opportuniteitsbeginsel - onhoudbaar?
| ||||||||||||||||||||||||
|
De WRR:
Als het opportuniteitsbeginsel m.b.t. een categorie van bepaalde delicten als remedie tegen de overbelasting zou wegvallen (omdat ze opgepakt zouden moeten worden), zouden meer vervolgbare aangiftes van deze categorie worden vervolgd. Bij een beperkte capaciteit (welke hoe dan ook onvermijdelijk is) zou dit uiteraard ten koste gaan van andere zaken buiten die genoemde categorie. Er zal altijd schaarste heersen op het gebied van de capaciteit - volledige criminaliteitsbeheersing is een utopie. Als je dan echter ook nog eens geen formele prioriteitstelling wist vast te leggen, zal deze toch al beperkte capaciteit bovendien ook nog in grote mate oncontroleerbaar opereren - precies zo als dit (volgens (o.a.) de WRR en blijkens de praktijk) kennelijk ook het geval is (zie b.v. ook de 80.000 als vervolgbaar aangemerkte aangiftes diens aantal enkel geschat kan worden omdat de politie de zaken (op wens van de minister) niet registreert). De gedachte moet juist zijn dat er onafhankelijk van een grootte van de capaciteit maar (mede) vanwege haar per se gegeven beperking een formele en vaste prioriteitstelling noodzakelijk is. Nederland met zijn schrikbarend lage opheelderingspercentages is echt hét voorbeeld voor de gevolgen die het ontbreken daarvan met zich kan brengen. |
Voor wat betreft de nadelen van het legaliteitsbeginsel, ik heb even gekeken of ik hier tijdens de colleges waar dit aan de orde is gekomen (in het kader van Sv2001) wat over heb opgeschreven, maar kennelijk heb ik dit toen niet gedaan. Wat me nog wel bijstaat in het algemeen is dat het legaliteitsbeginsel en het materiele onmiddelijkheidsbeginsel in Duitsland niet absoluut zijn, de consequenties van beiden hebben in de praktijk geleid tot allerlei uitzonderingen op de regel om het e.e.a. werkbaar te houden. Kortom, in de praktijk werkt het niet zonder de nodige relativeringen. Zie in dit kader wellicht ook: http://www.wodc.nl/images/ewb02duis_tcm11-7829.pdf |
@Sovereign en Charlotte |
@ Sovereign: Ik vraag me af of je beseft, dat je hierboven een link hebt gemaakt naar een onderzoek dat ik eerder veelvuldig noemde en dat toevallig net een van de twee onderzoekers, namelijk prof. Peter J.P. Tak, als je zijn naam op google combineert met “opportuniteitsbeginsel” verschijnt in verband met precies de hier door mij verdedigde opvatting over de onhoudbaarheid van een absoluut opportuniteitsbeginsel, zie de betreffende site onder “Commentaar uit Katholiek Nieuwsblad”.
In tegenstelling tot hetgeen daar staat, is het alleen niet zo dat het slagingspercentage bij art.12-procedures maar 1½ % is - volgens mij is het minimaal het tienvoudige (blijft tamelijk weinig). Nota bene, zoals ook eerder opgemerkt, is het aantal art.12-procedures in de afgelopen drie jaar minimaal verviervoudigd (mijn schatting – ik heb zoals gezegd niet de gegevens van alle hoven). Het valt aan te nemen dat deze stijging komt doordat de NO sinds kort klachten tegen niet-vervolging niet meer in behandeling neemt (omdat hij daartoe niet bevoegd is – hij onderzocht de gedragingen daarvoor desalniettemin) en de klachten thans direct naar de gerechtshoven gaan. Het gaat in tegenstelling tot in jaren 90’ niet meer om vijf of zes honderd art.12-procedures per jaar, maar twee of drie duizend (de meeste hebben betrekking op ernstige geweldsmisdrijven). Als ik dan even terug mag komen op jouw (Eva’s en Machiel’s) argument van de overbelasting: Bij de gerechtshoven zou die overbelasting gezien de zojuist beschreven omstandigheden door een invoering van een vervolgingsplicht betreffende delicten tegen leven en ernstige geweldsmisdrijven klaarblijkelijk afnemen!
Hier tref je de spijker precies op z’n kop. Feit is, dat het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel in Duitsland gematigd is in het Opportuniteitsbeginsel en wel omdat men daar inzag dat het in de absolute vorm een hel was! Dit is omgekeerd precies hetzelfde: Ook een absoluut opportuniteitsbeginsel is simpelweg een gedrocht! Over de capaciteit een andere keer...
maar waarom eigenlijk? |
|
Nee, Tak’s onderzoek is niet normatief maar behoorlijk empirisch van aard, dat is me ook opgevallen . Maar het ziet er m.i. blijkens die wat obscure link van mijzelf hierboven wel ernaar uit dat hij zeer kritisch is in verband met het beginsel in zijn huidige vorm – wat gezien de onderzoeksresultaten ook geen enkel beetje verwonderlijk zou zijn. Wat we in het onderzoek van Tak en Fiselier vinden, is de analyse van (de oorzaken van) het grote verschil tussen Nordrhein-Westfalen en Nederland in omvang van de "rechterdichtheid" en het OM. Hiervoor werd gekeken naar de organisatiestructuur en de wettelijke achtergrond. Relevante conclusies zijn (getallen uit 1999, enkele getallen zijn door mij toegevoegd (bron CBS en WODC): kwantitatief strafrechtsketen misdrijven 1999 tot. ophelderingspercentage Nederland 15% Nordrhein-Westfalen 50% ophelderingspercentage geweld (2000) Nederland 43% Nordrhein-Westfalen 83% ter kennis politie Nederland 1.284.300 Nordrhein-Westfalen 1.331.679 tot. omvang criminaliteit Nederland vergelijkbaar (licht groter) Nordrhein-Westfalen vergelijkbaar tot. omvang geweldsdelicten Nederland aanzienlijk hoger aanzienlijk kleiner verloop ophelderingspercentage laatste decennia Nederland afnemend Nordrhein-Westfalen toenemend / stagnerend tot. opgehelderde misdrijven Nederland 194.200 Nordrhein-Westfalen 667.150 tot. aantal verdachten Nederland minder Nordrhein-Westfalen meer tot. OM afdoening Nederland 114.451 Nordrhein-Westfalen 710.733 tot. rechter afdoening Nederland 115.062 Nordrhein-Westfalen 261.616 tot. straf Nederland 105.156 Nordrhein-Westfalen 183.684 tot. schuldigverklaring Nederland 90% Nordrhein-Westfalen 75% tot. gevangenis Nederland 45% Nordrhein-Westfalen 17,5% tot. veroordeling geweld Nederland 18% Nordrhein-Westfalen 13% kwalitatief 1999 (rechts- en procescultuur) vervolgingsbeginsel Nederland absoluut opportuniteitsbeginsel Nordrhein-Westfalen Legalitätsprinzip bei Einleitung Verfahren, Opportunitätsprinzip bei Durchführung vervolgingsbeleid OM Nederland ja Nordrhein-Westfalen nee registratieverplichting politie Nederland geen verplichting, uitzondering bij aangifte slachtoffer Nordrhein-Westfalen wel verplichting, uitzondering indien onvoldoende concreet politiesepot Nederland ja (zonder wettelijke grondslag) Nordrhein-Westfalen nee aanbieding aan OM Nederland geen verplichting – enkel bij bekende dader / Halt / politieafdoening Nordrhein-Westfalen verplichting discretionaire bevoegdheid OM Nederland ja Nordrhein-Westfalen nee aangiftebereidheid Nederland gering Nordrhein-Westfalen gemiddeld "rechterdichtheid" Nederland relatief laag Nordrhein-Westfalen dubbel omvang OM Nederland relatief laag Nordrhein-Westfalen dubbel doorlooptijd strafrechtsketen Nederland vergelijkbaar Nordrhein-Westfalen vergelijkbaar competentie politierechter Nederland geringer Nordrhein-Westfalen groter sepot misdrjiven Nederland ongemotiveerd door politie, basis discretionaire bevoegdheid (opportunitetisbeginsel) Nordrhein-Westfalen wettelijke voorwaarden, basis beschikking (rechtsbeslissing), schriftelijk gemotiveerd, toestemming door rechter telastelegging Nederland beknopt Nordrhein-Westfalen uitgebreid vonnis Nederland beknopt Nordrhein-Westfalen uitgebreid onmiddellijkheidsbeginsel Nederland wel, maar niet toegepast Nordrhein-Westfalen toegepast zittingsduur Nederland kort Nordrhein-Westfalen lang Wat blijkens deze cijfers (volgens Tak en Fiselier) niet direct verklaard wordt, is het lage ophelderingspercentage in Nederland:
Het lage ophelderingspercentage wordt in het onderzoek integendeel zelf als verklaring gebruikt voor het kleinere aanbod en dito werklast bij het OM, zie:
en
Hoe je dit alles ook wendt of keert, feit blijft dat de strafrechtsketen aanzienlijk effectiever is in Nordrhein-Westfalen (en alle andere Europese landen). Een en ander overwegende, ligt de conclusie voor de hand dat de verklaring van de grotere omvang van OM en rechterlijke macht, als ook het grotere aanbod van zaken bij OM en rechterlijke macht sterk verband houdt met de omstandigheid dat in Nordrhein-Westfalen alle misdrijven per definitie naar het OM doorgestuurd worden en er daar geen politiesepot bestaat (de justitieapparaat heeft zich noodgedwongen aan het grotere aanbod aangepast). Deze beide oorzaken (omvang staande / zittende magistratuur en aanbod zaken) zijn onmiddellijk op het bestaan van het legaliteitsbeginsel – de vervolgingsdwang - terug te voeren. Omgekeerd dringt zich de conclusie op dat in Nederland voor de kleinere omvang van staande / zittende magistratuur en dito aanbod zaken het opportuniteitsbeginsel verantwoordelijk is. Het kleinere ophelderingspercentage is daarmee niet direct verklaard – dit betreft namelijk de fase vóór de zaken aan het OM worden aangeboden. Als je overweegt, dat het onbeperkte opportuniteitsbeginsel zich (volgens doctrine en praktijk) ook uitstrekt tot het politiesepot, dringt zich echter ook hier een verklaring op: De politie laat simpelweg een heleboel zaken met grote kans op opheldering liggen. Dit vermoeden wordt bevestigd door de cijfers. Ik begrijp niet hoe iemand dat kan ignoreren!
Op basis van de omstandigheid dat het leeuwendeel van de art.12-procedures betrekking heeft op geweldsmisdrijven en men ervan uit moet gaan dat deze zaken door invoering van een betreffende vervolgingsdwang automatisch vervolgd zou worden en overeenkomstig dus niet meer beklag zou moeten worden gedaan tegen niet-vervolging en daarmee het aanbod van art.12-procedures dus buitengewoon sterk zou afnemen. Laatst aangepast door Floriaan op ma 13 dec 2004 21:03, in totaal 1 keer bewerkt |
Ten overvloede: Als je geinteresseerd bent in prof. P. Tak's scherpe kritiek op het NL-strafrecht, bekijk dan ook de reportages van twee vandaag i.v.m. Tak's rechtsvergelijkend onderzoek naar de verschillen tussen Nederlands strafrecht en dat van Nordrhein-Westfalen of Denemark. |
Overigens zijn de cijfers die ik eerder ten beste gaf onder enig voorbehoud te genieten - ik schrijf ze altijd uit mijn hoofd op
Hier nog wat andere links naar mijn bondgenoten in deze kwestie en hun standpunten in deze: D66, VVD, LPF, WRR (p.11) en prof. Kees Schuyt (lid RvS). Nu moet ik toch eens gaan studeren anders kom ik nooit aan die scriptie toe... |
Kortom, het is nogal een grote stap om het legaliteitsbeginsel als positieve factor aan te wijzen voor wat betreft het ophelderingspercentage daar zoveel factoren meespelen dat een dergelijke determinatie niet zo eenvoudig zal zijn te maken.
Wat je ten hoogste dan ook zou kunnen stellen IMO is dat een deel van de keten tot aan de terechtzitting wellicht effectiever verloopt. Ik geloof namelijk niet dat er winst te behalen valt in het Duitse procesmodel.
Er spelen dus zeker meerdere elementen, aldus is het legaliteitsbeginsel als dominante factor niet zo sterk als je het hier voorstelt.
I remain strongly unconvinced. Dat gezegd, er kan best paal en perk worden gesteld aan enige willekeur bij het OM. Maar daar hoef je het opportuniteitsbeginsel niet voor uit het raam te gooien IMO. |
Dit "verkeerde beleid" van de stille sepots is overigens wel politiek gewenst, en wel omdat het het doorstroomschema van de NL-strafrechtsketen succesvoller doet voorkomen. Zie hiervoor F. P. van Tulder in het AD naar aanleiding van zijn bijdrage aan een onderzoek voor het WODC:
en de toenmalige minvJ Korthals (Kamerstukken II 2001-2002, 27 834, nr. 15, p. 1) over de onwenselijkheid van de registratie van de stille sepots (zoals a contrario door Van Tulder bepleit), d.w.z. de wenselijkheid van het laten liggen van zaken door de politie - het politiesepot dus (dat dus - ik moet het hier beklemtonen omdat je het maar niet wil inzien - terug te voeren is op het opportuniteitsbeginsel ):
Dezelfde minister, die de TK vertelde dat de politie niet seponeert, pleit dus ten behoeve van een helder zicht ( ) ook voor de stille sepots en het nalaten van de registratie ervan. Dat tevens juist door deze politiesepots (welke dus een uitvloeisel zijn van het opportuniteitsbeginsel) volgens tal van gezaghebbende wetenschappelijke gremia's (ook) talloze ernstige misdrijven met daderindicatie nooit opgelost worden noemt de WRR dus een "rechtsstatelijk probleem".
Ik weet niet precies wat jij onder grotere effectiviteit begrijpt, maar als je eronder niet verstaat het met meer succes realiseren van het materiele strafrecht, dan inderdaad kom je ook niet tot de conclusie dat er in de landen waar meer misdrijven worden opgehelder ook effectiever gewerkt wordt. Maar dan begin ik ook vage vermoedens te krijgen waarom je ook immuun blijkt voor mijn argumenten .
Dus wel. Er blijkt namelijk dat het legaliteitsbeginsel een beginsel is: Die liggen aan de basis - daaromheen hebben zich in de loop der tijd de administratieve faciliteiten ontwikkeld. Het was niet omgekeerd, dat dus b.v. het administratieve apparaat in Nr-Wf altijd al groter was en er dan plotseling ook toevallig meer zaken ingeleverd werden bij OM en rechterlijke macht. Of dat de politie de zaken in Nederland niet meer optekent of laat liggen en er dan ook - ooh, wie had dat gedacht - een bevoegdheid ertoe blijkt te bestaan.
De art. 12-procedures worden bij alle hoven gevoerd, niet alleen bij het hof in Den Haag - dit laatste hof is wel uitsluitend bevoegd bij zaken die door een OvJ van het landelijk parket worden ingeleverd (dan gaat het om bestrijding internationale criminaliteit). De meeste art. 12-procedures gaan echter zoals gezegd over geweldsmisdrijven. Alle hoven zouden dus ontlast worden. Staat uiteraard wel een stijgende belasting in eerste aanleg bij de rechtbanken en politierechters tegenover. En de hoven krijgen dan eventueel nog wel een of ander hoger beroepje terwijl ze teruglenen en met afgrijzen terug denken aan de tijd waarin ze die duizenden art. 12-procedures moesten vonnissen.
M.i. moet ook niet het gehele opp.beg. het raam uit. Het mag best blijven als grondbeginsel, maar moet dus genuanceerd worden door een uitzondering voor ernstige geweldsmisdrijven en delicten tegen het leven - kortom: tegen lichamelijke integriteit! Maar volgens mij heb ik dit eerder gezegd... |
Met het vervolgingsmonopolie heeft het trouwens sowieso niets te maken - het ging om de vervolgingsdwang... Maar het vervolgingsmonopolie is inderdaad zelf ook bezwaarlijk als er sprake is van een ineffectief controleinstrument t.o.v. de vervolgingsbeslissing... |
Maar de echte werklastverzwaring zit hem niet in de art. 12 gevallen, ik vrees dat het aantal zaken dat (stil) geseponeerd wordt redelijk omvangrijk is. Wat voor een toename betekent dit voor de rechterlijke macht in het aantal zaken dat men te verwerken krijgt? Het lijkt me van groot belang dat je de praktische component en haalbaarheid daarvan tevens meeneemt in je bespreking.
|
Leuk antwoord!!
Tak is inderdaad terughoudend en genuanceerd. Van Tulder wat minder terughoudend, maar hoe dat allemaal ook zij: Ik zal inderdaad sowieso een en ander op papier zetten.
Ook mee eens! Al zal het behoorlijk lastig worden - zo niet haast onmogelijk - om te voorspellen wat de consequenties van mijn idee zullen zijn: Ik verheug me nu al om dit nauwkeuriger te onderzoeken! Dank voor je inspirerende reacties! |
Is het niet zo dat het eigenlijke probleem is dat er (te) veel zaken onopgelost blijven, met alle nadelige gevolgen van dien?
Ik denk nl niet dat invoering van dit zgn opportuniteitsbeginsel daar wezenlijk verandering in zal brengen. (hier ook mijn excuus als ik naar de bekende weg vraag, ook ik heb de voorgaande berichten, de doelrationaliteit huldigend , snel doorgelezen.) |
@Michèle: Als je denkt dat het in dit topic gaat om
dan rijst bij mij enige twijfel omtrent de vraag of bij je kennelijk snelle lectuur van de draad nog sprake kon zijn van "huldiging van de doelrationaliteit". |
Rechtenforum.nl -> Pro - Contra
Tijden zijn in GMT + 2 uur |
|