger. Aangezien de publicatie van het faillissement vijf dagen voorafgaand aan de koop was, had Glas ervan op de hoogte kunnen zijn, sterker nog, wordt van hem geacht dat hij hiervan op de hoogte is, daarom wordt Glas niet als te goeder trouw gezien en daardoor niet beschermd.
Glas kan wel schadevergoeding vorderen van Vonk op basis van een persoonlijke vordering art 6:277 BW.
Alvast bedankt voor jullie hulp. |
|