Wet van 17 februari 1972, houdende uitvoering van de op 10 september 1964 te Parijs
ondertekende Overeenkomst inzake beslissingen tot verbetering van akten van de burgerlijke
stand, met Bijlagen en aanvulling, in verband daarmede, van artikel 29 van Boek 1
van het Burgerlijk Wetboek
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is voorzieningen te treffen
ter uitvoering van de op 10 september 1964 te Parijs ondertekende Overeenkomst inzake
beslissingen tot verbetering van akten van de burgerlijke stand, met Bijlagen, en
artikel 29 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek aan de in deze Overeenkomst vervatte
regeling aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: